Door de bril van… een dorpsondersteuner

‘Wie goed doet, goed ontmoet’, staat op het visitekaartje van Hay Mulders. Hij werkt al zeven jaar als dorpsondersteuner in America, één van de zestien dorpen in Horst aan de Maas. ‘Ik woon in het dorp en ken veel mensen, dus contact zoeken met mij is heel laagdrempelig.’ Hij komt in zijn werk ook veel mantelzorgers tegen. ‘Ik heb korte lijntjes dus kan snel doorverwijzen als het nodig is.’

‘In 2010 hebben we in ons dorp opgehaald wat mensen wilden in de toekomst: wat zijn jouw dromen, hoe kijk je tegen de toekomst van America aan? Hier hebben 225 gezinnen aan meegedaan. Verschillende werkgroepjes gingen aan de slag met het realiseren van deze dromen. Eén van deze idealen was: het koppelen van mensen met een hulpvraag aan mensen met aanbod. Hier werd een verbinder voor gezocht, een dorpsondersteuner’, vertelt Hay over het ontstaan van zijn functie. Inmiddels is hij in dienst van het gezondheidscentrum van America, een dorp met zo’n 2.000 inwoners. Eerst werd deze functie gefinancierd vanuit de provinciale innovatiesubsidie, inmiddels vanuit de gemeente (Wmo). ‘Veel mensen komen met uiteenlopende vragen bij mij. Ik woon in het dorp en ken veel mensen, dus het is heel laagdrempelig. Ik probeer hun vragen te beantwoorden, of te laten beantwoorden door iemand anders uit mijn netwerk. Ook verwijs ik mensen door, bijvoorbeeld naar een hulpverlener of instantie. Het is een veelzijdige functie, geen dag is hetzelfde. Ik word betaald voor 10 uur per week, maar in de praktijk is dit meer. Ik sta altijd aan, vind het leuk en fijn om deze rol te vervullen.’

‘Ik sta met beide benen midden in het dorp en heb overal mijn voelhorens uitstaan’

Waarom doe je mee aan In voor Mantelzorg-thuis?

‘Vanuit de hoedanigheid als dorpsondersteuner kom ik regelmatig mantelzorgers tegen en merk ik dat zij behoefte hebben aan ondersteuning. Daarnaast zit ik een in werkgroep die elk jaar iets organiseert voor de Dag van de Mantelzorg in november. Dan nodigen we alle mantelzorgers uit de regio uit en bezorgen we ze een leuke, vaak muzikale middag. We merken dat mantelzorgers het fijn vinden om elkaar daar te treffen. Mensen kunnen zichzelf opgeven, maar omdat ik zelf heel veel mensen ken, weet ik vaak wel wie mantelzorger is en wie daar behoefte aan heeft. Ik spreek mensen dan individueel aan en nodig hen uit.’

Met wie werk je samen, wat gaat daarin goed?

‘Soms ga ik na een gesprek met een mantelzorger zelf op zoek naar iemand die tijdelijk wat taken van hen over kan nemen. Daarnaast bied ik een luisterend oor, door bij hen thuis langs te gaan en regelmatig contact op te nemen. Dit wordt vaak heel waardevol gevonden. Ik heb korte lijntjes en veel contacten binnen het dorp, dus ik verwijs ook door naar hulpverleners. In mijn functie als dorpsondersteuner heb ik regelmatig contact met zorgaanbieders, de huisarts en praktijkondersteuners en ik heb een vast aanspreekpunt binnen het gebiedsteam (zo worden sociale wijkteams in Horst aan de Maas genoemd, red.).

Wat kan beter, met wie zou je meer samen willen werken?

‘Het blijft vaak een zoektocht wie het heft in handen neemt in de samenwerking tussen formele en informele zorg. Je hebt mensen nodig die actief zijn, elkaar kennen, je moet weten waar je naartoe moet. Het moet duidelijk zijn wie de regie neemt in een bepaalde casus. Daar valt nog wat in te winnen, daar gaan we nu mee aan slag. De praktijkondersteuner van de huisarts kan hier een centraal figuur in zijn, die heeft goed zicht op ondersteuningsmogelijkheden. Die samenwerking wil ik dus intensiveren.’

‘Omzien naar elkaar staat hier hoog in het vaandel en samenwerken is het motto van onze toekomst’

Wat is jouw droombeeld, jouw ideaal?

‘Dat iedereen gezien wordt, als het nodig is ontlast en geholpen kan worden waar nodig. Dat wij elkaar in de gaten houden, een antenne voor elkaar zijn. Dat we allemaal een bepaalde houding aannemen, “we moeten het samen doen en omzien naar elkaar”. Als ik hier een gesprek met iemand voer en hoor dat diegene in zijn/haar buurt iets voor een ander doet, doet dat mij goed. Die houding proberen we te stimuleren door bijvoorbeeld een advertentie in het dorpskrantje te plaatsen. “Wanneer heb jij voor het laatst iets voor een ander gedaan?” Dat zet mensen aan het denken. Zo zie je leuke en mooie dingen ontstaan in het dorp.’

Wat zou je nodig hebben om dit droombeeld waar te maken?

‘Ik heb niet per se geld nodig. Ik zoek het in mensen. Ik heb mensen nodig die iets voor een ander willen doen, die dezelfde sociale houding hebben. Op mijn visitekaartje staat “Wie goed doet, goed ontmoet”. Als je zelf iets voor een ander doet, kun je dat terugverwachten. Ik probeer wederkerigheid te bewerkstelligen en dat werkt vaak goed.’

Om af te sluiten: heb je nog een tip voor mantelzorgers?

‘Het is lastig, maar maak jouw zorgen bespreekbaar. Als ik op bezoek ga, is mijn eerste vraag “Hoe is het met je, kan ik je ergens mee helpen?”. Wees eerlijk en durf te vragen. Mantelzorg wordt steeds meer en zwaarder, het moet niet ten koste gaan van alles. We moeten elkaar daarin ondersteunen.’