Sociaal werk: fundamenteel onderzoek kan ook praktijkgericht zijn

Wat kunnen sociaal werkers in de praktijk met onderzoeksresultaten? Het symposium Levend lexicon op 20 november brengt onderzoekers en sociaal werkers bij elkaar om deze vraag te beantwoorden. Peter Rensen, onderzoeker bij Movisie, doet mee aan dit gesprek. Fundamenteel onderzoek kan belangrijke inzichten opleveren voor de praktijk.

Casus: sociaal werk in de wijk

Stel, je bent sociaal werker in een wijkteam. Een jonge alleenstaande man meldt zich aan de balie. Tijdens het eerste gesprek blijkt de man een flinke geldschuld te hebben, maar hij lijkt de ernst van die schulden niet in te zien. Het is een vriendelijke, goed verzorgde persoon, wellicht enigszins eenvoudig van begrip. Naar zijn zeggen is er niemand die hem bijstaat, zijn woonsituatie en netwerk blijven gedurende het gesprek onduidelijk. Zijn vraag aan de sociaal werker is niet helder. Wel wordt duidelijk dat hij door een andere persoon naar het loket is gestuurd. 

Wat kun je als sociaal werker voor deze man betekenen? Eenvoudig van begrip, dat zou kunnen duiden  op een lichte verstandelijke beperking. Misschien wel de bron van de schulden en de ‘vage’ presentatie tijdens het gesprek? De geldschulden dreigen behoorlijk uit de hand te lopen, het rommelige mapje paperassen bevat de nodige vorderingen en dagvaardingen. Zijn er mogelijkheden om de schulden weer beheersbaar te krijgen? En een vaste vraag voor sociaal werkers: hoe ziet de leefomgeving van deze jonge man eruit? Je probeert de man ervan te overtuigen nog eens terug te komen mét de persoon die hem heeft gestuurd. Een afspraak wordt gemaakt. 

Wetenschappelijke inzichten voor sociaal werk

Over welke kennis kun je als sociaal werker nu beschikken bij het succesvol bijstaan van deze man? En welke concrete aanwijzingen biedt deze kennis om aan de slag te gaan? In de serie bijeenkomsten ‘Levend lexicon’ bespreken we belangrijke wetenschappelijke inzichten voor het sociaal werk. We doen dat aan de hand van een aantal kernbegrippen (lemma’s) die zijn samengebracht in het ‘Lexicon nabijheid en sociaal werk’. 

Zorg thuis

Het begrip ‘Zorg thuis’ uit het lexicon gaat over de ondersteuning van mensen met een verstandelijke beperking. Lector Rick Kwekkeboom beschrijft hoe de samenleving in de afgelopen decennia steeds meer is gaan streven naar inclusie van mensen met een verstandelijke beperking. Niet meer ver weg in de bossen als een aparte groep, maar tussen de mensen in wijken en dorpen. En zoveel mogelijk opgenomen als onderdeel van de samenleving in scholing, werk, dag- en vrijetijdsbesteding. In de praktijk bleek dit streven niet makkelijk uitvoerbaar. De ervaring uit de geschiedenis leert volgens Kwekkeboom dat sociaal werkers die mensen met een verstandelijke beperking ondersteunen ook een zekere mate van kennis moeten hebben over wat een verstandelijke beperking is en de specialistische begeleiding die daar vaak bij nodig is vanuit de gehandicaptenzorg. Tegelijkertijd kunnen sociaal werkers eraan bijdragen dat er goede contacten zijn en blijven met naasten en anderen in de directe omgeving. Kwekkeboom geeft in haar betoog een fundamentele analyse van beleid en praktijk in de afgelopen decennia. Ogenschijnlijk ingewikkeld. Maar de uitkomst is helder en praktisch bruikbaar. Doe kennis op over verstandelijke beperking. En leg contact met gehandicaptenzorg in de omgeving. 

Sociaal werkers kunnen eraan bijdragen dat er goede contacten zijn en blijven met naasten en anderen in de directe omgeving

Casus: twee weken later

Twee weken later komt de jonge man weer op het spreekuur. Samen met zijn oudere broer die hem naar het wijkteam had gestuurd. Er blijken al jaren problemen te zijn. ‘Mijn broer woont op zichzelf, maar dat gaat niet altijd goed,’ vertelt de oudere broer. ‘Hij begrijpt veel dingen niet. En ik kan niet altijd alles oplossen.’ Voorzichtig ontstaat er een beeld van de situatie: moeite met lezen en schrijven, geen werk en weinig vrienden. De vrienden die hij heeft zijn niet altijd ‘echte’ vrienden. Er volgt een testje: de uitslag wijst inderdaad op een lichte verstandelijke beperking die ervoor zorgt dat, zoals de broer het schetst: ‘steeds dezelfde dingen misgaan’. 

Relationeel sociaal werk(en)

Een ander begrip is ‘Relationeel sociaal werk(en)’; dat in het Lexicon wordt toegelicht door Kristel Driessens. Relationeel sociaal werk gaat in op de relatie tussen de sociaal werker en de burger. Zij helpen elkaar om samen voor de burger betekenisvolle acties te ondernemen. De sociaal werker brengt expertkennis in en de burger essentiële ervaringskennis. Relationeel sociaal werk wijst op nadelige gevolgen van machtsongelijkheid tussen de sociaal werker en de burger. Machtsongelijkheid ligt op de loer omdat de sociaal werker werkt ‘in opdracht’ van de samenleving met normen en waarden en regels die niet altijd in het belang zijn van de burger. De filosoof-socioloog Michel Foucault en de socioloog Jürgen Habermas hebben deze machtsongelijkheid scherp beschreven.   

Kan de jonge man bijvoorbeeld zelf verantwoordelijk worden gehouden voor zijn schulden? Kan zijn broer daarvoor verantwoordelijk worden gehouden? Waarop zijn schuldenregelingen gebaseerd? Hoe kan een sociaal werker omgaan met de gevolgen van de bestaande maatschappelijke visie op eigen verantwoordelijkheid en schulden. 

Relationeel sociaal werk geeft een heldere boodschap aan sociaal werkers. Wees alert op machtsvraagstukken die de relatie met de burger kunnen verstoren en ga deze machtsvragen ook niet uit de weg. Habermas en Foucault hebben niet alleen gewaarschuwd voor machtongelijke verhoudingen in ondersteuning, maar bieden ook inspiratie voor een praktische aanpak. Kristel Driessens onderzoekt die mogelijkheden in concrete praktijken van sociaal werk.      

Zijn broer kan weer broer zijn en minder hulpverlener

Praktijkgericht en fundamenteel onderzoek

De bovenstaande voorbeelden van ‘relationeel sociaal werk’ en ‘zorg thuis’ geven aan dat de uitvoering van sociaal werk wordt gevoed door fundamenteel onderzoek. Vaak wordt er onderscheid gemaakt tussen praktijkgericht onderzoek en fundamenteel onderzoek naar sociaal werk. Dit wekt de suggestie dat fundamenteel onderzoek niet op de praktijk gericht zou kunnen zijn. Het lexicon laat zien dat dat niet zo is. 

Kristel Driessens en Rick Kwekkeboom zijn beiden sprekers bij het tweede Levend lexicon op 20 november. Hetzelfde geldt voor Jesper Rözer, die toelicht wat het begrip ‘Sociale afstand’ kan bijdragen. Ook daar gaat het om fundamenteel onderzoek met heldere implicaties voor sociaal werk.

Casus: het vervolg

En hoe het verder ging met de jongeman en zijn broer? Met wat lichte praktische support van een schuldhulpverlener redt de hij het beter. Een sociale deurwaarder heeft de ergste kosten van een vordering kwijtgescholden. Een aantal ‘vrienden’ ziet hij niet meer. Er viel voor hen niets meer te halen. Nu wordt – samen met zijn broer – gezocht naar een passende activiteit in de buurt of in zijn netwerk. Zijn broer kan weer broer zijn en minder hulpverlener. De jonge man en zijn broer hebben het volste vertrouwen in het sociaal werk. Mocht het misgaan, dan weten ze de weg naar het wijkteam te vinden.