Nieuwe doelgroep Wmo, een ander (keukentafel)gesprek

Met de decentralisatie van de AWBZ functie Begeleiding en Persoonlijke verzorging krijgen gemeenten te maken met een nieuwe doelgroep. Deze nieuwe doelgroep heeft andere mogelijkheden, talenten en beperkingen. Beperkingen zijn zwaarder, langduriger en strekken zich uit over meer levensdomeinen dan bij de mensen die tot dusver aanspraak maakten op de Wmo. Dat heeft gevolgen voor de inrichting van het ‘keukentafelgesprek’ en voor de competenties van de gespreksvoerder.

De nieuwe doelgroep

Een deel van de nieuwe doelgroep heeft hun beperkingen al vanaf hun geboorte. Ze zijn bijna altijd van blijvende aard. Vaak gaat het om jonge mensen die hun hele leven een blijvend en toenemend beroep op de Wmo zullen blijven doen. Het gaat in hoofdzaak om burgers met verstandelijke beperkingen, psychische, psychiatrische of psychogeriatrische aandoeningen of lichamelijke beperkingen, zoals zintuigelijke beperkingen, chronische ziektes, niet aangeboren hersenletsel.

Wat betekent dit?

  • Bijna de helft van deze doelgroep heeft ook recht op een AWBZ voorziening. Herstel van zelfredzaamheid is vaak maar gedeeltelijk haalbaar is daarmee niet het hoogste doel.
  • Hun welbevinden is afhankelijk van de maatschappelijke bijdrage en het verrichten van zinvolle bezigheden.
  • Door hun beperkingen ondervinden ze problemen op diverse levensgebieden die elkaar bovendien versterken. Vaak ontstaat een opstapeling van problemen zonder adequate ondersteuning.
  • Beperkingen werken door op veel facetten van het dagelijks leven, men is gebaat bij levensbrede oplossingen.
  • Groot deel van de mensen heeft een beperkt zelfinzicht en concentratieproblemen
  • Groot deel van de mensen heeft al een lange geschiedenis in de zorg en neemt hun ervaringen mee in het gesprek wat kan leiden tot weerstand, irritatie en cynisme.
  • Een deel van de nieuwe doelgroep vraagt niet om begeleiding moet worden overtuigd van het nut van begeleiding. Denk aan bijvoorbeeld licht verstandelijk beperkte jongeren.

Nieuwe doelgroep, andere oplossingen

De nieuwe doelgroep biedt kansen om nu niet meer individueel naar een cliënt te kijken, maar om echt te kijken naar de context waarbinnen de begeleiding en ondersteuning wordt aangeboden met oog  voor kansen en mogelijkheden. Op basis van een integrale benadering in het gesprek kan een cliënt ondersteund worden op meerdere levensgebieden en meerdere beperkingen tegelijkertijd.  Een optimale mix van oplossingen wordt met de burger afgesproken waarbij professionals uit algemene zorg en wijkvoorzieningen zich richten op zowel het versterken en ondersteunen van het sociaal netwerk als op de cliënt met diens beperkingen. Ook gaat de cliënt meer gebruik maken van algemene welzijnsvoorzieningen dan van individuele voorzieningen. Dit vraagt samenwerking en afstemming tussen zorg, algemene en welzijnsvoorzieningen, mantelzorgers en vrijwilligers.

Andere oplossingen, een ander gesprek

Om te komen tot goede passende oplossingen is het van belang dat de gespreksvoerder zoveel mogelijk informatie krijgt over de huidige leefsituatie, de beperkingen en de mogelijkheden die de cliënt en zijn sociale netwerk heeft. Ook dient hij inzicht te hebben in de oplossingsmogelijkheden die algemene wijkvoorzieningen kunnen bieden. Ter voorbereiding op het gesprek zal al informatie moeten worden verzameld om hier zicht op te krijgen. Dit vraagt het een en ander van de organisatie van het gesprek. Duidelijkheid moet komen over:

  • Wie gaat het gesprek  voeren?
  • Welke deskundigheid is nodig?
  • Met welke professionals/organisaties wordt samengewerkt?
  • Welke informatie heeft de burger en de gespreksvoeder vooraf nodig?
  • Waar wordt het gesprek gehouden?
  • Welke randvoorwaarden zijn nodig om een goed gesprek te kunnen houden?
  • Wie uit het sociaal netwerk is aanwezig?
  • Welke mix van oplossingen zijn mogelijk en zijn betaalbaar?
  • Wat te doen bij sterk wisselende ondersteuningsbehoeften?
  • Welk mandaat krijgt de gespreksvoerder?
  • Wie voert de regie over het arrangement?
  • Hoe vindt opvolging en monitoring plaats?

Ander gesprek, zwaardere competenties

Het gesprek met de nieuwe doelgroepen vraagt om deskundigheid en zwaardere competenties van de gespreksvoerder. Een gesprekvoerder dient de doelgroep te kennen en beheerst de volgende competenties:

  • Informatie van derden kunnen benutten
  • Om kunnen gaan met moeilijke onverwachte situaties
  • Contact kunnen leggen met en vertrouwen winnen van de nieuwe doelgroep
  • Communicatie kunnen aanpassen aan beleving, begrip en concentratie van de doelgroep
  • Inzicht hebben in processen als vraagverlegenheid en acceptatieschroom
  • Verschillende belangen kunnen wegen
  • Levensbrede vraagverheldering kunnen toepassen
  • Cliënt ondersteunen bij verkennen van de eigen mogelijkheden en inzet van het sociaal netwerk
  • Samen met de cliënt duurzame oplossingen kunnen kiezen
  • Een goed gespreksverslag kunnen schrijven en voortdurend werken aan eigen kwaliteit en deskundigheid.

Meer informatie

Een uitwerking van deze competenties en meer informatie treft u aan in het vierde deel van de handreiking Het Gesprek: ‘Nieuwe doelgroep, ander Gesprek’ van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Deze is te downloaden via de website van VNG. Bij Movisie kunt u terecht voor vragen, ondersteuning, advisering en training van gespreksvoeders met betrekking tot het keukentafelgesprek nieuwe stijl. Neem contact op met Sonja Liefhebber: s.liefhebber@movisie.nl of 030 789 2126.