De laaggeletterde leert het ons

Een onderzoek naar succesfactoren voor deelname aan leertrajecten basisvaardigheden 

In Nederland zijn er diverse actieplannen om laaggeletterdheid tegen te gaan. In vrijwel ieder actieplan staat dat er extra aandacht moet zijn voor de herkenning en doorverwijzing van laaggeletterden.

Vooral van de zogenaamde NT1’ers (degenen die Nederlands als moedertaal hebben) en de laaggeletterde werknemers. Hoe kun je deze mensen het beste benaderen? En hoe zorg je ervoor dat ze daadwerkelijk gebruik maken van het aanbod?

Prof. Dr. Maurice de Greef bracht in kaart wat de succesfactoren zijn om mensen te laten deelnemen aan trajecten basisvaardigheden. Niet alleen aan de hand van een literatuurstudie, ook door 220 deelnemers aan leertrajecten te vragen ‘wat werkt’. Vandaar ook de titel van zijn onderzoek ‘de laaggeletterde leert het ons’.

Download het rapport

Lees de samenvatting

Wat kunnen we leren van ervaringsdeskundigen? 

'Allereerst laat het onderzoek zien dat de deelnemers echt willen deelnemen en dat ze er echt iets aan hebben', aldus Maurice de Greef. 'Er wordt te vaak vanuit gegaan dat de wil tot leren er niet is. Deze is er wel, maar het moet passend zijn bij de persoon en diens leven. Daarnaast laat het onderzoek zien dat een goed gesprek een krachtig middel is.' Hierbij gaat het om het gesprek met de potentiële deelnemer, waar twee voorwaarden belangrijk zijn. Namelijk dat er sprake is van vertrouwen en dat je in het gesprek met een concreet en passend aanbod komt.

Er wordt te vaak vanuit gegaan dat de wil tot leren er niet is. Deze is er wel, maar het moet passend zijn bij de persoon en diens leven

Een uitspraak van een volwassen deelnemer van een leertraject basisvaardigheden is de onderzoeker bijgebleven:

'Een beetje geduld'

'Geduld, een beetje, al duurt het een jaar of twintig. Want niemand is een genie. We hebben allemaal dat we iets kunnen doen of we hebben een doel op deze aarde. Eén is bakker, eentje is timmerman, eentje wordt zo. Iedereen heeft zijn eigen capaciteit.'

De Greef: Hiervan kunnen we leren dat we de tijd moeten nemen als we een gesprek voeren over taal- en rekenproblemen.' Ook in zijn onderzoek heeft hij dit gedaan. Namelijk door de tijd te nemen voor de interviews, waardoor er ruimte was voor het verhaal van de ervaringsdeskundige. Hij benadrukt het belang van positiviteit. 'Er rust een taboe op taalproblemen, dat moeten we eraf krijgen. Daarom is positiviteit zo belangrijk. Je moet benadrukken wat een leertraject kan opleveren. Er moet niet benadrukt worden ‘dit kun je niet.'

Geduld, een beetje, al duurt het een jaar of twintig. Niemand is een genie

Wat kunnen we leren van dit onderzoek? 

Alle succesfactoren zijn door Maurice de Greef samengebracht in een model van bejegening. Hierin zijn drie fasen opgenomen die belangrijk zijn voor de toeleiding van een persoon naar een leertraject basisvaardigheden. 'Dit model is voor iedereen waarvan we denken ‘dat zijn toeleiders’: werkgevers, mensen bij personeelszaken, arbeidsdeskundigen van het UWV, de huisarts, iemand in het buurtcentrum. Het model (zie onderstaand figuur) zorgt ervoor dat je in een oogopslag ziet wat je kan doen. In een oogopslag zie je zo werkt het.'

laaggeletterd

In het model komen verschillende elementen terug. Zo is er aandacht voor het willen, kunnen en moeten van de potentiële deelnemer als het gaat om leren. Daarnaast is er aandacht voor het gesprek met succesfactoren gekoppeld aan luisteren, veiligheid bieden, begrijpelijke taal gebruiken en concrete mogelijkheden bieden. 'Eigenlijk is het heel makkelijk, stelt de Greef. 'Het gaat om een goed gesprek. We moeten uitgaan van onze kracht als professional of vrijwilliger. Het is belangrijk dat je naar jezelf kijkt. Wees positief en concreet en voer gesprek waarin je luistert. Houd rekening met wat de persoon motiveert en wat iemand niet leuk vindt. Sommigen professionals kunnen dit als geen ander. Dit model helpt mensen om de juiste stappen te zetten.'

Lees de samenvatting