Vrijetijdsbesteding voor mensen met een licht verstandelijke beperking

Twee goede voorbeelden

Hoe kunnen mensen met een (licht) verstandelijke beperking actief meedoen in hun buurt of wijk? Stichting Life Goals Nederland en Zorgorganisatie Pluryn pakken dat vraagstuk aan. Van sportprogramma tot participatiecoach. Hoe gaat het in zijn werk?

Mensen met een verstandelijke beperking blijven achter het gebied van werk, sociale contacten en activiteiten in de vrije tijd, in vergelijking met de rest van Nederland. Terwijl mee kunnen doen het liefst in hun eigen omgeving belangrijk is voor het welzijn en de kwaliteit van leven. Twee organisaties vertellen hoe zij mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) helpen om in hun vrije tijd bezig te zijn.

Sport als metafoor voor het leven

Stichting Life Goals Nederland zet sport- en beweegprogramma’s op voor mensen die om welke reden dan ook zijn vastgelopen in het leven. Momenteel zijn zij in 24 gemeenten actief en bereiken zij wekelijks 3400 structurele deelnemers. Deelnemers kampen veelal met problematiek zoals dak- en thuisloosheid, verslavingen, psychische stoornissen of werkloosheid. In de praktijk komt het voor dat een groot deel van de deelnemers met onderliggende LVB problematiek kampt.

'Wat ook zo mooi is aan sport, is dat het vaak niet uitmaakt of iemand een LVB heeft'

In de functie van accountmanager begeleidt Minke van de Kooi verschillende partijen en gemeenten bij het opzetten en creëren van sportaanbod in het sociale domein. Volgens van der Kooi staat wat mensen wél kunnen in de aanpak van Stichting Life Goals Nederland centraal. ‘Sport is eigenlijk een metafoor voor het leven. Denk aan de sociale aspecten of het kunnen omgaan met tegenslagen. Wat ook zo mooi is aan sport, is dat vaak niet zoveel uitmaakt of iemand licht verstandelijk beperkt is. Het gaat doorgaans heel goed samen met mensen zonder LVB.’

Wanneer slaagt deze aanpak?

‘Bij het opzetten van het Life Goals Programma wordt er een coalitie gevormd van sportorganisaties, zorg- en welzijnspartijen en de gemeente. Denk aan een Leger des Heils of verslavingszorg organisaties. Voorafgaand doen we dan ook onderzoek naar de behoeften en wensen van de doelgroep. Voetbal is bijvoorbeeld erg populair. Maar we zetten ook wandel of jeu de boule clubs op. Het is maar net waar de behoefte ligt, en wat er mogelijk is. Van alle partijen is enthousiasme nodig en het inzicht dat sport iets kan toevoegen. Intussen zijn er vele mooie voorbeelden. Zo was er iemand die zwaar verslaafd en door sport eindelijk iets kon voelen. Het was dat zetje in de rug om toch serieus te stoppen met zijn hardnekkige verslaving.’

Welke tip voor professionals en beleidsmakers in het sociaal domein zou je geven als het gaat om het bevorderen van de participatie van mensen met een beperking?

 ‘Durf breder te kijken dan de traditionele vormen, die voornamelijk raken aan werk. Wij focussen ons op sport, maar ook met cultuur kan veel bereikt worden. Luister altijd goed waar de behoeften van deelnemers liggen. Intrinsieke motivatie is van essentieel belang in het meekrijgen van de doelgroep.’

Activiteiten waar je blij van wordt

Welzijnsorganisatie Pluryn zet zich in voor (jong)volwassenen met grote afstand tot de arbeidsmarkt. Een onderdeel daarvan is de Participatiecoach. De Participatiecoach ondersteunt mensen die zorg inkopen bij Pluryn. Marrin Colenbrander is zo’n participatiecoach.

'We zoeken de verbinding'

Ze licht toe: ‘We werken op dit moment in Nijmegen en Groesbeek. De coach ondersteunt mensen op individueel niveau bij het vinden van leuke, passende activiteiten voor hun vrije tijd. Daarbij zoeken we de verbinding met welzijnswerk en sportaanbieders. We sluiten aan bij het bestaande aanbod of creëren deze samen.’

Wanneer slaagt deze aanpak?

‘Ieder mens heeft talenten, wensen, dromen en mogelijkheden. Eigen kracht en zelfregie staan dan ook centraal. Wij geloven dat iedereen weet wat hij of zij wil in het leven. Er is veel mogelijk, zolang je doet waar je blij van wordt. Voor ons slaagt de aanpak de aanpak op het moment dat je iemand mee kunt nemen in dat proces. Het nadenken over: waar word je blij van?’

Welke tip voor professionals en beleidsmakers in het sociaal domein zou je geven als het gaat om het bevorderen van de participatie van mensen met een beperking?

Colenbrander: ‘Geef mensen de tijd en neem zelf ook de tijd. En maak kleine stappen!’