De sociale basis vereist radicalere manier van denken

Visiestuk MOVISIES

Als het concept sociale basis aan de verwachtingen wil voldoen, verdient het een radicalere invulling dan nu het geval is. Met een buurthuis hier, twee zitbankjes daar en een extra subsidie voor de plaatselijke fanfare ben je er niet, vindt Radboud Engbersen van Movisie.

Sociale basis is een jeugdig beleidsconcept dat met hoge verwachtingen de wereld in is gestuurd. De sociale basis lijkt de Haarlemmerolie voor vele kwalen. Gemeenten wijden er nota’s aan en ook het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) promoot het concept nadrukkelijk.  

Vermijd problematiseren

Maar laten we vooraleerst vaststellen dat er geen gezaghebbende definitie van de sociale basis bestaat die iedereen gebruikt. In de simpelste voorstelling draait het om alles wat burgers zelf doen en ondernemen.  In de meest ambitieuze invulling gaat het ook om alle voorzieningen waar je geen verwijsbriefje voor nodig hebt. Denk aan de school, de speeltuin, de huisarts, het buurthuis, muziekclub, karateschool, trapveldje, sportclub, politiepost, parkje, voedselbank, kerk, moskee, repaircafé, kringloopwinkel, kantoortje van de woningcorporatie en winkeliersvereniging. Het is de wereld dichtbij huis in alle zijn schakeringen en rijkdom. En de opgave is die nabije wereld dichtbij huis te versterken.

Wetenschappers als Micha de Winter (opgroeien, kinderen en jongeren), Marcel Canoy (buurtzorg) en Anne-Mei The (dementie) houden ons voor dat investeren in de (pedagogische) sociale basis loont. Hun boodschap: vermijd problematiseren en etiketteren, probeer waar mogelijk sociale tekorten en sociaal ongerief in het gewone normale leven te voorkomen, te verzachten of op te lossen.

Elke gemeente zou een afdeling samenlevingsopbouw moeten inrichten 

Want slagen we daarin – zo is de bewijsvoering én overtuiging - dan kunnen we niet alleen de kostbare zorg ontlasten, maar ook jonge mensen behoeden voor schooluitval en criminele carrières. En kunnen we ons effectief teweerstellen tegen verschillende maatschappelijke ontwikkelingen die het samenleven in onze wijken en buurten compliceren, zoals de groei van het aantal zorgbehoevenden en alleenstaanden in onze directe omgeving en het superdivers worden van onze woonwijken.  

Radicaler investeren

Alleen, dan moet er wél veel radicaler geïnvesteerd worden in de sociale basis. Ten eerste in de fysiek-ruimtelijke omgeving. Denk aan geschikte woningen voor alle leeftijdsgroepen, aan de juiste nabije, liefst algemene voorzieningen en een veilige en toegankelijke publieke ruimte. Hier is nog een wereld te winnen. Tegenwoordig horen hier ook de mogelijkheden van technologie bij, waaronder robotica, domotica, snel internet en e-health. 

Ook het winkellandschap zal ingrijpend moeten veranderen. Denk aan winkels met toiletten en zitjes, met brede gangpaden en met de juiste dienstverlening en producten, zoals hulp bij het inpakken van boodschappen, gezonde eenpersoonsdiepvriesmaaltijden en bezorgdiensten. 

Ook moeten we publieke functies in de frontlinie weer tot aantrekkelijke beroepen maken.  Nu zien we een terugtocht uit de frontlinie. Professionals zoals wijkagenten, onderwijzers, huisartsen, wijkverpleegkundigen en sociaal werkers ervaren uitputtende werkomstandigheden: te belastend, te weinig begeleiding, te veel administratieve verplichtingen, te weinig doorgroeimogelijkheden. Langs deze drie sporen moet de radicaliteit vorm krijgen: de juiste huizen en voorzieningen, de juiste fysiek-ruimtelijke infrastructuur én de beste professionals.  

Voor niets gaat de zon op

Elke gemeente zou een afdeling samenlevingsopbouw moeten inrichten. Ooit kende de Rijksoverheid een directie Samenlevingsopbouw. Na de decentralisaties in het sociaal domein hebben gemeenten deze taak nooit serieus opgepakt. De tijd is er rijp voor. Investeer in samenlevingsopbouw. Investeer in een krachtige sociale basis, zodat ambities en verwachtingen ook waargemaakt worden. Slechts voor niets gaat de zon op. 

Radboud Engbersen is programmaleider Sociale basis bij Movisie.