't Hooge Nest en Moria

Ik ben geboren en getogen in de naoorlogse Zeeheldenwijk in Huizen, aan de rand van de Naarder Eng. Als kind speelde ik daar in het bos achter een groot somber huis, met de naam ’t Hooge Nest. Het is het huis waar Roxane van Iperen vorig jaar haar gelijknamige boek over schreef.

Dat dit boek mij is bijgebleven heeft niet alleen te maken met mijn eigen jeugdherinneringen aan ‘t Hooge Nest en met de verbijstering over wat zich hier tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft afgespeeld, waar ik helemaal niets van wist. Het komt vooral door het beklemmende gevoel dat zich van mij meester maakte naarmate het verhaal vorderde. Dat begon met de Joodse vluchtelingen uit Duitsland, die in ons land al aanklopten om hulp voordat bij ons de oorlog uitbrak. Niemand wilde deze mensen helpen. En daarna ging het over de Joodse Nederlanders, die steeds verder werden gemarginaliseerd. Niemand deed iets. En dan gaat het verhaal verder, met gewone Joodse gezinnen in de hoofdrol, mensen met een naam. Zij duiken onder in ’t Hooge Nest, worden verraden en komen terecht in de verschrikkingen van de kampen. 

Op  9 september brak in het overvolle vluchtelingenkamp Moria op Lesbos een brand uit, waarna 13.000 wanhopige mensen probeerden om van het eiland af te komen. De avond na de brand  hoorde ik Roxane van Iperen bij het programma De Vooravond spreken over dezelfde glijdende schaal van ontmenselijking als die zij in ’t Hooge Nest heeft beschreven; 'Het begint bij vooroordelen en stereotypen. Dan komt er een politieke campagne, waarbij groepen mensen (bijvoorbeeld vluchtelingen) op één hoop worden gegooid en worden gezien als het grote gevaar. Daarna volgt uitsluiting en isolatie en tenslotte kunnen we ons totaal niet meer identificeren met deze mensen.'

Het stemt mij hoopvol dat er in de week na de brand in Moria vanuit Nederland direct 15.000 slaapzakken voor de slachtoffers bij elkaar werden gebracht. Er zijn dus gelukkig nog veel Nederlanders die zich het lot van deze mensen aantrekken. Maar ik ben ook bezorgd over het huidige (politieke) klimaat in Nederland, waarbij vluchtelingen en andere groepen mensen met een migratie achtergrond in diezelfde week -zelfs in ons Parlement- als gevaar voor onze samenleving werden afgeschilderd. 

Het verschil met de geschiedenis van ’t Hooge Nest is dat we nu nog iets tegen de glijdende schaal van ontmenselijking van groepen mensen kunnen doen. Dat begint door ons massaal uit te spreken tegen uitsluiting en discriminatie en door de mensen die het betreft een gezicht te geven. 

Janny Bakker-Klein, voorzitter van de Raad van Bestuur bij Movisie, schreef deze blog voor de bijlage ‘Het goede leven’ van het Friesch Dagblad.