Mensen met een rechte rug

Blog Janny Bakker-Klein

Ik groeide op in een orthodox christelijk gezin. Voor mijn ouders was de zondagsrust heilig. We gingen op zondag twee keer naar de kerk en behalve wandelen en een spelletje doen werd er niets gedaan op zondag. Werken mocht niet, dus ook breien was niet toegestaan. We fietsten niet op zondag en er werd op zondag geen TV gekeken. En ook anderen mochten niet voor ons werken, dus we gingen op zondag niet uit eten of op reis met het openbaar vervoer.

Ik herinner me niet dat ik daar als kind veel problemen mee had. Het was zoals het was en ik wist dat mijn ouders ons niet ‘voor de bühne’ beperkingen oplegden, maar dat die voortkwamen uit een diep gevoelde overtuiging dat de tien geboden, waaronder het gebod tot zondagsheiliging, heilzaam voor ons waren. 

Mijn vader werkte als fabrieksarbeider in wekelijkse ploegendiensten, van 23.00 – 7.00 uur, van 7.00 – 15.00 uur en van 15.00 – 23.00 uur. Alleen op zondag werd niet gewerkt en op maandag begon de eerste ploegendienst om 0.00 uur. Mijn vader was vanwege zijn werklust en zijn kennis van het vak bevorderd tot ‘voorman’ en daar was hij trots op. Maar op een gegeven moment werd door het management bedacht dat de voormannen op zondag om 23.00 uur moesten beginnen, om de machines op te starten. De rest van de ploeg kon dan een uur later gelijk aan de slag. 

Mijn vader weigerde dat. Op zondag werkte hij niet. Voor zijn werkgever was het onbegrijpelijk dat hij moeilijk deed over één uurtje. Voor mijn vader was het een principekwestie. Toen de werkgever hem liet weten dat hij dan zijn baan als voorman kwijt zou zijn, was dat voor hem niet eens een dilemma. Hij bleef trouw aan waar hij voor stond en hoewel het hem echt pijn deed, gaf hij zijn positie als voorman op. Ik heb mijn vader er altijd om bewonderd. Hij stond ergens voor. En ook als het erop aankwam hield hij zijn rug recht. 

Deze jeugdherinnering werd bij mij weer opgeroepen toen ik in de afgelopen week een politieagente op TV zag, die haar hoofddoek niet mocht dragen bij de uitoefening van haar vak. Om die reden deed zij bureauwerkzaamheden. Ze mocht de straat niet op, hoe graag ze dat werk ook wilde doen. Het was zichtbaar hoeveel pijn het haar deed. Maar voor haar was het geen optie om haar hoofddoek af te doen. Ook zij stond ergens voor en ook zij hield haar rug recht als het erop aankwam. 

Roxane van Iperen bracht deze week in zomergasten tal van voorbeelden ter sprake, waarin ze ons een spiegel voorhoudt. Waar staan wij eigenlijk voor. En wat zouden wij doen, als het maken van een keuze voor waarden die we belangrijk vinden ons ook iets kost. De voorbeelden gingen over het stand houden tegenover machtige lobbyisten, of over keuzes die het verschil kunnen maken tussen leven en dood. Maar ik zou er ook de voorbeelden van mensen als mijn vader, of die politieagente, of al die andere dappere mensen aan toe willen voegen, die zich in het klein nog steeds dagelijks genoodzaakt voelen om te kiezen voor hun principes, voor waarden waarvoor ze staan, ook als die voor anderen soms onbegrijpelijk zijn.  
  
En dan is er de uitspraak van het Europese Hof. Werkgevers mogen ernaar streven neutraliteit uit te stralen, door elke zichtbare uitingsvorm van politieke, levensbeschouwelijke of religieuze overtuigingen op het werk te verbieden, als dat voor het neutrale imago van de onderneming noodzakelijk is. Voor al die kleine, dappere mensen, een slag in het gezicht. Ze zullen zich er niet door laten weerhouden om hun rug recht te houden, maar het doet hen wel pijn. 

Dat het Europese hof deze uitspraak doet, past wel bij de manier waarop we de Europese samenwerking hebben georganiseerd. In Europa is het óf markt, óf overheid. Daar zit niets tussenin. En daar horen dan ook waarden bij van de markt, zoals autonomie, efficiency, eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid of waarden van de overheid, zoals doelmatigheid, gelijkheid en objectiviteit. 

Movisie werkt aan een samenleving waarin iedereen zich erkend en thuis voelt en waarin mensen kunnen floreren in sociale en maatschappelijke verbanden. Die gedroomde samenleving wordt niet gedomineerd door uitsluitend waarden van de markt en/of de overheid, maar daarin gelden ook andere waarden, die meer passen bij de zogenaamde ‘‘civil society” zoals solidariteit, verantwoordelijkheid, waardigheid, vasthoudendheid, wederkerigheid en respect.  

Ik voelde me trots toen ik op de sociale media en op ons eigen intranet de reacties van onze medewerkers zag op de uitspraak van het Europese Hof. Stuk voor stuk dappere medewerkers, die durven uitkomen voor de waarden waar ze voor staan en die hun rug recht houden. Maar ik voel ook de pijn en soms zelfs de angst in hun reacties, over waar het met onze samenleving naartoe gaat. 

Laten wij, voor zover dat in ons vermogen ligt, nooit toestaan dat mensen door vooroordelen, onbegrip of onverschilligheid, voor pijnlijke keuzes komen te staan tussen wat hen het meest dierbaar is en wat de markt of de overheid van hen verlangt.

Als kennisinstituut voor sociale vraagstukken hebben we een belangrijke verantwoordelijkheid om de kleine verhalen van mensen in het oog te houden en door hen aan anderen een spiegel voor te houden. Daarmee kunnen we het belang van het grotere verhaal, gebaseerd op de waarden van een sterke en stabiele civil society, krachtig in het publieke debat inbrengen. 

Deze blog schreef Janny Bakker-Klein, bestuursvoorzitter van Movisie, voor het intranet van Movisie. Maar de boodschap delen wij graag breder. Er is op dit moment veel te doen rondom jezelf mogen zijn. Lees bijvoorbeeld ook het artikel Vooroordelen verminderen over gender non-conforme jongeren.