Thuiszitters en dagbesteding tijdens de coronacrisis: wat nu?

De coronacrisis heeft voor iedereen ingrijpende gevolgen. Welke impact heeft deze situatie op (voormalige) thuiszitters? We gingen in gesprek met initiatieven die deze jongeren een plek bieden.

Meer dan de helft van de jongeren in Gelderland geeft aan dat ze sinds de corona-uitbraak niets meer hebben om naar uit te kijken (lees meer in de ‘Gelderse impactmonitor’). Scholen, cafés, sportclubs en jongerencentra zijn dicht en veel skatebanen zijn zelfs verboden terrein. De maatregelen hebben een enorme psychologische en sociale impact.

Voormalig thuiszitters weer thuis…

Als dit al voor jongeren in het algemeen geldt, hoe zit het dan met jongeren die na een periode van thuiszitten weer zover waren dat ze een dagbesteding bezochten? Jongeren die om zeer verschillende redenen zijn uitgevallen uit onderwijs of werk hebben vaak al langere tijd thuisgezeten. Met als gemeenschappelijke factor dat het ze niet lukt een plek te vinden binnen de reguliere systemen. De dagbesteding richt zich op (her)activering, ontwikkeling en toeleiding richting opleiding en werk naar vermogen. Dat vraagt om geduld en maatwerk.

Terugval

De meeste dagbestedingsplekken voor deze jongeren zijn fysiek gesloten. We hebben een aantal initiatieven uitgebreid gesproken. Daaruit kwam naar voren dat jongeren na een aantal weken terug dreigen te vallen in oud gedrag. Gedrag wat in tijden van corona gewenst is, omdat het vaak bijzonder goed past binnen de maatregelen. Maar niet gewenst voor hun persoonlijke ontwikkeling:  thuis in je kamertje, de hele dag gamen of het dag- en nachtritme omdraaien.

Alternatieven

Overal wordt gezocht naar alternatieven en creatieve oplossingen vanuit betrokkenheid en zorg voor deze jongeren. Veel van deze jongeren hebben een lange weg bewandeld en de initiatieven willen voorkomen dat die nu uitgevlakt wordt. Nu fysiek contact zoveel mogelijk vermeden wordt, wordt er logischerwijs overal geëxperimenteerd met online contact, gezamenlijke workshops, lessen en spelletjes via teams, zoom of skype en het aanleveren van (huis)werk. Sommige jongeren zijn erg bedreven in de online wereld, wat nu een voordeel is. Maar de ontwikkeling op het gebied van sociaal contact in de echte wereld stagneert.

Wat als het niet genoeg is

Een aantal weken binnen blijven lukt nog wel met de nodige online afleiding. Nu dit langer en langer duurt, wordt het lastiger. Terugval is het grootste gevaar. Verslaving, depressie en angsten komen terug. Sommige jongeren reageren niet meer op telefoontjes of whatsapp. Vooral degene die zelfstandig wonen, en/of zonder adequaat netwerk, vormen een risicogroep.

Online krijgt een professional geen goed beeld van hoe het écht met iemand gaat. ‘Een halfuurtje mooi weer spelen lukt wel. Je kan signalen via het sociale netwerk rondom de jongere oppikken. Zonder netwerk, of een netwerk dat overbelast is, wordt dat onmogelijk.’ Uit onze enquête bleek dat een derde van de aanbieders live contact onderhoudt op 1,5 meter afstand met de meest kwetsbare jongeren. Wandelen of een andere activiteit, buiten of op de eigen locatie. Als mantelzorgers overbelast raken of de terugval erg groot is, dan kan niet voldoende ondersteuning geboden worden.

Geleerde lessen waardevol

Als je geen gebruik meer maakt van live contacten, wordt ook duidelijk wat je mist. Wanneer is online contact voldoende of in welke situatie is het juist beter? Hier zijn een aantal opmerkingen over gedeeld. Wanneer een jongere en de begeleider elkaar al goed kennen, kunnen sommige zaken online efficiënt afgehandeld worden. De professional kan dan het effect van het contact op de jongere goed inschatten en zijn of haar reacties beter interpreteren. Als voordeel wordt genoemd dat er door het online werken meer contact is ontstaan met het netwerk rondom de jongere. Als sociaal contact veel energie kost, is thuiswerken - met af en toe online contact - voor de jongere rustgevend. Daarentegen lukt online begeleiden niet goed als het gaat om het oefenen van sociale vaardigheden.

De rust die nu op straat heerst, is voor sommigen een verademing. Zij durven nu juist méér naar buiten. Voor hen heel fijn. Als je thuiszitter was en nu weer bent, ben je nu geen uitzondering. Anderen ervaren hetzelfde. Dat is erg prettig.

De kennis die nu wordt opgedaan in het online werken, wordt als positieve kant van de crisis gezien. Het is wel zaak om de ervaringen goed in kaart te brengen samen met de jongeren, zodat hier in de toekomst van geprofiteerd kan worden.

Zorgen over toekomst

Een grote zorg is het weer activeren van de jongere. In hoeverre is de jongere teruggevallen en heeft hij of zij er geen zin meer in? Heeft de jongere voldoende vertrouwen gehouden in de begeleiding? En hoe krijg je de jongere weer op de locatie? Organisaties bereiden zich volop voor om de terugkeer zo goed mogelijk te laten verlopen.

Praktijkvoorbeeld

Triunity, Nijmegen - Triunity gelooft in de specifieke talenten van mensen met autisme. Ze bieden deze mensen ondersteuning en dagen ze uit om een zelfstandiger en zinvoller leven op te bouwen. Triunity biedt een levensbrede aanpak. Arbeidsgerichte dagbesteding kan daar een onderdeel van zijn. Triunity is een aantal jaren geleden gestart voor jongeren die thuiszitten. Inmiddels zijn ze uitgegroeid tot een organisatie die 24 mensen met autisme begeleidt naar werk, variërend in de leeftijd van 16 tot 44 jaar.

Contact

‘Sinds half maart is onze locatie gesloten. Iedere deelnemer heeft een Microsoft Teams-account gekregen. Elke dag zijn er individuele (chat)contacten met alle deelnemers over hun dagplanning, opdrachten, tips over gezond blijven en onzekerheden over corona. Daarnaast is er een gezamenlijke chat, worden er online gezelschapsspellen gespeeld en online workshops georganiseerd. Deelnemers werken samen aan een website.

Hoewel de meesten online vaardig zijn, levert de nieuwigheid van bepaalde programma’s - en de verandering van werkwijze - veel gevoelens van angst en paniek op. Sommigen vinden bellen verschrikkelijk en willen dat zéker niet met beeld. Stapje voor stapje wordt iedereen begeleid in de veranderde situatie.’

Begeleiding vanuit bekendheid

‘Wij kennen onze deelnemers heel goed. Door de intensieve contacten vóór de coronacrisis, weten we hoe iedereen begeleid kan worden. Iemand die moeilijk te motiveren was, is dat nog steeds. Hier wordt dus rekening mee gehouden in het online contact. Bijvoorbeeld door vaker te bellen, te chatten of te appen. Eén van de deelnemers was pas een aantal weken bij Triunity en het blijkt dan ook lastiger om haar online nu goed te begeleiden.  We kennen haar nog niet goed genoeg.’

Nog langer thuis

‘De verlenging van de maatregelen tot 20 mei hakt er enorm in bij de deelnemers. Depressiviteit en angst nemen toe, deelnemers trekken zich terug op hun kamer en gaan niet meer naar buiten. Juist bij deze groep ex-thuiszitters verwachten we dat het enorm veel energie gaat kosten om ze weer op de locatie te laten komen als het weer mag. Ook is het nadelig om langere tijd online te begeleiden, omdat sociale vaardigheden juist een belangrijk onderdeel van de begeleiding zijn. Daarnaast kun je signalen van lichaamshouding niet zien.’

Ook voordelen

‘We doen nu veel ervaring op met online coaching. We hebben onze samenwerkingspartner, een zorginstelling, aangeboden om hen daarmee te helpen. Ook kan online coaching misschien iets betekenen ter overbrugging voor de wachtlijst van Triunity.’

Financiering

‘De financiering is op dit moment onzeker. De individuele Wmo-begeleiding gaat gewoon door, maar de financiering van de dagbesteding misschien niet. Terwijl huur, gas en elektra natuurlijk gewoon doorgaan. Elke gemeente gaat daar anders mee om en mensen komen uit veel verschillende gemeentes. Iedere medewerker werkt meer uren dan voor de crisis. Er is meer uitzoekwerk, er gebeurt meer op individueel niveau en er is meer contact met de familie van de deelnemers.’

Continuïteit

‘De continuïteit van de dagbesteding, die vaak in andere bedrijven is, is ook bijzonder belangrijk. Het opstarten van een nieuw project kost veel geld en neemt veel tijd in beslag. Dat hebben we zelf tenslotte een paar jaar geleden ondervonden. We hopen daarom, net als iedereen, dat deze periode niet veel langer gaat duren.’

Coronadosssier

Dit artikel is onderdeel van een dossier waarin wij kennis verzamelen over het coronavirus. Heb jij een vraag die Movisie kan beantwoorden? Tips of noemenswaardige initiatieven? Stuur dan een e-mail naar Hans Alderliesten, h.alderliesten@movisie.nl.

Naar het dossier