Proactief aanbieden van onafhankelijke cliëntondersteuning

Inspirerende voorbeelden uit de praktijk

Het zorglandschap is complex en inwoners met een hulpvraag kunnen de weg kwijtraken in de wirwar van mogelijkheden en regelingen. Een onafhankelijke cliëntondersteuner kan een inwoner wegwijs maken in de zoektocht naar passende ondersteuning. Om inwoners te bereiken die de hulp van een onafhankelijke cliëntondersteuner het hardst nodig hebben, helpt het wanneer cliëntondersteuners zich laagdrempelig en dicht bij de inwoners en professionals positioneren. Dit betekent dat cliëntondersteuners proactief contact leggen met inwoners die daar mogelijk baat bij hebben, en hun dienstverlening op een laagdrempelige en toegankelijke manier aanbieden. 

In dit artikel komen inspirerende voorbeelden aan bod over hoe onafhankelijke cliëntondersteuners dit kunnen doen. We gaan in gesprek met een cliëntondersteuner en gemeente Ommen en Roosendaal komen aan het woord over hoe zij deze laagdrempelige en toegankelijke cliëntondersteuning stimuleren in hun gemeente. 

Onafhankelijke cliëntondersteuning vindt vaak plaats als een inwoner een hulpvraag heeft gesteld of geboden hulp wil heroverwegen. Uit recent onderzoek van het RIVM blijkt dat niet iedereen afweet van de mogelijkheden die een cliëntondersteuner kan bieden. Bijvoorbeeld inwoners die, ondanks veronderstelde behoefte, geen contact hebben met maatschappelijke voorzieningen en geen vraag stellen (zorgmijders en -missers). Daarom kunnen onafhankelijke cliëntondersteuners actief op pad gaan om zelf het initiatief te nemen om met mensen in contact te komen en (ongevraagd) hulp aan te bieden.

'Door zelf het initiatief te nemen, krijg je de meest kwetsbare mensen in beeld.'

Zelf het initiatief nemen

Onafhankelijke cliëntondersteuner Jolijn van Tongeren, werkzaam bij Bureau Straatjurist, brengt dit in de praktijk. Bureau Straatjurist biedt onafhankelijke cliëntondersteuning aan Amsterdamse dak- en thuislozen met een rechtsvraag. ‘Niet iedereen komt uit zichzelf naar ons toe. Voor bepaalde mensen is de drempel hoog om naar een organisatie te komen. Of het is fysiek lastig, dak- en thuislozen lopen al zoveel op een dag. Door zelf het initiatief te nemen, krijg je de meest kwetsbare mensen in beeld. Zij vinden het vaak lastig om zelf om hulp te vragen. Daarnaast geef je een persoon het gevoel dat hij of zij ertoe doet, “iemand doet echt moeite voor mij”. Dat laat een stuk flexibiliteit zien.’

Outreachend werken

Proactief naar de leefwereld van inwoners treden om hulp aan te bieden: ook een kenmerk van een zogenoemde outreachende werkwijze. Outreachend werken is een opdracht voor alle professionals in het sociaal domein. Bij deze werkwijze draait het in essentie ook om het actief op pad te gaan om met mensen in contact te komen in plaats van dat de hulpvraag bij de professional terechtkomt. Deze proactieve houding is slechts éen onderdeel van de werkwijze. Outreachend werken veronderstelt een bepaalde grondhouding en specifieke vaardigheden van de sociaal professional. In een vroegtijdig stadium outreachend te werk gaan, kan een preventieve werking hebben en escalatie van problematiek bij inwoners voorkomen. Het blijkt ook een effectieve manier om met geïsoleerde groepen in contact te treden en problematiek te signaleren die verborgen zou blijven voor de reguliere hulpverlening.

Lees hier meer over outreachend werken

'Het blijft natuurlijk altijd de keuze van de persoon zelf of hij hulp wil ontvangen. Je wilt mensen het vertrouwen  geven dat je niets van ze hoeft, maar wel hoe je ze zou kunnen helpen.'

Doelgroep opzoeken

Op diverse manieren kan een onafhankelijke cliëntondersteuner haar dienstverlening laagdrempeliger en toegankelijker aanbieden. Allereerst door aanwezig te zijn op plaatsen in de omgeving waar mogelijke doelgroepen vaak komen, zoals dagactiviteitencentra, buurt- of dorpshuizen, gezondheidscentra, wijkservicepunten en koffie-inloopplaatsen. Op deze plaatsen kunnen cliëntondersteuners hun zichtbaarheid vergroten en vrijblijvende gesprekken voeren met bezoekers. Zij kunnen een luisterend oor bieden, informatie geven en de weg wijzen naar reguliere hulpverlening. Van Tongeren vertelt: ‘We houden spreekuren op locaties van andere organisaties, inloophuizen van de regenbooggroep en hostels en hotels in coronatijd. Als we op een locatie zijn, lopen we rond en maken we contact met mensen. Daardoor kom je erachter welke hulpvraag er speelt. Hierbij is het belangrijk om nieuwsgierig te zijn en door te vragen. Daarnaast moet er een balans zijn: je wilt jezelf niet opdringen. Het blijft natuurlijk altijd de keuze van de persoon zelf of hij hulp wil ontvangen. Je wilt mensen het vertrouwen en gevoel geven dat je niets van ze hoeft, maar wel hoe je ze zou kunnen helpen, als ze daar gebruik van willen maken.’

Uitgebreid netwerk

Daarnaast is een uitgebreid netwerk met partijen die een preventieve en signalerende rol spelen onmisbaar, zoals huisartsen, sociaal werkers, opbouwwerkers en jongerenwerkers, wijkteammedewerkers of werkconsulenten. Zij komen in contact met mensen die moeilijk benaderbaar zijn, vervullen een signalerende rol en kunnen inwoners indien nodig doorverwijzen. Door als onafhankelijke cliëntondersteuner goed zichtbaar te zijn bij deze preventief werkende en signalerende partijen, kan tijdig worden verwezen. ‘Onze kracht zit in het erg goed kennen van de sociale kaart van Amsterdam en hebben van korte lijnen met diverse instanties en professionals. Hierdoor kunnen we snel schakelen en kunnen we mensen snel ondersteunen. Dat geeft vertrouwen. Dit vraagt om up-to-date te blijven van ontwikkelingen in de sociale kaart en op de hoogte blijven van de contacten en de initiatieven’, vertelt Van Tongeren.

Huisbezoeken in Ommen

'Het meeste resultaat zit hem in de relatie en de zichtbaarheid van de VOA’s die is vergroot bij de inwoners.'

Een voorbeeld van het laagdrempelig en toegankelijk aanbieden van onafhankelijke cliëntondersteuning is het doen van huisbezoeken. In 2017 zijn Vrijwillige Ouderen Adviseurs (VOA’s) in koplopergemeente Ommen getraind om oudere inwoners te ondersteunen met hun hulpvraag. Deze eerste fase was vraaggestuurd. Jenny Pranger, adviseur bij de gemeente Ommen, vertelt: ‘Er kwamen nauwelijks vragen binnen. Hierop is besloten de werkwijze om te zetten en proactief informatie op te halen.’ Hoe hebben de VOA’s, gemeente en welzijnsorganisatie dit aangepakt? ‘Eerst zijn we gaan kijken welke wijk het meest geschikt was om op huisbezoek te gaan. Zo is er onder meer gekeken in welke wijk relatief veel ouderen wonen. Vervolgens is er een vragenlijst opgesteld samen met de welzijnsorganisatie om ouderen te ondervragen op diverse leefgebieden, zoals wonen, sociale relaties en gezondheid.’ Hoewel de aanpak niet direct leidde tot meer hulpvragen die de VOA’s konden oppakken, ziet Pranger wel de meerwaarde van deze proactieve aanpak ten opzichte van de eerdere vraaggestuurde aanpak. ‘De inwoners hebben nu een gezicht bij de VOA’s en hebben direct persoonlijk contact. Het meeste resultaat zit hem in de relatie en de zichtbaarheid van de VOA’s die is vergroot bij de inwoners.’ De gemeente Ommen heeft ook enkele lessen uit de nieuwe werkwijze gehaald. ‘Kijk goed welke wijk je intrekt. Dit bleek namelijk een vrij probleemloze wijk. In andere wijken zouden we andere uitkomsten krijgen. Zijn ouderen je doelgroep, kijk dan dus niet alleen naar leeftijd, maar ook naar andere kenmerken in de wijk, zoals gezondheidscijfers en de mate waarin zorgorganisaties al werkzaam zijn. Daarnaast waren onze VOA’s getraind om vraaggestuurd te werken. Dit is een nieuwe manier van werken en dat vraag om een andere werkwijze van cliëntondersteuners. Belangrijk is daarom om cliëntondersteuners de juiste training te geven en ideeën en verwachtingen van beide kanten helder te hebben, aldus Frans Bouwers van de KBO-PCOB Ommen. 

Krachten bundelen met afdeling Werk en Inkomen in Roosendaal

In koplopergemeente Roosendaal signaleerden ze bij de afdeling Werk en Inkomen dat er bij een verzoek tot inkomensondersteuning van een inwoner nog veel meer aan de hand kan zijn, zoals problemen in de relatie, een beperking of beperkte sociale contacten. Om hierop in te spelen hebben ze de krachten van het Werkplein en MEE, de aanbieder van onafhankelijke cliëntondersteuning in Roosendaal, gebundeld. Wanneer een inwoner in Roosendaal aanklopt bij het Werkplein wordt diegene ontvangen door iemand van het Werkplein én een onafhankelijke cliëntondersteuner van MEE. ‘Door samen het eerste gesprek te voeren met een inwoner kunnen we de mensen beter helpen’, vertelt Sylvie Engelander, medewerker van Werkplein. ‘Door mee te luisteren tijdens zo’n eerste gesprek, kunnen wij andere hulpvragen zo vroeg mogelijk signaleren,’ vertelt Margo van Boxel, medeweker van MEE. In een vroegtijdig stadium op deze manier te werk gaan, kan een preventieve werking hebben en escalatie van problematiek bij inwoners voorkomen.

Pilots gespecialiseerde cliëntondersteuning

Binnen het Koploperproject zetten verschillende koplopers in op het ontwikkelen van gespecialiseerde cliëntondersteuning voor specifieke groepen inwoners, zoals dak- en thuisloze mensen, mensen met een (licht) verstandelijke beperking en ouderen met een klein netwerk. De problematiek van deze specifieke groepen inwoners vragen om elementen van een outreachende werkwijze, zoals de proactieve benadering die in dit artikel wordt beschreven. Lees hier meer over gespecialiseerde cliëntondersteuning.