De zes werkzame mechanismen van de PiëzoMethodiek
Participatie, integratie en emancipatie in Zoetermeer
Al meer dan tien jaar werkt de gemeente Zoetermeer met behulp van de PiëzoMethodiek aan de participatie van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Alle publiciteit rondom de interventie en de positieve ervaringen zorgen ervoor dat de interventie zich als een olievlek verspreidt: inmiddels wordt de PiëzoMethodiek in negen andere gemeenten ingezet. Levert de interventie daadwerkelijk het gewenste resultaat op? Onderzoek van Movisie geeft duidelijke aanwijzingen dat de methode werkt.
Piëzo staat voor Participatie, integratie en emancipatie in Zoetermeer. De eerste drie fasen van de methodiek vinden vooral binnen het zogenoemde PiëzoCentrum plaats: een veilige thuishaven waarin deelnemers meedoen aan activiteiten die bij hen passen en zij lerend vrijwilligerswerk uitvoeren om werknemersvaardigheden eigen te maken. In de laatste twee fasen doen de deelnemers lerend vrijwilligerswerk bij partnerorganisaties en worden ze uiteindelijk begeleid naar een opleiding of een baan.
Spannend
Het onderzoek van Movisie naar de effectiviteit van de PiëzoMethodiek richt zich op alle deelnemers, maar in het bijzonder op statushouders, ongeveer een derde van de doelgroep. ‘Het is erg bijzonder dat de PiëzoMethodiek al zo’n lange tijd wordt toegepast, dit zie je niet veel in het sociaal domein’, aldus Movisie-onderzoeker Marijke Booijink. ‘Dit maakte ons nieuwsgierig: wat werkt er dan zo goed aan deze methodiek? Soms zijn er interventies die op grote schaal omarmd worden, maar uiteindelijk niet effectief blijken. Het was dus ook wel spannend. Wat als de resultaten zouden tegenvallen?’
Werkzame mechanismen
Op basis van een documentanalyse en gesprekken met de interventieontwikkelaars formuleerden de Movisie-onderzoekers zes werkzame mechanismen: de meest succesvolle onderdelen van een interventie die voor de gewenste uitwerking zorgen. Vervolgens hebben zij deze mechanismen getoetst aan de literatuur en de ervaringen van de uitvoerders en de doelgroep. Thijs van den Enden (tot voor kort onderzoeker bij Movisie en betrokken bij het onderzoek): ‘Het was erg opvallend dat we zoveel bevestiging terugvonden in de literatuur. Ook in de interviews met de uitvoerders en de deelnemers hoorden we deze mechanismen stelselmatig terug.’
Het PiëzoCentrum als veilige thuishaven. Deelnemers die ontwrichtende gebeurtenissen hebben meegemaakt, ervaren in het PiëzoCentrum en bij hun individuele begeleiders veiligheid, gastvrijheid en zorg voor elkaar.
Integrale begeleiding. Deelnemers die kampen met meerdere problemen krijgen beter grip op de thuissituatie en worden meer maatschappelijk zelfredzaam.
Mens- en talentgerichte interventie. Deelnemers krijgen binnen de PiëzoMethodiek beter zicht op wat ze zelf willen en kunnen en op de mogelijkheden die er binnen de (Nederlandse) samenleving zijn.
Netwerkinterventie. Deelnemers die beperkte sociale netwerken hebben maken in het PiëzoCentrum contact met de andere deelnemers, vrijwilligers en professionals.
Ontwikkelingsgerichte interventie. Deelnemers die beperkte werkervaring en/of werknemers-vaardigheden hebben, of werkervaring die in de nieuwe situatie van beperkte betekenis is, krijgen de kans om met uiteenlopende activiteiten vanuit een ontwikkelingsgericht perspectief aan de slag te gaan.
Nederlandstalige omgeving. Deelnemers die laaggeletterd zijn en/of de Nederlandse taal onvoldoende beheersen, komen in het PiëzoCentrum in een (Nederlands)talige omgeving terecht voor educatieve activiteiten en lerend vrijwilligerswerk waarin de Nederlandse taal actief wordt toegepast.
Van binnen naar buiten
De PiëzoMethodiek werkt van binnen naar buiten. In de beginfase is er veel aandacht voor het creëren van een veilige omgeving. ‘De meeste deelnemers hebben heftige gebeurtenissen meegemaakt’, vertelt Booijink. ‘Dit spreekt voor zich voor statushouders, maar geldt ook voor andere deelnemers. Het is daarom heel belangrijk om eerst het gevoel van veiligheid en zelfvertrouwen te herwinnen. Soms is het noodzakelijk dat dit achter de voordeur begint, wanneer de stap richting het PiëzoCentrum nog te groot is.’
Aansluiten bij wensen en talenten
Een ander werkzaam mechanisme is het mens- en talengerichte karakter van de interventie. Binnen de PiëzoMethodiek sluiten de activiteiten aan bij de eigen wensen en talenten van de deelnemers. Zo werd bijvoorbeeld een statushouder die van zwemmen houdt vrijwilliger bij een zwembad en uiteindelijk badmeester. Van den Enden vertelt over een statushouders die dierenarts was en aan de slag ging als vrijwilliger in een dierenwinkel. ‘Zij ontdekte echter dat de manier waarop we in Nederland met dieren omgaan totaal anders is dan dat zij gewend is en concludeerde hierdoor dat ze een ander spoor op wilde.’
Meer weten over wat in het algemeen de werkzame elementen zijn bij de arbeidsparticipatie van statushouders? Bekijk het dossier Wat werkt bij het bevorderen van arbeidsparticipatie van statushouders op de website van het Kennisplatform Integratie en samenleving.
Lerend vrijwilligerswerk
De ontwikkeling van de deelnemers staat binnen de PiëzoMethodiek centraal. Dit betekent dat vrijwilligerswerk echt lerend moet zijn. Booijink: ‘Het is niet een kwestie van wat vrijwilligers bij elkaar vegen. Er moet iemand naast de deelnemer staan die hem of haar bij de hand neemt. Wat komt er allemaal bij kijken als je vrijwilligerswerk doet in Nederland? Welke ervaring wil je opdoen? Waar wil je je in ontwikkelen en wat past er bij je? Ook moeten de organisaties waar de deelnemers voor werken de zes werkzame mechanismen in acht nemen en het achterliggende gedachtegoed omarmen.’
Verbeterpunten
In de gesprekken met de uitvoerders en de deelnemers van de PiëzoMethodiek kwamen ook een aantal verbeterpunten naar voren. Het is bijvoorbeeld aan te raden meer externe snuffelstages te organiseren, zodat er vroegtijdig aan verwachtingsmanagement gedaan kan worden. Daarnaast kunnen ontwikkelgesprekken meer systematisch plaatsvinden en tegelijkertijd gebruikt worden om de overgang van de ene fase naar de andere fase te ‘vieren’. Zodat deelnemers gemotiveerd worden om door te stromen. Want: ‘Het bad van het PiëzoCentrum kan soms wat te warm zijn’, legt Booijink uit. ‘Zeker voor statushouders voor wie de Nederlandse samenleving zo anders is dan de samenleving waar zij vandaan komen.’
Naast het al bestaande handboek van de PiëzoMethodiek leverde het Movisie-onderzoek ook een handreiking voor trajectbegeleiders op. Hierin staat per fase concreet beschreven hoe deelnemers begeleid kunnen worden. Het handboek en de handreiking zijn verkrijgbaar via Stichting Piëzo: www.piezomethodiek.nl.
Download de eindrapportage De effectiviteit van de PiëzoMethodiek. Er is ook een publieksamenvatting beschikbaar. De rapportage is mede tot stand gekomen met financiering van ZonMw, programma Vakkundig aan het werk.