Verkenning naar respijtzorg onder gemeenten

Uitkomsten enquête

In samenwerking met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) deed Movisie een verkenning onder gemeenten naar respijtzorg. Hebben gemeenten zicht op het aanbod en gebruik van respijtvoorzieningen? Sluiten aanbod en vraag goed op elkaar aan? En welke knelpunten en behoeften ervaren gemeenten?

121 respondenten uit 109 gemeenten gaven antwoord op verschillende vragen in een digitale enquête. De respondenten waren voornamelijk beleidsadviseurs (99 respondenten) uit de desbetreffende gemeente. De overige 22 respondenten waren professionals werkzaam bij steunpunten mantelzorg, Wmo-consulenten en leden van de Adviesraad Sociaal Domein. Een enkele mantelzorger vulde de vragenlijst in. Uit de vele reacties van deze respondenten vielen vijf punten op.

1. Veel gemeenten hebben respijtaanbod, zoals logeer- of dagopvang, maar hebben niet altijd goed zicht op het gebruik daarvan

Uit de verkenning van Movisie blijkt dat 80% van de gemeenten aanbod heeft voor respijtzorg. Dat aanbod bestaat uit in ieder geval logeer en/of dagopvang, vaak gecombineerd met aanwezigheidszorg thuis, respijtzorg ‘light’ en/of professionele thuiszorg. Opvallend is dat slechts 30% van de gemeenten goed zicht heeft op het gebruik van dat aanbod. Als het gaat om voorzieningen waar een indicatie voor nodig is, heeft de gemeente wel zicht op het gebruik. Het doel van het gebruik is echter niet altijd duidelijk. Daarnaast zijn verschillende voorzieningen laagdrempelig ingericht om de toegang te verbeteren. Die laagdrempeligheid gaat soms ten koste van zicht op gebruik, zeggen verschillende gemeenten. 

2. De vraag naar respijtzorg is meestal niet bekend bij gemeenten. Een klein deel van de gemeenten heeft goed zicht op de match tussen vraag en aanbod

Binnen de deelnemende gemeenten is bij het merendeel het aanbod van respijtzorg bekend. Echter is er onvoldoende zicht op de behoeften van mantelzorgers en naasten. Ongeveer 1 op de 5 gemeenten geeft aan veel zicht te hebben op de match tussen vraag en aanbod. Een aantal gemeenten geeft aan dat respijtzorg maatwerk is waarbij snel handelen noodzakelijk is. Dan blijkt dat het huidige aanbod vaak niet voldoet aan de vraag.

3. Inwoners die zwaardere zorg en ondersteuning nodig hebben dreigen soms tussen wal en schip te vallen

Ondanks dat 4 of de 5 gemeenten aangeven meerdere respijtvoorzieningen te hebben voor inwoners, betekent dat niet dat alle inwoners ook daarmee worden bediend. Verschillende gemeenten geven aan dat het aanbod beperkt is voor inwoners die zwaardere zorg en ondersteuning nodig hebben, bijvoorbeeld inwoners met vergevorderde dementie. Meerdere gemeenten geven in navolging daarop aan behoefte te hebben aan ondersteuning bij het opzetten van voorzieningen voor deze groepen inwoners. 

4. Gemeenten hebben nauwelijks zicht op het effect van respijtzorg

Het merendeel van de gemeenten (80%) heeft moeite om het effect van respijtzorg te meten. Gemeenten geven aan dat het effect van dermate veel factoren afhankelijk is, dat dit nauwelijks te meten is. Andere redenen zijn het matige zicht op het gebruik van respijtzorg, of het ondergebruik waardoor er op de eerste plaats nauwelijks sprake is van effecten. Een klein deel van de deelnemende gemeenten monitoren effecten via bijvoorbeeld het sociaal team, welzijnspartijen of de geïndiceerde zorg.

5. Gemeenten hebben behoefte aan uitwisseling en ondersteuning om lokale successen te vergroten

Tot slot; we hebben respondenten gevraagd naar behoeften die zij hebben als het gaat om respijtzorg. Allereerst is er behoefte om kennis uit te wisselen met andere gemeenten over hoe zij respijtzorg vormgeven. Ten tweede willen gemeenten uitwisselen over het toegankelijk en bekend maken van respijtvoorzieningen voor mantelzorgers lokaal en regionaal. Ook wordt de rol van de landelijke aanjager respijtzorg genoemd. Gemeenten zouden graag zien dat zij op landelijk niveau het belang van mantelzorg benadrukt. Verder geven gemeenten aan dat er behoefte is om respijtzorg ‘over de schotten heen’ aan te bieden en voorzieningen verder te ontwikkelen.

Uit de relatief hoge respons op deze verkenning kan opgemaakt worden dat het thema respijtzorg leeft bij gemeenten in Nederland. Wel benadrukken we dat het hier om een eerste verkenning gaat en niet om een uitgebreid onderzoek. De resultaten bieden echter wel input voor vervolgonderzoek naar zowel het aanbod als de behoefte van respijtzorg, en geven een eerste inzicht in knelpunten en behoeften die gemeenten zelf ervaren. De resultaten zijn door Movisie en de VNG gedeeld met het ministerie van Volksgezondheid, Wetenschap en Sport en de landelijke aanjager respijtzorg, Clémence Ross-van Dorp.

Wat Werkt bij respijtzorg?

Wat werkt als het gaat om respijtzorg? De Piramide respijtzorg is een model dat laat zien welke fasen mantelzorger en cliënt doorlopen om ook echt respijteffect te kunnen ervaren. Per fase benoemen we de werkzame elementen.