Wat betekenen korte alledaagse sociale interacties voor ons welbevinden?

Kleine sociale interacties blijken een belangrijke bijdrage te leveren aan meer onderlinge verbondenheid en een thuisgevoel voor mensen, zo vonden we in de onderzoeksliteratuur. Het denken over vraagstukken zoals mentale gezondheid en eenzaamheid gaat vaak over wat de persoon zelf of professionals kunnen doen. Daardoor blijft de sociale omgeving waarin mensen dagelijks leven vaak buiten beeld. En dat terwijl de sociale omgeving (zoals de buurt, de supermarkt, het werk, onderwijs of hobby’s) een belangrijke rol speelt in welke mate mensen zich verbonden, veilig en thuis voelen. Daarom is het belangrijk om te weten wat mensen in het dagelijkse leven zelf kunnen doen en wat onderzoek hierover zegt.

Onderzoek naar de betekenis van kleine interacties in de (semi-)publieke ruimte is vaak gekoppeld aan begrippen als ‘publieke familiariteit' (Blokland, 2009), ‘alledaagse attentheid’ (Kremer, Parys & Verplanke, 2019) en ‘weak ties’ ​(Sandstrom & Dunn, 2014)​. Publieke familiariteit verwijst naar het herkennen van gezichten van anderen op plekken, waardoor mensen zich daar veiliger voelen. Alledaagse attentheid gaat een stapje verder en houdt in dat mensen elkaar niet alleen herkennen, maar ook, als het nodig is, een handje helpen. Denk bijvoorbeeld aan een keer helpen de boodschappen naar binnen te tillen. Het is een lichte vorm van contact met anderen, ook wel ‘beleefde oplettendheid' genoemd. Weak ties is een term die in de wetenschap gebruikt wordt voor sociale contacten die je op een of andere manier al kent, maar waarmee je geen of weinig emotionele of intieme band hebt ​(Sandstrom & Dunn, 2014)​. Denk aan kennissen of een ouder die je wel eens spreekt op het schoolplein. 

De kracht van weak ties 

Naast weak ties zijn er strong ties: dit zijn contacten die dicht bij iemand staan, zoals goede vrienden of familie ​(Moreton, et al., 2022)​. Er zijn meer weak ties dan strong ties in iemands sociaal netwerk. Dit komt doordat je veel meer mensen kent via je vrienden, de sportschool, je woonomgeving of het schoolplein, dan dat je goede vrienden en familie hebt. In onderzoek naar de betekenis van sociale netwerken heeft lang de nadruk gelegen op de waarde van intieme contacten (strong ties) en hoe deze bijdragen aan het welbevinden, vermindering van eenzaamheid en het gevoel ergens thuis te horen. Recent onderzoek laat zien dat ook weak ties hieraan kunnen bijdragen en dat er een relatie is tussen een combinatie van steun en interactie met zowel strong ties als weak ties en een beter welbevinden ​(Collins, et al., 2022)​. 

Onderzoek van Moreton, Kelly en Sandstrom (2022) kijkt specifiek naar de rol van weak ties in het bieden van ondersteuning. Zij beargumenteren dat er veel kansen voor sociale ondersteuning liggen bij de weak ties, omdat deze een groter deel uitmaken van het netwerk en daardoor simpelweg vaker beschikbaar zijn dan de strong ties. Waar ondersteuning vanuit strong ties vaker intiem en intensief is (vanwege de goede sociale band) heeft ondersteuning vanuit weak ties andere voordelen: 

  • Het gevoel hebben dat je ondersteuning kunt krijgen, is soms belangrijker dan het daadwerkelijk ontvangen van ondersteuning. Hierbij gaat het om het idee dat je met een probleem ergens terecht kan, zonder dat er per se een probleem hoeft te zijn. Het gevoel dat ondersteuning beschikbaar is kan door weak ties gegeven worden. 
  • De weak ties in iemands netwerk zijn een bron van nieuwe informatie, omdat weak ties meestal mensen zijn die minder op je lijken. Daardoor kun je tijdens de omgang met weak ties andere vormen van ondersteuning vinden dan je van strong ties in je netwerk zou ontvangen. 
  • Soms heeft ondersteuning door weak ties juist de voorkeur, bijvoorbeeld omdat je je schaamt voor het onderwerp waarvoor je ondersteuning zoekt. Dan is het fijn als iemand je minder goed kent. 

Waar vinden alledaagse interacties plaats?

In de literatuur worden twee publieke plekken onderscheiden waar contact tussen onbekenden tot stand komt: 

  • Third places zijn publieke plekken waar mensen samen kunnen komen voor contact en voor elkaar. Denk aan een buurthuis of een gezamenlijke moestuin. Een third place is een plek waar contact gemakkelijk kan ontstaan. Daarnaast is er een verbindende rol voor het personeel en (sociaal) professionals om op deze plekken alledaagse attentheid te vergroten (Kremer, et al., 2019).
  • De transitory zones (ook wel doorgangszones) zijn plekken die geen bestemming op zich zijn, maar plekken waar je gedurende de dag doorheen komt. Denk bijvoorbeeld aan de supermarkt, de trein, de bushalte, een wachtkamer of het park (Kremer, et al., 2019). 

Omdat bijna iedereen dagelijks op een van deze plekken komt, bieden ze ruimte voor contact, interactie en verbondenheid met elkaar. Dit kan een spontaan gesprek zijn, een begroeting (verbaal en non-verbaal), oogcontact of een andere kleine interactie met onbekenden. 

Positieve effecten van kleine interacties

Wat leveren de interacties zoals oogcontact en korte gesprekken op? Het (h)erkennen en zien van anderen, en het maken van oogcontact, kunnen helpen een gevoel te creëren van erbij horen, ergens thuis zijn en je op je plek voelen ​(Sandstrom & Dunn, 2014)​ (Wesselmann, Cardoso, Slater, Williams, 2012). Het voeren van een kort gesprekje met een onbekende of weak tie leidt bovendien tot positieve gevoelens en meer gevoelens van geluk (Sandstrom & Dunn, 2014; Dunn, Biesanz, Human & Finn, 2007; Epley & Schroeder,2014). Dat geldt zowel voor degene die het gesprek start als voor de ‘ontvanger’.

Publieke familiariteit 

Publieke familiariteit (Blokland, 2009) ontstaat wanneer mensen elkaar vaak op dezelfde plekken zien en elkaar daardoor herkennen. Het herkennen van mensen, zonder per se contact te hebben, draagt bij aan een gevoel van veiligheid en je thuis voelen op een plek. Bij passieve publieke familiariteit ontstaat na verloop van tijd een vorm van non-verbaal contact. Denk aan het elkaar aankijken of toeknikken als teken van herkenning. Het kan een opstap zijn naar verbaal contact (actieve publieke familiariteit), waarbij je elkaar met woorden begroet (Uyterlinde, Brock, de Vries & Verloove, 2023). Actieve publieke familiariteit overlapt daarom deels met het begrip alledaagse attentheid. 

Barrières bij het leggen van contact 

Bij het leggen van contact met weak ties of onbekenden ervaren veel mensen drempels, ook als zij eerder een goed gevoel hadden bij een korte interactie. Deze paradox ontstaat onder andere door de angst dat de ander het gesprek niet leuk zal vinden, de angst dat de gesprekspartner niet leuk blijkt te zijn en de angst dat er een ongemakkelijke situatie ontstaat. Onderzoek toont aan dat deze angsten in veruit de meeste gevallen niet terecht zijn (Sandstrom & Boothby, 2021).

Een andere hindernis is dat weak ties vaak twijfelen aan hun vermogen om ondersteuning te bieden aan de ander (Moreton, et al., 2022; Boothby, et al., 2018). Dit komt voort uit het gevoel niet te weten hoe ze de ander kunnen helpen, de angst voor verwarring, ongemakkelijke situaties of negatieve reacties. Omdat weak ties zich verder weg bevinden in iemands sociale netwerk, is het voor hen vaak makkelijker zich om die redenen maar niet met de ander te bemoeien.

De ‘liking gap’

Weak ties twijfelen, net als onbekenden, over hun sociale vaardigheden. Onderzoek laat zien dat mensen zichzelf altijd minder sociaal inschatten dan de ander, waardoor ze twijfelen over wat ze wel of niet moeten zeggen (Moreton, et al., 2022). Dit terwijl gesprekken met weak ties of onbekenden door de ander juist vaak als positief worden ervaren. Dit verschijnsel wordt ook wel de ‘liking gap’ genoemd (Boothby, et al., 2018). De liking gap is het grootst bij gesprekken tussen onbekenden. Er zijn meerdere redenen voor dit verschil in perceptie:

  • In een eerste gesprek laten mensen uit beleefdheid vaak niet zien wat ze echt vinden. 
  • Uit angst voor sociale afwijzing zijn mensen vaak terughoudend met het tonen van te veel interesse in de ander.
  • Gesprekken met onbekenden vragen cognitief veel van mensen waardoor zij vaak positieve signalen van hun gesprekspartner missen.

Mensen focussen zich tijdens gesprekken vooral op hun eigen mogelijke minpunten. Dit kan leiden tot verkeerde aannamen waarin mensen zichzelf vaak te kritisch beoordelen, vooral als het een gesprek is met een onbekende (Boothby, et al., 2018).

Barrières doorbreken: wat kun je zelf doen?

Voor het maken van contact met onbekenden en weak ties biedt onderzoek ​(Sandstrom & Boothby, 2021; Jung, et al., 2020)​ enkele tips: 

  • Werk aan je gespreksvaardigheden. Bespreek bijvoorbeeld met vrienden eens hoe je een gesprekje met een onbekende of kennis goed kunt beëindigen. 
  • Het helpt om positieve ervaringen op te doen met het voeren van gesprekken met onbekenden. Oefening baart kunst. 
  • Het zien van positieve interacties om je heen kan je helpen om zelf interacties aan te gaan met onbekenden. Probeer er eens op te letten welke kleine interacties mensen in jouw omgeving met elkaar hebben. 

Het afgelopen jaar heeft Movisie in twee pilots (Amsterdam en Enschede) het gesprek gevoerd over en geoefend met kleine alledaagse sociale interacties. Lees meer over de aanleiding en opbrengsten van deze pilots in dit artikel: Wat is het effect van alledaagse kleine interacties?

    Bibliografie

    • Blokland, T. (2008). Oog voor elkaar: veiligheidsbeleving en sociale controle in de grote stad. (Solidariteit en Identiteit). Amsterdam: Amsterdam Univ. Press. https://nbn-resolving.org/urn:nbn:de:0168-ssoar-271752
    • Boothby, E., Cooney, G., Sandstrom, G. & Clark, M., 2018. The Liking Gap in Conversations: Do People Like Us More Than We Think?. Association for Psychological Science, 29(11), pp. 1742-1756.
    • Collins, H. et al., 2022. Relational diversity in social portfolios predicts well-being. PNAS, 119(43).
    • Jung, H. et al., 2020. Prosocial modeling: A meta-analytic review and synthesis. Psychological Bulletin, 146(8), p. 635–663.
    • Dunn, E. W., Biesanz, J. C., Human, L. J., & Finn, S. (2007). Misunderstanding the affective consequences of everyday social interactions: the hidden benefits of putting one's best face forward. Journal of personality and social psychology, 92(6), 990–1005
    • Epley, N, J Schroeder (2014), Mistakenly seeking solitude, Journal of Experimental Psychology: General, 143(5), 1980–1999. https://doi.org/10.1037/a0037323
    • Kremer, M., Parys, A. & Verplanke, L., 2019. Alledaagse attentheid in een superdiverse wijk, Ben Sajet Centrum, Stichting Actief Burgerschap, Universiteit van Amsterdam.
    • Moreton, J., Kelly, C. & Sandstrom, G., 2022. Social support from weak ties: Insight from the literature on minimal social interactions. Social and Personality Psychology Compass. 
    • Sandstrom, G. & Boothby, E., 2021. Why do people avoid talking to strangers? A mini meta-analysis of predicted fears and actual experiences talking to a stranger. Self and Identity, 20(1), pp. 47-71.
    • Sandstrom, G. & Dunn, E., 2014. Is Efficiency Overrated?: Minimal Social Interactions Lead to Belongin and Positive Affect. Social Psychological and Personality Science, 5(4), pp. 437-442.
    • Sandstrom, G. & Dunn, E., 2014. Social Interactions and Well-Being: The Surprising Power of Weak Ties. Personality and Social Psychology Bulletin, 40(7), p. 910–922.
    • Wesselmann, E.D., Cardoso, F., Slater, S., Williams, K.D. (2012), To Be Looked at as Though Air: Civil Attention Matters. Psychological Science. 23. 166-8. 10.1177/0956797611427921.