We moeten geweld tegen sociaal professionals leren doorgronden

Dat sociaal werkers met agressie te maken hebben, weten we. Maar over de oorzaken ervan horen we nauwelijks iets. Is het een toenemend gebrek aan vertrouwen? Voormalig sociaal werker en socioloog Laura Keesman doet aanbevelingen om agressie in het sociaal domein bespreekbaar te maken en terug te dringen. Keesman doet mee aan het Movisie-kerstdebat op 17 december over vertrouwen.

Geweld tegen hulpverleners in Nederland is een structureel probleem. Een recent onderzoeksrapport laat zien dat 67 procent van de sociaal werkers in het afgelopen jaar te maken kreeg met agressie. Een eerdere enquête van RTL Nieuws en de beroepsvereniging voor sociaal werkers BPSW toonde aan dat 90 tot 97 procent van de 4000 respondenten de afgelopen drie jaar verbaal geweld en intimidatie ervoer en 40 procent fysiek geweld. Bedreigingen, slaan, bijten en knevelen zijn eerder regel dan uitzondering.

We weten echter nog niet veel over de oorzaken van geweld tegen sociaal professionals. Waarom is dit zo, en wat weten we wél?

Part of the job?

Omgaan met probleemgedrag, al dan niet door psychosociale klachten of psychiatrische stoornissen, is voor sommige medewerkers in wijkteams, de maatschappelijke opvang, schuldhulpverleningsinstellingen en/of jongerenwerk dagelijkse kost. Sociaal werkers zelf zien als verklaring voor geweldpleging dat cliënten, vanwege hun problematiek, moeite hebben met bijvoorbeeld emotieregulatie.

Hoe nobel het ook is dat sociaal werkers cliëntgedrag proberen te begrijpen, daardoor wordt veel (grensoverschrijdend) gedrag en het omgaan ermee gezien als part of the job.

Kerstdebat 2021: Vertrouwen

Op vrijdagmiddag 17 december sluit Movisie 2021 af met het traditionele Kerstdebat. In verband met de coronamaatregelen is het weer online te volgen, live gefilmd vanuit de Geertekerk in Utrecht. Het thema is dit jaar vertrouwen. Vertrouwen, is het er nog – en zo niet, hoe kunnen we het herstellen? Hierover gaat Naima Azough met het publiek en drie sprekers in gesprek: Marc Chavannes, Nazmiye Oral en Laura Keesman. Katja Rusinovic, lector Grootstedelijke Ontwikkelingen aan de Haagse Hogeschool, gaat in op recent onderzoek gedurende de coronacrisis over vertrouwen in de overheid. Wat laat dit onderzoek zien, wat zijn verklaringen? De Gospel Queens zorgen voor een soulvolle omlijsting. Ben jij er bij? 

Meld je hier aan voor het Kerstdebat 2021

Afnemend vertrouwen?

Veelal wordt gezocht naar maatschappelijke verklaringen voor agressie tegen professionals. Socioloog en hoogleraar Burgerschap Evelien Tonkens wijst er op dat het vertrouwen in professionals is afgenomen en dat mensen daardoor eigenhandig ingrijpen op het moment dat een situatie niet verloopt zoals men wil. Ook volgens bijzonder hoogleraar Polarisatie en Maatschappelijke Veerkracht Hans Boutellier is er sprake van toenemend wantrouwen jegens sociaal professionals. Mensen voelen zich tekortgedaan; niet alleen door uitvoerders maar ook door de systemen die erachter schuilen, en zij volgen dus niet zomaar meer op wat hun wordt verteld.

Hieraan gerelateerd is het idee dat geweld vaker plaatsvindt omdat burgers de laatste jaren mondiger zijn geworden. Mensen proberen te begrijpen wat hun rechten en plichten zijn, en zijn assertiever geworden in het opkomen daarvoor. Dat hierdoor geweld op de loer zou liggen, is mogelijk, maar is als verklaring voor geweld tegen sociaal professionals niet zaligmakend omdat het zich moeilijk laat onderzoeken en vaststellen.

We weten niet genoeg

Frequente metingen, pilots, handreikingen, maatregelen, toolkits, stappenplannen, intentieverklaringen en convenanten hebben agressie tegen professionals intussen niet aantoonbaar teruggedrongen. Ondanks collectieve afkeuring, komt geweld nog steeds veelvuldig voor. Dit komt deels doordat we niet precies weten wanneer en hoe geweldsituaties escaleren binnen sociaal werk. Het probleem is niet alleen een tekort aan onderzoek, maar ook waarop onderzoek is gericht en hoe het wordt uitgevoerd.

Door minutieus na te gaan wie, wat, wanneer doet, ontstaat er een beter beeld van hoe en wanneer agressie escaleert in geweld

Medewerkers moeten zelf uitvinden waar de grenzen van gedrag liggen, en zo wordt de verantwoordelijkheid tot melden bij hen neergelegd. Het gevolg is dat veel geweldincidenten slechts mondeling worden besproken, en niet worden doorgezet in een systeemmelding. Hierdoor hebben organisaties geen goed beeld van wanneer, wat voor geweld er plaatsvindt en of het aantal incidenten toe- of afneemt. Kortom: we weten weinig over oorzaken van geweld in sociaal werk omdat slecht wordt bijgehouden hoe incidenten eruitzien en er in bestaand onderzoek te weinig wordt uitgegaan van wat er precies gebeurt.

Registreren

Om meer te kunnen weten over de oorzaken van geweld in sociaal werk, is goede registratie noodzakelijk. Alleen dan is het mogelijk verschillende factoren in geweldincidenten − denk aan tijdstip, aanleiding en type agressie – te analyseren. In gesprekken met sociaal werkers kan vervolgens gekeken worden naar subjectieve ervaringen, zoals genderdynamieken, de-escalatie-technieken, en hoe collega’s hielpen of hadden kunnen helpen. Op die manier doet onderzoek recht aan de verschillende (groeps)dynamieken, omstandigheden en contexten waarin agressie en geweld plaatsvindt.

Dit type onderzoek is geïnspireerd op de theorie van de Amerikaanse socioloog Randall Collins, die stelt dat het zinvol is geweldsituaties an sich te bestuderen en niet zozeer te kijken naar actoren en wat zij inbrengen in situaties (Collins, R. 2008). Door minutieus na te gaan wie, wat, wanneer doet, ontstaat er een beter beeld van hoe en wanneer agressie escaleert in geweld. Naast het kijken naar persoonskenmerken en bredere maatschappelijke tendensen, loont het om geweld te zien als interactie. Door alle voorkomende geweldincidenten te registreren, patronen te ontdekken en te luisteren naar medewerkers, kan een werkgever duidelijk beleid ontwikkelen, gestoeld op oorzakelijke patronen binnen specifieke instellingen of locaties, en bijvoorbeeld (agressie)protocollen zo inrichten dat zij medewerkers zo goed mogelijk beschermen.

Laura Keesman werkte jarenlang als sociaal werker in de dak- en thuislozenopvang van Amsterdam, en is momenteel werkzaam als promovenda aan de afdeling Sociologie van de Universiteit van Amsterdam, waar zij onderzoek doet naar geweldsituaties binnen het politiewerk. Dit is een fragment uit het artikel dat zij deze herfst schreef voor het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken.