SCP-onderzoekers Inger Plaisier en Crétien van Campen: ‘Neem de regie, maar zoek oplossingen niet alleen maar in je eigen kringetje’

In dit drieluik laten verschillende ouderenexperts hun licht schijnen op wat zij - vanuit hun vakgebied - hierin de belangrijkste ontwikkelingen vinden. Inger Plaisier, senior-onderzoeker bij het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en haar collega Crétien van Campen zijn gepokt en gemazeld in het onderzoeken van trends en behoeften van burgers en vraagstukken rondom ouderen in het bijzonder.

Door Annelies van der Woude 

Daar waar de dialoognota heel erg gaat over zorg en wonen in relatie tot ouderen, kijken ze bij het SCP breder: hoe kunnen mensen in de derde levensfase meedoen met de samenleving? Wat is hun rol? 'We zijn heel erg gericht op gezond ouder worden, maar ik zet daar graag het concept van zinvol ouder worden naast', aldus Crétien van Campen, auteur van het essay Gelukkig ouder worden in een veranderende samenleving. 'In de coronatijd kwam het sociale en culturele leven helemaal stil te liggen, sloten we ouderen - zeker in verpleeghuizen - af van sociale contacten en zagen we de eenzaamheid toenemen. Gelukkig is de conclusie dat we dát nooit meer willen. Laten we de lessen uit de coronatijd vooral ook meenemen als we een visie ontwikkelen op ouderenzorg en steeds de vraag stellen: hoe kunnen ouderen zinvol meedoen?'

Gaat het over ouderen, dan gaat het vaak om de zorg in hun laatste levensfase en de vraag of de zorg die zij nodig hebben in de toekomst gewaarborgd blijft. En dat vraagstuk is ook enorm belangrijk, benadrukt Inger Plaisier. 'Maar er zijn ook heel veel ouderen in de zogeheten derde levensfase - ouderen die niet meer hoeven te werken, maar nog wel nog heel actief zijn. En daar is eigenlijk geen leeftijdsgrens bij aan te geven, want dat kunnen ook mensen tot ver in de negentig of misschien wel honderd, die nog volkomen zelfstandig zijn. En ik sluit me aan bij wat Crétien zegt: hoe beter ouderen hun derde levensfase weten in te richten, hoe minder groot de zorgvraag misschien wel in die laatste fase is.'

'Dé oudere bestaat niet. De diversiteit is groot.'

'En voor een zinvolle manier van ouder worden is een goede sociaal-culturele infrastructuur nodig, zoals de mogelijkheid om bij een koor of een tuinclub te gaan. Of gewoon in de buurt boodschappen kunnen doen', aldus Crétien. 'Het sociaal culturele leven werkt preventief. En niet alleen in de derde levensfase. Het participatiekoor van Erik Zwiers is een heel mooi initiatief voor mensen met dementie die samen met een mantelzanger de Mattheüs Passion zingen. Oftewel: laten we ons in die derde levensfase niet alleen op zorg en wonen richten, óók in die fase kunnen mensen zich nog steeds ontwikkelen.' Voor dergelijke initiatieven en het belang daarvan is nog te weinig aandacht, stelt de SCP-onderzoeker. 'Initiatieven en programma’s vanuit de ministeries van VWS om de cultuur- en zorgsector meer te verbinden zijn er slechts mondjesmaat. Als je kijkt naar de budgetten dan gaat het om enkele tientallen miljoenen voor cultuur tegenover miljarden die naar de zorg gaan.'

'Ouderen kunnen baat hebben bij sociaal professionals als bruggenbouwer.'

Integraal kijken

Oplossingen voor het verstevigen van die sociaal-culturele infrastructuur moeten volgens de SCP-onderzoekers lokaal gevonden worden; ouderen in Drenthe leven tenslotte anders dan in de binnenstad van Rotterdam. Het Rijk faciliteert, benoemt thema’s en stelt geld beschikbaar, maar de uitvoering en invulling is een lokale aangelegenheid, in het bijzonder ook van het sociale domein. En de taak voor sociaal professionals is om zo breed en integraal mogelijk te kijken en domein-overstijgend dingen op te pakken. Het is belangrijk dat sociale professionals de regie nemen, maar vraagstukken niet alleen met welzijnswerkers oplossen. Inger: 'Geef ook andere partijen een plek. En niet te vergeten: betrek de ouderen, begin bij de burgers zelf.'

Het sociaal domein kan namelijk verschillende sectoren met elkaar verbinden, zoals al gebeurt bij het programma Een Tegen Eenzaamheid. 'Er is samenwerking nodig met cultuurprofessionals, maar ook met het bedrijfsleven', aldus Crétien en Inger. In dit verband verwijzen zij ook naar de subsidieregeling Samen Cultuur Maken, waar kunstenaars in het sociaal domein werken om het welbevinden van mensen te verbeteren van kwetsbare groepen. 

'Er is een heel potentieel aan ouderen, met hulp van vrijwilligers en burgerinitiatieven kunnen zij veel bereiken. Daar liggen zeker kansen. Gemeentes moeten daarvoor de juiste voorwaarden en kaders scheppen en helpen om die initiatieven te faciliteren en te verduurzamen. Maak het de burgers vooral niet te moeilijk', aldus Inger. 'Ouderen weten best wel wat ze willen', vult Crétien aan, 'maar geef ze de ruimte, kom niet met zelfbedachte oplossingen. Luister naar ze en kijk op welke manier je hen kunt faciliteren en welke professionals daarvoor nodig zijn.' Inger waarschuwt ook voor de keerzijde van regie bij de mensen zelf leggen, namelijk dat mogelijk niet iedereen evenveel toegang tot dit soort meer particuliere initiatieven heeft. 'Sociaal werkers kunnen die toegang bewaken, en letten op de diversiteit in het type initiatieven, zodat iedereen aan bod komt', aldus Inger. 'Sociaal werkers moeten de regie niet overnemen, die moet echt bij de burger blijven. De welzijnswerker schept de juiste voorwaarden, checkt of behoeftes in beeld zijn en of daar iets mee kan worden gedaan.'

Inger Plasier

'Stel dat burgers willen gaan zingen, maar dat er geen repetitieruimte in de buurt is. Ga dat dan faciliteren', zegt Crétien. 'En als er een koor is met een repertoire waar sommige ouderen geen behoefte aan hebben, kijk dan of er mogelijkheden zijn voor een ander koor. Bied ruimte aan al die verschillende smaken, ook al is dat een enorme uitdaging', vult Inger aan. 'Zoek naar creatieve oplossingen en kom niet met een standaardaanbod. De diversiteit onder ouderen en hun leefstijlen is groot, dé oudere bestaat niet', aldus Crétien.

Dit interview is onderdeel van een drieluik. Wat is de rode draad in de gesprekken?

  1. Ervaringen met ouderen in de directe omgeving zijn belangrijk. Daaruit blijkt dat we de kracht van verhalen van ouderen goed moeten benutten bij het concreet maken van wat nodig is om prettig thuis te blijven wonen.
  2. Een appél op de eigen verantwoordelijkheid van ouderen om na te denken over het ouder worden komt in de interviews naar voren. Belangrijke aspecten daarin zijn werken aan fysieke en geestelijke vitaliteit, actief mee blijven doen aan de samenleving het sociale netwerk niet verwaarlozen. En een oproep om na te denken over hoé je oud wilt worden.
  3. Extra aandacht is nodig voor kwetsbare ouderen; degenen die niet of minder beschikken over goede gezondheid, vaardigheden die helpen bij zelfredzaamheid, financiële middelen en een fijn netwerk. Ook zijn er geografisch gebieden die kwetsbaar zijn vanwege het wegvallen van voorzieningen dicht bij huis en afnemende mantelzorg, zoals in Groningen, Zeeland en Zuid-Limburg. 
  4. De oproep aan het sociaal domein is om de samenwerking aan te gaan met organisaties die zich ook buiten de “comfortzone” bevinden en zoveel mogelijk de eigen expertise in te zetten en te ontwikkelen. Het bundelen van krachten om onze ouder wordende samenleving een stevige sociale basis te geven waar de kracht van ouderen leidend is en ondersteuning beschikbaar waar nodig. 

Zorg

'We willen niet meer met z’n allen naar een verzorgingshuis waarin we ons ritme laten bepalen door het regime van een tehuis', zegt Inger. 'Ouderen willen hun eigen smaak zo lang mogelijk kunnen behouden en daarin thuis voorzien worden. Ook in de vierde levensfase waarin ze de zorg hard nodig hebben. En dat vraagt heel wat van de organisatie van de zorg in de wijk. Inger: 'Die zorg zou veel meer naar de oudere toe moeten komen. Maar ja, hoe organiseer je dat? Dat is natuurlijk de uitdaging van deze tijd met weinig personeel. Ouderen willen gewoon het liefste in hun eigen huis blijven zitten, maar ze moeten ook vooruitkijken.' Crétien: 'Wat heb je nodig als je in de buurt ouder wilt worden als je lichamelijk en cognitief achteruitgaat? Hoe wil je oud worden? Sommige ouderen praten daar onderling wel over, mijn moeder bijvoorbeeld is 84 en die heeft het erover met andere leden van de tuinier club waar zij ook lid van is. Daar zit geen professional bij, maar voor een professional kan het zeker interessant zijn om daar eens te gaan luisteren.'

Huisartsen voeren dit soort gesprekken ook, maar sociaal professionals zouden hierin ondersteunend kunnen zijn door met ouderen in gesprek te gaan, hen bewustmaken van wat zij nodig hebben als zij in hun buurt ouder willen worden. 'En dan niet door bij deuren aan te bellen, maar door aan te sluiten bij bestaande structuren en clubjes', aldus Crétien. 'Vervolgens kan de welzijnswerker in de rol van mediator bij andere partijen aangeven wat nodig is op het gebied van wonen, cultuur, bewegen en sport - én daarin bemiddelen.'

Crétien van Campen

Individuen

Volgens Crétien wordt dikwijls gesproken over kwetsbare en vitale ouderen, alsof het twee groepen zouden zijn in de samenleving. 'Dat klopt niet. Ouderen zijn individuen met allemaal een eigen levensloop. Bovendien is ‘kwetsbaarheid’ een - meestal langzaam - proces. Als dat ineens heel snel gaat, dan ligt er niet alleen een rol voor professionals in het sociaal domein, maar ook voor buurtgenoten en mantelzorgers. Zij zijn de eerste ogen en oren die in de gaten hebben dat er iets mis is. Zij zouden hun signalen moeten kunnen melden bij een sociaal professional die daarmee de huisarts kan ontlasten en de oudere kan helpen om de juiste hulp te krijgen. Zorg er dus voor dat je als welzijnswerker zichtbaar bent in de wijk.'

Grote zorgen maken Inger en Crétien zich over ouderen die noch vermogend, noch mondig zijn. En over mensen die geïsoleerd leven en hun leven lang eigenlijk al moeite hebben gehad om te participeren en die dat nog moeilijker vinden naarmate ze ouder worden. 'Bij die ouderen zien we dat problemen zich snel opstapelen. De uitdaging is om die mensen te vinden en erbij te betrekken, of liever nog die neerwaartse spiraal te doorbreken.'

'Het is belangrijk om de professionele en informele netwerken goed in kaart te hebben én te benutten.'

Vertrouwen

Maar wat als je deze ouderen niet bereikt? Wie heeft daar dan een rol in? 'Dat is voor gemeenten een enorme opgave en dat blijft het ook', aldus Inger. 'Je kan daar allerlei typen professionals op inzetten, maar het gaat natuurlijk ook over het vertrouwen dat burgers moeten hebben in al die professionals en initiatieven die er zijn. Als het daaraan ontbreekt, dan komt er geen hulp. Dus je moet als sociaal professional ook goed weten in welke mensen of organisaties en clubjes zo’n persoon nog wel vertrouwen heeft. Het is belangrijk om die professionele en informele netwerken heel goed in kaart te hebben én te benutten.

Van belang is ook dat professionals in het sociaal domein buiten de kaders van hun eigen organisatie moeten kunnen bewegen. 'Dat is een uitdaging', beaamt Inger, 'zeker wanneer organisaties elkaar beconcurreren en hulpvragen naar zichzelf toe trekken, terwijl een vrijwilligersorganisatie of moskee bij een bepaald vraagstuk misschien veel beter was geweest. Maar dit krijg je wanneer je als organisatie bekostigd wordt aan de hand van de geleverde zorg. Dan kunnen perverse prikkels ontstaan met akelige gevolgen.'

Inspirerende gesprekken en zienswijzen prikkelen je om na te denken over je eigen mogelijkheden en hieraan acties te koppelen. Er is veel werk aan de winkel, maar ook heel veel potentie: bij ouderen zelf en bij organisaties. Door dat naar boven te halen en de ontwikkeling te belonen kunnen ouderen die het nodig hebben de goede ondersteuning krijgen. En voelt iedereen zich uitgedaagd om zo lang actief te blijven.

Meer lezen 

  • Inger Plaisier en Maaike den Draak schreven het rapport Passende zorg voor ouderen thuis (juli 2021), waarvoor ze met name experts spraken over wat er nodig is voor ouderenzorg thuis en waar de knelpunten liggen. Het rapport vormt een leidraad voor netwerken in de wijken die met elkaar willen verkennen welke oplossingen lokaal nodig zijn en wat nodig is om zorg goed te organiseren.  
  • Crétien van Campen schreef veel over ouderen en over het beloop van kwetsbaarheid, waaronder de publicatie Kwetsbare ouderen in de praktijk. Ook schreef hij het essay over Gelukkig ouder worden. Daarnaast raadt hij de reportages van SCP en Platform31 over ouderen en diversiteit aan, met verhalen uit Rotterdam, Nieuwegein en dorpje in Drenthe.

Els Hofman: 'Inspirerende gesprekken en zienswijzen prikkelen je om na te denken over je eigen mogelijkheden en hieraan acties te koppelen. Er is veel werk aan de winkel, maar ook heel veel potentie: bij ouderen zelf en bij organisaties. Door dat naar boven te halen en de ontwikkeling te belonen kunnen ouderen die het nodig hebben de goede ondersteuning krijgen. En voelt iedereen zich uitgedaagd om zo lang actief te blijven.'

Tips van Inger en Crétien 

  • 'Kies voor ouderenparticipatie en leg de focus op meedoen en gewoon je leven kunnen leiden. Niet alles hoeft eerst een probleem te worden.'
  • 'Ga vanuit een mediator-rol het gesprek met ouderen in de wijk aan. Wat zijn hun wensen en behoeften? Hoe willen zij oud worden in de wijk? Een handig gespreksinstrument hiervoor is het denkkader van Positieve Gezondheid. Dat gaat namelijk niet allen over het fysieke en cognitieve functioneren, maar ook over participatie, zingeving, leefplezier en welbevinden.'

Fotograaf: Arenda Oomen en Valerie Kuypers