Meer vrijwilligers en minder professionals in de ouderenzorg?

Stilstaan bij kwaliteit en resultaten

Kan de groeiende inzet van vrijwilligers in de ouderenzorg de gevolgen van een slinkend budget opvangen? Stichting Welzijn Ouderen Spijkenisse laat zien dat het kan, maar niet zonder een herdefiniëring van de rol van de professional én de vrijwilliger.

Vrijwilligerscoördinator John Numeijer is het archetype van de Rotterdamse havenarbeider, groot en massief. John laat trots weten een activistisch verleden te hebben bij onder meer de vakbond FNV. ‘En nu coördineer ik bij SWO, onbetaald, een deel van het vrijwilligerswerk. Niet alleen hoor, dat doe ik samen met ouderenadviseur en projectleider Jacoline Nunnikhoven.’

Noodzaak

Hoe bijzonder is de innige samenwerking tussen beroepskrachten en vrijwilligers bij SWO nu eigenlijk? Nunnikhoven: ‘Het is in zoverre niet bijzonder dat professionals en vrijwilligers bij ons al langer nauw met elkaar samenwerken.’ Het grote verschil met voorheen is dat die samenwerking pure noodzaak is geworden, omdat de gemeente de subsidie aan SWO vanaf 2010 niet langer indexeert terwijl de kosten van de door SWO aangeboden diensten en activiteiten almaar blijven stijgen. Als SWO met een klein aantal beroepskrachten - van 8.31 ft in 2010 naar 8,22 fte nu - het aanbod aan ouderen op peil wil houden, dan is de inzet van vrijwilligers kortom onmisbaar. Omdat Spijkenisse kennelijk een solidaire gemeente is, zijn er veel inwoners bereid vrijwilligerswerk te doen: hun aantal steeg in ruim zes jaar van 352 in 2010 naar 470 (Lees meer informatie hierover in het beleidsplan van SWO).

Levert de samenwerking tussen professionals en vrijwilligers ook het gewenste resultaat op?

Grotere rol

Het is natuurlijk mooi dat de bewoners van Spijkenisse zo betrokken zijn, maar levert die samenwerking tussen professionals en vrijwilligers ook het gewenste resultaat op? Nunnikhoven: ‘We hebben anderhalf jaar geleden onze organisatie en werkwijze onder de loep gelegd. Cruciale vraag daarbij was of SWO de ouderen voldoende en kwalitatieve ouderenvoorzieningen kon en wilde blijven aanbieden. Het antwoord was ja, maar dat zou wel betekenen dat de vrijwilligers een nog grotere en ook andere rol moesten krijgen. Ze zouden voortaan niet alleen activiteiten en diensten moeten uitvoeren, maar ook coördineren. Dat kan ook omdat er meer vrijwilligers zijn die tijdens hun werkzame leven leidinggevende en aansturende functies vervulden. En waarom zouden zij deze vaardigheden niet in het vrijwilligerswerk kunnen inzetten?´

Niet bang voor meer verantwoordelijkheid

Numeijer: ‘Vrijwilligers zijn helemaal niet bang voor meer verantwoordelijkheid. We zijn er overigens niet op uit om de banen van de professional over te nemen, maar we vinden dat geld geen belemmering mag zijn. Dus hebben we extra taken op ons genomen en de professionals coachen en begeleiden ons daarbij. Een voorbeeld: ik zorg er als vrijwilligerscoördinator voor dat ouderen die hulp nodig hebben bij het invullen van hun belastingpapieren die hulp ook krijgen. Om nu te voorkomen dat ik plat gebeld wordt, is Jacoline bij SWO het aanspreekpunt voor deze dienst. Aan die nieuwe rolverdeling moeten zowel de professionals als de vrijwilligers wennen. De professionals hebben af en toe de neiging om toch nog even dat klusje op te knappen dat nu door vrijwilligers gedaan moet worden, en andersom hangen vrijwilligers bij de coördinatie misschien toch net iets teveel op de professionals.

‘Een ander punt is dat SWO regelmatig mensen krijgt die door de gemeente vanuit de Wet werk en bijstand (Wwb) verplicht worden om vrijwilligerswerk te doen. Vaak komen ze ietwat gereserveerd bij SWO binnen, omdat ze een tegenprestatie moéten leveren. De vraag hoe je daarmee omgaat, lag eerst alleen bij de professional, maar nu ook bij de vrijwilligerscoördinator.’  

Hulp bij het maken van cultuuromslag

Nunnikhoven vult aan. ‘In feite komt de cultuuromslag die SWO doormaakt, neer op een proces van leren loslaten en delegeren enerzijds en verantwoordelijkheid nemen anderzijds. Om de vereiste cultuuromslag te kunnen maken, heeft SWO indertijd de hulp van Movisie ingeroepen.’ Waarom? ‘Omdat Movisie ruime ervaring heeft met het begeleiden van welzijnsorganisaties die in toenemende mate afhankelijk zijn van vrijwilligers. Concreet heeft Movisie workshops georganiseerd waarbij per activiteit of dienst met medewerkers en vrijwilligers van SWO stil werd gestaan bij vragen als: waarom doen we dit, waarvoor biedt het een oplossing, draagt dit bij aan de zelfredzaamheid van ouderen en welke andere door ons gestelde doelen behalen we ermee.’

Wilt u ook op weg naar een transformatie in de samenwerking?

Is uw organisatie ook op zoek naar herijking van de samenwerking tussen professionals en vrijwilligers? Zodat uw diensten meer maatschappelijke impact hebben tegen lagere kosten? Jolanda Elferink en Marijke Booijink gaan graag met u in gesprek over uw doelen, vragen en mogelijkheden en kunnen op basis hiervan een voorstel doen voor een aanbod op maat. U kunt per mail of telefoon vrijblijvend contact met hen opnemen. Lees meer over dit advies- en trainingstraject.

 

Kwaliteit onder de loep nemen

‘Om de activiteiten en diensten goed te kunnen beoordelen, hebben we ze eerst beschreven. Wat doen we precies?- en onderbouwd - waarom is gegeven de omstandigheden en doelgroep voor een bepaalde aanpak gekozen? Daarna is de praktijk geëvalueerd, gemonitord en op resultaat gewaardeerd. Het voordeel van deze manier van kijken en beoordelen is dat de organisatie zicht krijgt op wat ze aanbiedt en of dat aanbod voldoende kwaliteit heeft om bij te dragen aan het behoud of bevordering van de zelfredzaamheid van ouderen, onze primaire doelgroep.’

'De praktijk is geëvalueerd, gemonitord en op resultaat gewaardeerd'

‘Het op deze manier onder de loep nemen van de kwaliteit van ons werk sloot mooi aan bij introductie van de zelfredzaamheidsmeter in onze organisatie. Kort gezegd komt deze methodiek erop neer dat wanneer een oudere zich bij SWO meldt met een vraag om ondersteuning hij of zij een intakegesprek krijgt. In dat gesprek bepalen medewerker en oudere gezamenlijk hoe de zelfredzaamheid van de laatste kan worden versterkt en op welke manier vrijwillige inzet hieraan kan bijdragen. Zes maanden later kijken medewerker en oudere vervolgens of de geboden ondersteuning door SWO daaraan heeft bijgedragen.’

Zorg om de toekomst

Hoe nuttig het gebruik van de zelfredzaamheidsmeter verder ook is, waar het in essentie omgaat, is of SWO erin slaagt om de samenwerking tussen professionals en vrijwilligers op nieuwe leest te schoeien. Als onderdeel van de door Movisie verzorgde training werden vrijwilligers en professionals daarom gevraagd om op een creatieve manier te verbeelden hoe zij de toekomst van SWO Spijkenisse zagen en hun rol daarin. Ook werden ze uitgenodigd een gesprek met elkaar aan te gaan over de grenzen en mogelijkheden van het vrijwilligerswerk en de baten ervan voor de oudere cliënt. Minstens zo belangrijk was de gedachtewisseling over hoe vrijwilligers én professionals persoonlijk met de talloze veranderingen omgaan.

Eensgezind concluderen Nunnikhoven en Numijer dat SWO op de goede weg is, tegelijkertijd erkennen ze dat de nieuwe rolverdeling nog wel enige gewenning behoeft. Of zoals Numeijer zegt: ‘Leren samenwerken is gewoon keihard werken. Dat vind ik geen probleem, wel heb ik er zorgen over dat de jongere generaties veel minder dan wij opgevoed zijn in de traditie van solidariteit en vrijwilligerswerk. Dus hoe vangen we straks de grotere vraag naar vrijwilligers op? Ik zou het echt niet weten.’

Dit artikel is geschreven door freelance journalist Jan van Dam.