Voorbij de pioniersfase van bewonersinitiatieven

Gemeentes en fondsen ondersteunen graag bewonersinitiatieven, maar liefst eenmalig. De liefde en interesse voor ondernemende burgers is hevig, maar kort. Kan het ook anders? Wat kunnen gemeentes en fondsen leren van bewonersinitiatievenen en hoe kunnen zij de volhouders het beste ondersteunen? Geef initiatieven rust in plaats van alsmaar te vragen om iets nieuws te doen.

Bewoners vullen met hun initiatieven nooit zomaar een bezuinigingsgat, ze hebben ideeën over hoe het anders en beter kan. Ze hebben allemaal hun eigen specifieke doelstellingen en betrokkenheden, en ze hechten aan hun autonomie. Tezamen vormen zij echter een belangrijke maatschappelijke ontwikkeling, een ‘rebels-optimistische’ reactie op de verschraling en het mislukken van de vermarkting van de sociale sector.

Een initiatief starten is iets anders dan volhouden

Er zijn genoeg voorbeelden van groepen mensen die initiatieven ontplooien die uit kunnen groeien tot dit nieuwe maatschappelijke middenveld. Maar uit eigen ervaring met (onder andere) Leeszaal Rotterdam West wisten we al dat iets beginnen iets anders is dan het volhouden.

Door te kijken naar wat de volhouders doen, ontwikkelen gemeentes en fondsen voelsprieten voor de noden en vraagstukken waar mensen zich – langdurig – voor willen inspannen, hoe zij dat willen doen en hoe zij denken verschil te kunnen maken.

Dit artikel is geschreven door Joke van der Zwaard en Maurice Specht en verscheen eerder op de website van Sociale vraagstukken.

Lees de volledige versie