‘We moeten de menselijkheid weer zien terug te krijgen’

We lopen vast in het systeem, zegt Janny Bakker-Klein. Met alle gevolgen van dien voor mensen die in een kwetsbare positie verkeren in de samenleving. De Movisie-bestuurder pleit hartstochtelijk voor een grotere rol van ervaringsdeskundigen en ervaringskennis bij het vormgeven van beleid en regels. ‘Luister naar de mensen om wie het gaat, dat is de boodschap.’

‘We zijn niet gewend om te denken in dromen’, zegt Janny Bakker-Klein, bestuurder bij Movisie. ‘Niet gewend om ons voor te stellen hoe de ideale wereld eruit zou kunnen zien. Natuurlijk, als ik mensen één op één spreek – een sociaal werker, een beleidsprofessional bij een gemeente, een directeur bij een ministerie – dan hoor ik ‘t wel. Dan zeggen ze: “Het zou anders moeten, beter moeten, menselijker moeten.” Maar vervolgens kunnen ze zich geen voorstelling ervan maken hóe je dat bereikt. En dat is omdat ze zelf ook onderdeel geworden zijn van het systeem waar we met zijn allen inzitten.’   

Activistischer 

Ze wil eerlijk zijn. Niet pretenderen quick fixes uit haar mouw te strooien voor de taaie vraagstukken waarvoor het sociale domein staat. En ook eerlijk zijn over dit: soms zit Movisie ook klem in het systeem. ‘We zouden soms wat activistischer mogen zijn, soms zijn we dat overigens ook. Door tegen opdrachtgevers te zeggen: “Wat u wil, dat gaat niet werken, dat blijkt uit de kennis die we daarover hebben vergaard.” Maar wat doe je als je weet dat geld beschikbaar is voor hetgeen de opdrachtgever verlangt en je je medewerkers daarmee aan het werk kunt houden?' 

Toch moet het haar echt van het hart dit bloot te leggen: de discrepantie tussen goede wil bij betrokken - beleidsprofessionals, bestuurders, politici - en het kennelijke onvermogen om het systeem te veranderen. Het systeem dat verhindert dat mensen die in een kwetsbare positie verkeren betere ondersteuning krijgen dan nu gebeurt. ‘We moeten de menselijkheid weer zien terug te krijgen.’ 

Boter bij de vis 

De motor bij alle activiteiten van Movisie is de inzet van verschillende kennisbronnen. Naast wetenschappelijke kennis en praktijkkennis is ervaringskennis een belangrijke bron. Ook ervaringskennis is een belangrijke bron.  

Voor Bakker-Klein en Movisie staat als een paal boven water dat de inzet van ervaringsdeskundigen mede een sleutel kan zijn om sociale vraagstukken beter op te lossen. Het is niet voor niets dat een van de drie onderwerpen die het kennisinstituut de komende jaren steviger gaat positioneren, ervaringsdeskundigheid is. ‘Luister naar de mensen om wie het gaat, dat is de boodschap.’ Iets wat in haar ogen nog steeds te weinig gebeurt. Want dat het thema ervaringsdeskundigheid al her en der op de agenda staat binnen het sociaal domein, is voor de Movisie-bestuurder niet genoeg. Ze verheft haar stem. ‘Zodra het om boter bij de vis gaat, wordt vaak niet thuis gegeven. Dan gaat het geld toch ergens anders naartoe.’ 

‘Er is een beweging gaande die ik sterk toejuich: er gaat geld van de zorg naar de sociale basis’ 

 
‘Ik snap dat geld een sturende factor is in het sociaal domein’, zegt ze realistisch. ‘Maar laten we niet vergeten voor wie we het werk doen. Begin nou eens met ervaringsverhalen van mensen! Wat gaat jou helpen zodat we het beter kunnen doen dan we het nu doen? We expliciteren bij Movisie ervaringskennis. We kijken scherp naar alles wat er, met alle goede bedoelingen van dien, verzonnen wordt in het sociaal domein. Waar leidt dat nu toe, volgens ervaringsdeskundigen? En dat maakt ook dat we het systeem ter discussie kunnen stellen. Omdat we de verhalen van mensen kennen.’  

Sociale basis: cement van de samenleving 

Een tweede onderwerp waar Movisie zich de komende tijd met kennis sterk op gaat profileren is de sociale basis, het cement van de samenleving. Bakker-Klein: ‘Er is een beweging gaande die ik sterk toejuich. Namelijk dat er geld van de zorg gaat naar de sociale basis. Niet omdat er bezuinigd moet worden, maar omdat ik zie dat mensen veel meer behoefte hebben aan ondersteuning op andere levensdomeinen dan alleen in zorg.’ 
Een mooie intentie maar daarmee ben je er natuurlijk nog niet, zegt ze. Er wordt volgens haar nog te weinig nagedacht over wat die sociale basis eigenlijk inhoudt. ‘De beweging van zorg naar sociaal domein is nu vooral ingegeven door een financiële impuls: “We kunnen de zorgtoename niet meer hanteren, dus de samenleving moet het gaan doen.” Alsof dat vanzelf gaat! Alsof de samenleving iets is dat zichzelf organiseert.’ 

Bakker-Klein haalt de verschillende levensdomeinen van stal uit het levensloopmodel dat vijf levensdomeinen onderscheidt: lichaam en geest (zorg), sociale relaties, bestaanszekerheid, werk en zingeving. Het uitgangspunt is dat mensen kwaliteit van leven ervaren als er een balans is tussen deze domeinen. ‘Als twee of meer van die levensdomeinen niet op orde zijn, dan ervaren mensen geen levensgeluk meer. Stel je hebt geen sociale contacten meer en geen werk…’ Volgens de Movisie-bestuurder is dan de gangbare prikkel voor veel mensen om naar de huisarts te gaan. Omdat ze niet weten bij wie ze anders aan de bel moeten trekken. 

‘In veel gemeenten is welzijn wegbezuinigd. Sociaal werk zit er met anderhalve man en een paardenkop’ 

 
Natuurlijk, zegt ze, een interventie als welzijn op recept is prachtig. Daarbij verwijst de huisarts naar welzijn wanneer een probleem van een patiënt niet zozeer medisch van aard is, maar welzijn betreft. ‘Fijn die verwijzing, maar het probleem is dat er niets achter zit, want in veel gemeenten is welzijn wegbezuinigd. Sociaal werk zit er met anderhalve man en een paardenkop. Die hebben niet de middelen om een buurtbaan te vinden, of tijd om iemand op weg te helpen met sociale relaties.’ 

‘Noem niet alles zorg’ 

De term zorg wordt in de ogen van Bakker-Klein te kwistig gebruikt. ‘Noem niet alles zorg. Er wordt door gemeenten gezegd: “De zorg is naar gemeenten gegaan.” Maar welke zorg bedoelen we dan? Alles wat zorg is, is in de Zorgverzekeringswet gebleven. Begeleiding is geen zorg. Dat is naast iemand gaan staan. Huishoudelijke hulp is ook geen zorg. Het is het faciliteren van het normale leven en daar waar iemand het niet op eigen kracht redt, nagaan hoe je de belemmeringen wegneemt. Maar doordat we het zorg noemen, gaan we het in een protocol gieten. 

We moeten daarnaast voorkomen dat het begrip sociale basis een loos begrip wordt of met de denkwijze uit de zorg wordt ingevuld: dat de focus ligt op het tekort en op wat er niet op orde is. Nee, ga op zoek naar de kracht van gemeenschappen, herstel netwerken en zoek naar wat bijdraagt aan zingeving voor mensen.’ 

Om dat voor elkaar te krijgen zullen verbindingen moeten worden gelegd tussen zorg en welzijn, betoogt Bakker-Klein. Ze ziet haar kennisinstituut daarin een belangrijke rol spelen, juist vanwege de kennis over het sociaal domein. ‘We moeten dat heel praktisch maken, handvatten bieden op basis van kennis. Als bijvoorbeeld een verpleeghuis niet weet hoe ze verbinding moet leggen met de sociale basis in een wijk, met sociaal werkers… dan moeten ze bij ons vinden welke stappen ze moeten zetten om die verbinding te leggen.’ En samenwerking in netwerken is daarbij het credo zegt ze. ‘Met partijen uit de zorg en uit welzijn.’  

Kaart van Nederland 

Een derde speerpunt dat ze naar voren brengt: het monitoren en volgen van lokale initiatieven en die vervolgens onder de aandacht brengen van andere regio’s en van landelijke partijen. ‘Wij brengen allerlei initiatieven van onderop in beeld. Bijvoorbeeld rond het onderwerp bestaanszekerheid. Er zijn coöperatieve plannen van mensen die al jaren geen werk konden vinden en nu gezamenlijk zelf iets zijn begonnen, zoals met de buurtbanen. Dat zijn lokale initiatieven die zijn ontstaan, los van gemeenten, maar soms ook door gemeenten ondersteund. Daarvan leren en deze kennis verder brengen is onze kracht.’ 

Een belangrijk hulpmiddel om de monitoring en in regio’s verzamelde kennis en ervaringen helder in beeld te brengen, is de ‘Kaart van Nederland’ van Movisie. Work in progress nog, maar als die af is, levert dat een handzaam online overzicht voor een keur aan partijen op. 

‘We moeten nog veel meer de synergie met andere partijen opzoeken dan nu gebeurt’ 

Bakker-Klein: ‘We hebben heel veel kennis ontwikkeld, samen met gemeenten. Maar het is niet vanzelfsprekend dat die kennis ook wordt toegepast in de praktijk. Iedereen wil vaak zijn eigen wiel uitvinden. Met die kaart laten we zien op welke thema’s Movisie aan het werk is in jouw buurgemeente. En dat beeld werpt vervolgens de vraag op: zouden we als buurgemeenten samen vraagstukken kunnen oplossen? 

De kaart is ook handig voor samenwerkingspartners. Stel dat wij bezig zijn in gemeente X met een arbeidsmarktvraagstuk, dan is dat zichtbaar voor partijen als de VNG (Vereniging van Nederlandse Gemeenten) en Divosa. We kunnen dan krachten bundelen en afstemmen wat de een doet en wat de ander. Onze kennis en expertise is immers complementair. De synergie moeten we nog veel meer opzoeken dan nu gebeurt.’  

Tekst: Olaf Stomp