Ervaringskennis van jongeren over dak- en thuisloosheid voegt menselijkheid toe

In de nieuwste versie van het Wat werkt bij-dossier over de aanpak van dak- en thuisloosheid onder jongeren heeft ervaringskennis een prominente plek. Deze kennis is ingebracht door jongeren van het Jongerenpanel De Derde Kamer. ‘De toevoeging van de ervaringskennis van jongeren maakt het dossier meer menselijk’, aldus Shira, één van de jongeren die aan de update heeft meegewerkt.

Movisie benaderde het jongerenpanel in het kader van een pilot rondom de update van een aantal Wat werkt bij-dossiers. Deze zijn gebaseerd op wetenschappelijke kennis, in de nieuwe versies worden ook kennis uit de praktijk en kennis van ervaringsdeskundigen benut. ‘We moesten nog uitvinden hoe we die kennisbronnen het beste bij elkaar konden brengen. We hebben het jongerenpanel daarom gevraagd om hierover met ons mee te denken en het samen vorm te geven’, vertelt Nada de Groot, onderzoeker bij Movisie. Zij schreef het dossier samen met collega’s Gery Lammersen en Mark Franken.

Download het Wat werkt bij-dossier

Inclusief proces

Deze betrokkenheid kwam de samenwerking alleen maar ten goede, vindt Shira. ‘Het was een heel inclusief proces waarbij verschillende participatievormen zijn toegepast. In de samenwerking was veel flexibiliteit en ruimte, niet iedereen ziet het zitten een heel dossier te lezen of een urenlange sessie bij te wonen. Ik heb echt het gevoel dat iedere jongere uit het panel iets aan het dossier heeft bijgedragen.’ Uiteindelijk was Shira één van de jongeren die het dossier kritisch heeft bekeken en namen anderen deel aan groep sessies waarin de jongeren de kennis uit de wetenschap met hun ervaringen hebben geïllustreerd. Ook is er nieuwe kennis gedeeld die de Movisie-onderzoekers weer toetsten aan de literatuur. 

Jongerenpanel De Derde Kamer

Shira vertelt dat ze een tijdje dakloos was nadat ze uit een gewelddadige relatie was gestapt. ‘Niemand wist dat ik dakloos was, omdat ik mij heel erg schaamde. Ik had zoiets van: hoe kan ik, iemand die hoogopgeleid is, nu dakloos worden? Ik had geen vrienden meer over en had het gevoel dat ik niemand had. Ik heb geprobeerd om hulp te krijgen, maar dat is niet gelukt. Ik was hier zo gefrustreerd over, dus toen ik Fanny Koerts van Up to Us tegenkwam vroeg ik: kunnen we hier niet iets aan doen?’ Het team van Up to Us was net gevraagd een manier te ontwikkelen om jongeren structureel te betrekken bij de aanpak van dak- en thuisloosheid. Dit verzoek kwam voort uit het Actieprogramma Dak- en Thuisloze Jongeren van voormalig staatssecretaris Blokhuis. Uiteindelijk is hieruit het Jongerenpanel De Derde Kamer ontstaan, waar Shira zich bij aansloot.

Onduidelijkheid over wet- en regelgeving

Een voorbeeld van kennis die is ingebracht vanuit de praktijkervaring van de jongeren is de onduidelijkheid over de wet- en regelgeving rondom dak- en thuisloosheid. ‘Volgens de Participatiewet moet je bij psychische klachten bewijzen dat je niet kan solliciteren. Hoe doe je dat?’, zegt Shira. ‘Als je een uitkering aanvraagt, duurt het nog vier weken voordat je deze krijgt. In de tussentijd lopen de schulden op en krijg je geen hulp. Als je onder de jeugdzorg valt en je wordt 18, sta je op straat. En dan? Nada de Groot: ‘We hebben nog meer inzicht gekregen in waar jongeren tegenaan lopen. Deze ervaringen hebben een nadrukkelijke plek gekregen in het dossier.’

 

Meer lezen

Hoe kunnen we dak- en thuisloze jongeren het beste ondersteunen? Deze vraag kan het best beantwoord worden door jongeren die deze situatie zelf meegemaakt hebben. Daarom werd er in het Actieprogramma Dak- en Thuisloze Jongeren gebruik gemaakt van de expertise van een jongerenpanel. Hoe ging dit in zijn werk en wat is de meerwaarde hiervan? 

Lees hier verder

Vertrouwensband

Eén van de werkzame elementen die in het dossier wordt genoemd is wederzijds vertrouwen tussen professionals en de jongeren. ‘In de vorige versie van het dossier stond dit werkzame element ook, maar de jongeren hebben hier meer verdieping aan gegeven’, zegt Nada de Groot. ‘De vertrouwensband wordt geïllustreerd met praktijkvoorbeelden van hoe het voor jongeren is om jarenlang dezelfde hulpverlener te hebben. Maar ze benadrukken ook dat de vertrouwensband er vaak niet is en benoemen welke consequenties dit heeft. Dit besef is een mooi voorbeeld van de menselijke inkleuring door de ervaringskennis.’

'De verhalen van de jongeren zijn nodig om het vraagstuk te kunnen doorgronden'

Signaleren is lastig

Een ander punt dat tijdens de bijeenkomsten naar voren kwam was: wees er op tijd bij. Maar uit de verhalen van de jongeren blijkt dat het signaleren van dak- en thuisloosheid lastig is. ‘Dat iemand dakloos is, staat niet op het voorhoofd geschreven’, zegt Gery Lammersen. ‘Soms hebben jongeren niet eens in de gaten dat ze geen vaste plek en eigenlijk geen thuis hebben, het besef komt vaak pas later. Dat soort informatie vind je niet in de literatuur. De verhalen van de jongeren zijn dus nodig om het vraagstuk te kunnen doorgronden.’ Shira: ‘Begrippen als dakloosheid klinken heel erg intens, mensen identificeren zich hier niet mee. Dat komt ook door de beeldvorming die rond dak- en thuisloosheid is ontstaan.’

Gedeelde verantwoordelijkheid

Daarnaast is doorlopende ondersteuning erg van belang. Gery Lammersen: ‘Ga na als gemeente: hoe organiseren wij dit op dit moment? We adviseren om bij de jongeren zelf te rade te gaan om dit in kaart te brengen’, zegt Gery Lammersen. ‘En kijk niet alleen vanuit je eigen discipline’, aldus Fanny Koerts. Zij is begeleider van het Jongerenpanel De Derde Kamer. ‘Ik denk dat het heel erg helpt als we in de ketensamenwerking de afspraak maken: we accepteren gewoon niet meer dat jongeren dakloos worden of blijven. We gaan net zo lang door totdat we weten wie verantwoordelijk is en we het goed voor de jongere hebben geregeld.’ Ook Shira benadrukt het belang van een gedeelde verantwoordelijkheid. ‘Als je net 18 jaar bent, ben je echt nog niet volwassen, ook al ben je dat wel volgens de wet. Vooral als je uit de jeugdzorg komt, sta je vijftien stappen achter. Het is de verantwoordelijkheid van de overheid en hulpverleners om de jongeren bij de hand te nemen.’

Grote waardering voor ervaringskennis

'De ervaringskennis van jongeren heeft het Wat werkt bij-dossier compleet gemaakt’, zegt Nada de Groot. Fanny Koerts: ‘Als ik nu kijk hoe het dossier is geschreven, vind ik het te gek dat het jongerenpanel echt een gelijkwaardige positie heeft naast de wetenschap en de kennis van de professionals. Dat voelt als een grote waardering voor de ervaringskennis.’ Het jongerenpanel streeft naar gelijkwaardige samenwerking in de praktijk. ‘We willen niet alleen maar knelpunten benoemen, maar ook onderdeel zijn van de oplossing. Niet alleen het verhaal vertellen, maar in het hele proces betrokken zijn. Betekenisvolle participatie noemen we dat. Daar is de samenwerking met Movisie een mooi voorbeeld van.’

Lees ook een interview met Nada de Groot over de update van het Wat werkt bij-dossier op zorgwelzijn.nl.