Het belang van balans en continuïteit bij blijvende problematiek

Toegang tot zorg en ondersteuning voor inwoners met een levenslange en levensbrede beperking 

Inwoners met een levenslange en levensbrede beperking hebben te maken met blijvende beperkingen die leiden tot uitdagingen en hindernissen op meerdere leefgebieden gedurende hun levensloop. Hoe kunnen zij passende ondersteuning en zorg krijgen, zonder steeds opnieuw hun verhaal te hoeven doen? Wat betekent dat voor het onderzoek en de indicatiestelling door gemeenten? En wat vraagt het van kennis en houding van professionals? Tijdens een kennisdeelbijeenkomst van Verbetertraject Toegang eind november 2022 is stilgestaan bij deze vragen en wat het betekent voor verbetering van de gemeentelijke toegang.

Zorgen over continuïteit

Nelly Dooper is moeder van twee kinderen met een licht verstandelijke beperking, ze werkt in de zorg en vertelt open over haar ervaringen met de toegang tot zorg en ondersteuning. Nelly: ‘Vanaf het begin heb ik een pgb voor mijn kinderen en ben zodoende bekend en heb behoorlijk wat ervaring met pgb en toegang. Sinds de decentralisatie van de Wmo in 2015 loopt de indicatiestelling in mijn gemeente moeizamer. De gemeente bepaalt maar luistert niet altijd goed. Ik heb als inwoner wel eens het idee dat de gemeente me vooral wantrouwend tegemoet treedt. Dat hoor ik ook van andere mensen. Natuurlijk vind ik het voorkomen van fraude rond pgb’s ook belangrijk. Maar eigen regie is zo belangrijk voor ons, dat je als ouders zélf de zorg kunt regelen.’ 

Het jaarlijks indiceren ervaart Nelly als een belasting. ‘Elk jaar wordt de indicatie weer opnieuw geregeld. Je wilt dat het goed komt. Voor ouders en begeleiders is het belastend om er elke keer weer mee bezig te moeten zijn. Wat mij zorgen baart is dat mijn eigen regie onder druk komt te staan en ik voortdurend bezig moet zijn met de indicaties. Een pgb is best complex; ook omdat je met werkgeverschap en evaluatie te maken hebt. Het is een dagtaak, terwijl je vooral moeder bent, maar ook nog werknemer, echtgenoot enzovoort…’

Hoe ziet de groep inwoners met een levensbrede en levenslange hulpvraag eruit?

Iemand valt binnen de groep mensen met een levensbrede en levenslange hulpvraag, als:

  1. Hij/zij een blijvende beperking of aandoening heeft die leidt tot problemen of hindernissen op een of meer levensgebieden, zoals lichamelijke of psychische gezondheid, onderwijs, wonen, werk en inkomen, veiligheid en sociaal netwerk;
  2. En hierdoor continue, levenslange zorg en integrale ondersteuning van de persoon nodig is, vanuit een of meer domeinen (Jeugdwet, Zvw, Wlz, Wmo en/of Participatiewet), en waarvan de intensiteit kan fluctueren in de tijd;
  3. En diens leefomgeving al zwaar belast is als gevolg van de problematiek en op gezette tijden ook ondersteund moet worden.

Bekijk de onderzoekrapportage van Significant Public hier

Beter gaan herkennen en inzetten op balans

Michiel Blom werkzaam bij onderzoeksbureau Significant vertelt: ‘Mensen met een levensbrede en levenslange beperking ervaren vaak diverse knelpunten in de toegang. Hun problematiek wordt onvoldoende (h)erkend. Regelingen zijn vaak gericht op demedicaliseren en normaliseren, maar minder op het ondersteunen vanuit verschillende wetten. De brede blik mist: voor professionals is veelal onduidelijk welke ondersteuning vanuit welke wet kan worden geregeld. Daarnaast zijn de korte indicaties een probleem; dat geeft stress en onzekerheid. Elk jaar opnieuw een indicatieproces is belastend. De zorgvraag is niet altijd stabiel – soms is er meer, soms minder nodig. Als een indicatie op een zorgluw moment wordt afgegeven, is dit niet toereikend voor het vervolg. Een beroep op eigen kracht is soms ook niet mogelijk – mantelzorgers zijn veelal al overbelast. Uit ons onderzoek komt een appel om deze groep inwoners beter te herkennen en te werken aan een handelingsperspectief voor toegangsprofessionals.’

'Het gaat erom dat je als gemeente met partners in zorg en welzijn om de inwoner heen blijft staan'

Wat is belangrijk in het toegangsproces voor de groep inwoners met een levenslange en levensbrede beperking? Vicky Drost werkt als onderzoeker bij Significant: ‘Begin eens met oprecht luisteren naar behoeften. Dat is niet zo eenvoudig, maar wel belangrijk. Vervolgens, het inzetten van eigen kracht vraagt om maatwerk. De vraag is: wat kan en mag je verwachten vanuit het gezin en de omgeving? Heb aandacht voor (de grenzen van) wat een gezin aan kan. Voor professionals is het belangrijk dat zij ruimte innemen. Zoek de randen op binnen de kaders – er is vaak meer mogelijk dan gedacht wordt. Een belangrijk inzicht is dat problematiek niet over gaat. Dat vraagt om een steunstructuur die blijvend kan zijn en meebeweegt met life events en andere gebeurtenissen gedurende de levensloop. De problematiek gaat niet alleen het individu aan, maar ook het gezin of systeem. Ook daarom is een preventieve blik en levensloopplanning is nodig. Het gaat niet om genezing maar om balans.’ Hierover is meer te lezen in de publicatie van Significant Public.

Tips uit de praktijk voor toegangsprofessionals

•    Geef de regie (terug) aan inwoners
•    Voer het eerste gesprek laagdrempelig en open 
•    Organiseer minimaal één keer per maand een contactmoment
•    Stimuleer samenwerking met huisartsen en onderwijs
•    Organiseer intervisiebijeenkomsten in een multidisciplinair team
•    Breng op creatieve wijze behoeften van inwoners in beeld, bijvoorbeeld door het laten maken van een tekening.

Bron: Significant 

Indiceren zonder einddatum in Maastricht: ‘Samen doen wat nodig is’

Gemeente Maastricht werkt vanaf 2019 voor de Wmo met indicatiestelling zonder einddatum. De gemeente denkt zo onder andere mensen met een langdurige en levensbrede beperking beter te kunnen ondersteunen. Hoe kwam de gemeente op dit idee? En welke wijziging van beleid heeft dit gevraagd? Worden inwoners nu beter ondersteund? Elvi Lemmens, senior adviseur Sociaal Domein / Wmo: ‘De gemeente Maastricht richt zich niet op een specifieke doelgroep; we doen dit voor alle inwoners. Het betekent niet dat inwoners een oneindige indicatie krijgen, maar wel voor onbepaalde tijd – zolang als nodig is. Voorheen kenden we een voorziening toe voor bepaalde tijd, vaak een jaar. Dat leverde onzekerheid op voor de inwoner, de inzetbaarheid van de zorgverlener maar ook voor de gemeente. We werden als het ware gegijzeld door de einddatum; we wilden juist meer aandacht hebben voor de situatie van de inwoner en niet zozeer voor het aflopen van de indicatie. Daarom zijn we overgegaan op indiceren zonder einddatum. Inwoners, aanbieders en uitvoerders hebben nu niet meer de administratieve last van het aflopen van een indicatie en de inzet van hulpverleners kan doorlopen. We werken zo aan continuïteit in zorg en ondersteuning. We kijken met een brede blik.’ 

Wat was er nodig om dit te realiseren? ‘De wet zegt niet dat je met einddata zou moeten indiceren, maar we willen wel weten of doelen bereikt worden. We kijken periodiek of de ondersteuning nog nodig is en stellen desnoods bij. Kostenbeheersing is een issue geweest, ook in de raad. Het aflopen van een indicatie betekent echter niet dat er geen hulp of ondersteuning meer nodig is. Het gaat erom dat je als gemeente met partners in zorg en welzijn om de inwoner heen blijft staan om samen te doen wat nodig is. Voor professionals vraagt het een integrale blik; niet alleen op de voorziening die speelt, maar op het ondersteuningsvraagstuk in brede zin. Naar mijn overtuiging doet deze manier van indiceren, zonder einddatum, ook méér recht aan professionals om de ruimte in te nemen en te doen wat nodig is. We zetten in onze systemen wel klaar dat professionals een seintje krijgen wanneer het weer tijd is om te kijken naar de ingezette ondersteuning. In de beschikkingen voor inwoners staat een passage dat we van tijd tot tijd contact opnemen om te onderzoeken of de ondersteuning nog steeds passend is en dat geconcludeerd kan worden dat de ondersteuning aangepast of beëindigd wordt.’

VWS-Actieplan Triple L jeugdigen en gezinnen in wording

Daphne Schelling-Ottjes (beleidsmedewerker jeugd ministerie van VWS) over het Actieplan Triple L in wording: ‘VWS hanteert de term ‘Triple L’ (bedacht door Ieder(in)) voor de groep inwoners die te maken heeft met levenslange en levensbrede aandoeningen of beperkingen, waarvoor een levensloopbenadering behulpzaam is. Deze groep ervaart knelpunten in de gemeentelijke toegang, zoals ook boven beschreven. Uitgangspunten voor het actieplan zijn onder andere (h)erkenning zodat de doelgroep beter en sneller in beeld komt, ondersteuning gericht op behoud van eigen kracht en het bieden van zorg op basis van ‘zo licht als het kan, zo intensief als nodig’. In het actieplan in wording zijn vooralsnog deze vijf speerpunten opgenomen: 

  1. Vergroten van kennis en expertise van toegangsprofessionals
  2. Vergroten van regie van de inwoner en samenwerking tussen professionals, de jeugdige en het gezin
  3. Mogelijk maken van meer passende beschikkingen
  4. Realiseren en implementeren van een toekomstgericht perspectiefplan dat meegroeit met de jeugdige en het gezin
  5. Realiseren en daadwerkelijk beschikbaar laten zijn van logeeropvang en respijtzorg

Daphne roept iedereen op die meer wil weten of ideeën heeft over hoe de toegang in hun gemeente verbeterd kan worden, om contact op te nemen.

Bekijk de presentatie met contactgegevens hier

Meer weten?

  • Eind 2018 is Vanuit autisme bekeken (VAB) gestart met de voorbereiding van een vernieuwende pilot voor mensen met autisme. Gedurende vier jaar wordt er levensloopbegeleiding georganiseerd, waarbij de individuele situatie en behoefte van de persoon met autisme, oftewel de deelnemer, het vertrekpunt is. Lees hier meer over de pilot.
  • Het ondersteunen van mensen met een specifieke, vaak complexe, ondersteuningsvraag vraagt om gespecialiseerde cliëntondersteuning. Eén van de doelgroepen die extra aandacht behoeven bij het ontwikkelen van (gespecialiseerde) cliëntondersteuning is de groep jongeren of gezinnen met problemen en de overgang van 18- naar 18+