Vijf nieuwe onderzoeken in 2024 van start

Mede mogelijk gemaakt door Expertisepunt Basisvaardigheden

Het Expertisepunt Basisvaardigheden (EB) coördineert een landelijke onderzoeksagenda rondom basisvaardigheden. Het EB heeft vijf onderzoeken gehonoreerd: zij mogen het onderzoek in 2024 gaan uitvoeren. In dit artikel lichten we ze toe.

Het centrale thema is kunnen meedoen in de samenleving. De onderzoeksagenda van 2023 kent twee inhoudelijke thema's: Maatschappij & participatie en Professionalisering.

Ga naar het onderzoeksportaal van het Expertisepunt Basisvaardigheden

Speerpunten

De thema's van de jaarlijkse onderzoeksagenda van het Expertisepunt Basisvaardigheden zijn gebaseerd op actualiteiten, urgente kwesties en vraagstukken uit de praktijk die aansluiten op kennisleemtes in de wetenschap. Voor de thema's zijn speerpunten geformuleerd. Deze speerpunten geven richting aan de onderzoeksvoorstellen. Onder het thema Maatschappij & participatie valt het speerpunt ‘Gezin en Basisvaardigheden’. Onder het thema Professionalisering vallen de speerpunten ‘Sociaal werk en basisvaardigheden’ en ‘Basisvaardigheden en de inclusieve arbeidsmarkt’.

In totaal zijn er elf ideeën ingestuurd voor de Onderzoeksronde 2023. Op ieder speerpunt is minimaal één onderzoek toegekend. De toekenning is gebaseerd op inhoudelijke beoordeling en advies van de onafhankelijke onderzoekscommissie van het Expertisepunt Basisvaardigheden. De resultaten van de onderzoeken worden eind 2024 gepubliceerd.

Toegekende onderzoeken

Onderzoeksthema Maatschappij en participatie

  • Speerpunt Gezin en basisvaardigheden 

Onderzoek 1: Gecijferdheid en de ondersteuningsbehoefte van ouders

Onderzoek door: ECBO, UU en HU

Sommige kinderen hebben moeite met het vak rekenen op school en het omgaan met getallen. Hun ouders willen graag helpen maar weten niet goed hoe ze dat kunnen doen. Of ze vinden het zelf lastig om te rekenen. Als de leerkracht op school merkt dat kinderen en/of hun ouders rekenen lastig vinden, kan de leerkracht helpen. Maar hoe kan de leerkracht dat het beste doen? En wat hebben ouders nodig om hun kind te helpen?

Het onderzoek bestaat uit:

  1. Een literatuurstudie en gesprekken met experts.
  2. Het opstellen van een handreiking met manieren om een educatief thuismilieu op het gebied van gecijferdheid te kunnen versterken.
  3. Het ontwikkelen van een digitale tool die gebruikt kan worden om het gesprek te voeren met ouders en kinderen.
  4. Het ontwikkelen en geven van een workshop aan leerkrachten.
  5. Het verzorgen van ouderavonden om de ondersteuningsbehoeften te achterhalen en input op te halen om de producten verder te verbeteren.

De bevindingen van het onderzoek worden gepubliceerd in een toegankelijke eindrapportage en een breed toegankelijk artikel. Na dit onderzoek weten we beter wat ouders nodig hebben om hun kind thuis te helpen met rekenen en het omgaan met getallen. Bovendien weten leerkrachten beter wat zij kunnen doen om ouders hierin te ondersteunen.

Onderzoek 2: De eigen kracht van ouders: vergroten van ouderlijke zelfeffectiviteit via peer-support

Onderzoek door: Expertisecentrum Nederlands, Gelijkschap, KBA Nijmegen en Stiching PAS

Als ouders vertrouwen hebben in zichzelf als ouder (ouderlijke zelfeffectiviteit) heeft dit een positieve invloed op hun welzijn en de ontwikkeling van hun kinderen. Het delen van informatie en ervaringen tussen ouders (peer-support) is een kansrijk middel om dit vertrouwen in eigen kunnen te stimuleren. Door dit te koppelen aan vve-activiteiten (vve staat voor voor- en vroegtijdschoolse educatie) kunnen ouders waarvan de kinderen een risico lopen op een achterstand in de basisvaardigheden ondersteund worden. Dit onderzoek heeft als doel om bij te dragen aan het voorkomen van intergenerationele overdracht van beperkte basisvaardigheden door het stimuleren van ouderlijke zelfeffectiviteit via ouderlijke peer-support.  

In dit project wordt in Arnhem onderzocht wat ouders in vve-programma’s nodig hebben om hun zelfeffectiviteit te vergroten, hoe interactie tussen ouders daarbij kan worden gestimuleerd en hoe vve-professionals dit kunnen ondersteunen. Hierbij wordt aangesloten bij de behoeftes die ouders zelf hebben. Daarom werken in dit project onderzoekers, ouders en begeleiders van de (vve-)programma’s samen. Dit wordt gedaan door:

  1. Te onderzoeken wat er al gebeurt in de oudergroepen van vve-programma’s.
  2. Met ouders werkvormen te vinden om ouders met elkaar te laten praten en tips uit te wisselen
  3. Door deze werkvormen uit te proberen tijdens een ouderbijeenkomst.

De bevindingen van het onderzoek worden verwerkt in een handleiding voor gemeenten en professionals en een factsheet voor ouders en oudergroepen. Het onderzoek wordt uitgevoerd door Expertise-centrum Nederlands, Gelijkschap, KBA Nijmegen en Stichting PAS.

Onderzoek 3: Een gezinsperspectief op financiële geletterdheid

Onderzoek door: Hogeschool van Amsterdam en ITTA

Uit onderzoek weten we dat kinderen die met ouders praten over geldkeuzes beter met hun geld kunnen omgaan. Meer dan de helft van de mensen die geldproblemen hebben (onder wie mensen met kinderen), hebben moeite met lezen en schrijven, digitale vaardigheden of rekenen. Voor ouders met moeite met basisvaardigheden kan het lastig zijn om hun kinderen te laten zien hoe je op een goede manier met geld omgaat.   

Er zijn voor volwassenen en kinderen al websites en programma’s over omgaan met geld. Maar er zijn geen programma’s waarbij ouders leren om hun kinderen te helpen met geldzaken. Dit onderzoek bekijkt of ouders dit belangrijk vinden en op welke manier ze dit zouden willen leren. Dit wordt gedaan door:

  1. Te zoeken naar bestaande kennis en materialen rondom de financiële socialisatie van kinderen.
  2. Gespreksarena's te organiseren met ouders en met professionals die financiële cursussen geven.

Bij een gespreksarena worden kennis en ervaringen gedeeld en wordt nagedacht over oplossingen. Het onderzoek resulteert in ontwerpprincipes waar een interventie aan moet voldoen om ouders, die moeite hebben met één of meerdere basisvaardigheden, effectief te inspireren en stimuleren om thuis het gesprek rondom omgaan met geld op gang te brengen met hun kinderen. Ook wordt een handreiking gemaakt voor uitvoerende professionals, met hierin de ontwerpprincipes en praktische tips over de manier waarop zij ouders kunnen ondersteunen om thuis over geld te praten. De onderzoekers organiseren een masterclass voor uitvoerend professionals van financiële programma’s waarin ze de ontwerpprincipes en de handreiking presenteren. De bevindingen van het onderzoek worden tot slot verwerkt in een rapport.

Onderzoeksthema Professionalisering

  • Speerpunt Sociaal werk en basisvaardigheden

Onderzoek: Sociaal werk en (laag)gecijferdheid

Onderzoek door: Universiteit Utrecht en Hogeschool Utrecht

Informatie van de overheid, van de belastingdienst en van het ziekenhuis heeft vaak veel getallen, tabellen en schema’s. Veel mensen vinden deze informatie moeilijk. Het kan zijn dat hierdoor problemen ontstaan. Bijvoorbeeld bij het aanvragen van toeslagen. Sociaal werkers spreken vaak inwoners die getallen moeilijk vinden en kunnen hier misschien goed bij helpen. Als sociaal werkers weten dat problemen soms komen doordat iemand getallen moeilijk vindt, kunnen zij proberen deze samen op te lossen. Dit werkt beter als de sociaal werker zelf geen problemen met getallen heeft. Het is ook belangrijk dat sociaal werkers weten hoe ze deze problemen kunnen herkennen en wat ze moeten doen om hun cliënten ermee te helpen. Dit moeten zij dan wel geleerd hebben, bijvoorbeeld tijdens hun opleiding.

In dit onderzoek onderzoekt Universiteit Utrecht samen met de Hogeschool Utrecht of en hoe sociaal werkers in hun opleiding leren om zelf goed om te gaan met getallen, tabellen en schema’s in allerlei situaties. Dit noemen we gecijferdheid. En of ze leren om problemen met getallen te herkennen bij hun cliënten en wat dan mogelijkheden zijn om hierbij te helpen. Hiervoor worden het programma en lesmateriaal van opleidingen voor sociaal werk (mbo en hbo) bekeken. Met vragenlijsten en interviews wordt onderzocht wat studenten, docenten en sociaal werkers hiervan weten en vinden. En aan cliënten van sociaal werkers wordt gevraagd wat zij lastig vinden bij getallen en wat hen hierbij kan helpen. Zo komen de onderzoekers te weten wat er nodig is om sociaal werkers in de toekomst beter te laten worden in het helpen van cliënten die moeite hebben met getallen. Hiervoor worden dan bijvoorbeeld tips gegeven en voorbeeldactiviteiten gemaakt waarmee in de opleiding van sociaal werkers gecijferdheid en kennis over gecijferdheid kan worden versterkt.

  • Speerpunt Basisvaardigheden en de inclusieve arbeidsmarkt

Onderzoek: Samen tegen misverstanden: de rol van taal, rekenen en computertaken in de zorg

Onderzoek door: Ben Sajet Centrum en Taal voor allemaal

In de zorg kunnen misverstanden en conflicten ontstaan tussen medewerkers. Dit gebeurt bijvoorbeeld als medewerkers moeite hebben met taal, rekenen of het omgaan met de computer. Taal, rekenen en omgaan met de computer noemen we de basisvaardigheden. Misverstanden en conflicten beïnvloeden de kwaliteit van de zorg en zorgen dat zorgmedewerkers zich minder prettig, gewaardeerd en welkom voelen. 

In dit onderzoek luisteren we naar de ervaringen van zorgmedewerkers. We onderzoeken hoe basisvaardigheden zorgen voor misverstanden of conflicten in de ouderenzorg en gehandicaptenzorg. Ook verzamelen we oplossingen en adviezen, zodat medewerkers elkaar beter begrijpen. Het onderzoek bestaat uit vier stappen.

  1. We voeren gesprekken met zorgmedewerkers over basisvaardigheden en voorbeelden van misverstanden en conflicten op de werkvloer.
  2. We houden groepsgesprekken met teams van zorgmedewerkers om oplossingen te verzamelen. 
  3. We verwerken de oplossingen op een manier die past bij het team (bijvoorbeeld gesprekskaarten, koekblikken, placemats, spellen). 
  4. De teams gaan aan de slag met hun oplossing(en).
  5. We organiseren een gezamenlijke bijeenkomst voor zorgteams van verschillende zorgorganisaties. De teams vertellen in de bijeenkomst over hun oplossingen en delen hun adviezen met de andere zorgorganisaties. 

Uiteindelijk is het doel dat de teams van elkaar leren. Zo kunnen we misverstanden en conflicten voorkomen en de kwaliteit van de zorg verbeteren.