‘Sociaal-emotionele armoede is de vervelendste armoede die er bestaat’

Armoede betekent meer dan geen geld hebben. Voor ervaringsdeskundigen is het gevoel van sociale uitsluiting net zo ingrijpend, misschien nog wel ingrijpender. Ervaringsdeskundigen die opgroeiden met armoede en sociale uitsluiting vertelden Movisie hoe zij dit overleefden. En hoe hun beleving van armoede verschilt met de beleving van nieuwe groepen armen.

Geen ontsnapping 

De beleving van armoede is anders wanneer je van jongs af aan opgroeit in armoede dan wanneer je op latere leeftijd in armoede terecht komt. Wanneer iemand opgroeit in armoede en later zelf ook met armoede te maken krijgt, lijkt het erop dat armoede wordt overgedragen van generatie op generatie. Bij veel geïnterviewden die opgroeiden met armoede was in hun jeugd niet alleen sprake van geldproblemen. Zij kregen ook te maken met verwaarlozing, alcoholisme en/of huiselijk geweld. Mensen die langdurig in armoede leven krijgen dan ook vaak te maken met andere problemen. Juist bij multiproblematiek lijkt de kans groter dat ook volgende generaties niet aan armoede en andere problemen weten te ontsnappen.  

Sociale uitsluiting

Alle ervaringsdeskundigen die we spraken benadrukten een gevoel van uitsluiting. Dit gevoel zorgt voor een negatief zelfbeeld en weinig eigenwaarde. Ook bij ervaringsdeskundigen die vertellen over hun overlevingsstrategieën die zij inzetten, zoals budgetteren en creatief omgaan met geld, blijft het vaak de beleving die ervoor zorgt dat zij zich arm voelen. Het is een dagelijks gevoel: ‘Ik weet niet hoe, maar mijn armoede draag ik altijd bij me. Dag en nacht. Dat was ook te zien in mijn gedrag. Ik vond mezelf een arme, ik vond mezelf aan de onderkant van de samenleving hangen, vond mezelf niks. Dat heeft ertoe geleid dat ik geen gevoel voor eigenwaarde heb, dus ook geen zelfvertrouwen.’ Een ander benadrukt: ‘Sociaal- emotionele armoede is de vervelendste armoede die er bestaat.’ 

Gelijkgestemden  

Het gevoel van uitsluiting blijft niet beperkt tot één persoon, maar wordt vaak gedeeld door hun familie en mensen uit hun wijk. ‘De wereld wordt ingedeeld in gelijkgestemden. De ‘eigen’ groep en de ‘rest’, de systeemwereld. Iedereen die niet tot dezelfde groep behoort, is onderdeel van de buitenwereld en is doodeng. Ik vertrouw mijn buurvrouw eerder dan de overheid.’ En ‘Die bubbel waarin ik opgroeide, wij de armen, wij zijn een aparte groep binnen de samenleving. Wij kunnen alleen maar elkaar vertrouwen. Het is mij nooit letterlijk verteld, maar dat gevoel had ik dus wel.’ Dit gevoel van uitsluiting zorgt voor solidariteit onderling, in de sociale omgeving waarin mensen met armoede opgroeien.  

‘Nieuwe’ armen

Bij mensen die later in hun leven financiële problemen krijgen is dit anders. Zij ervaren weinig begrip uit hun directe omgeving. Zo vertelt een van de ervaringsdeskundigen: ‘Je omgeving denkt dat je er nog wel uitkomt. Die begrijpen het niet.’ En aansluiting bij de eigen sociale klasse valt weg.  ‘Het had niet met werk of de maatschappij te maken, maar met mijn eigen milieu en het netwerk waarin ik thuishoorde. Ik hoorde daar niet meer thuis. Dat lag niet aan hen, maar aan de situatie. Ik had door de armoede ineens een heel ander leven gekregen. Ik had niet meer die naïeve zorgeloosheid van daarvoor.’ Schaamte speelt een grote rol bij mensen die opeens in armoede terecht komen. Niet meer kunnen meedoen aan het normale sociale leven voelt als falen en niet voldoen aan de (eigen) verwachtingen. 

Nergens meer bij horen

De groep 'nieuwe’ armen ervaart dat de sociale omgeving niet altijd goed weet te reageren. ‘Ik heb bij een bezoek aan bekenden mijn hele verhaal verteld. “Oh wat erg dat we dat nooit geweten hebben. Als er wat is kun je bij ons aankloppen”, was toen hun reactie. Maar ze hebben daarna nooit meer gevraagd hoe het met mij is. Je merkt dat anderen er niks mee kunnen. Ze weten niet hoe ze moeten reageren.’ Niet alleen in de eigen omgeving, maar ook in de nieuwe, zoals in de rij bij de voedselbank, krijgen zij het gevoel er niet bij te horen. ‘Ik hoorde bij mijn eigen sociale omgeving, niet bij deze. Het zijn werelden die elkaar normaal nooit raken. Mensen die al heel lang in armoede leven en dat gewend waren, kennen elkaar ook allemaal in de rij. Ik voelde mij daar helemaal niet bij horen.’ Ook vinden sommige ervaringsdeskundigen het lastig om hun leef- en uitgavenpatroon aan te passen aan de nieuwe situatie omdat ook dit het loslaten van het zelfbeeld is. Het is belangrijk om hier niet te makkelijk over te denken. 

Rouwproces  

Wanneer mensen opeens in armoede terecht komen kan zich een proces voordoen dat vergelijkbaar is met rouwen. Mensen die voor het eerst in armoede komen moeten afscheid nemen van het beeld van wie ze waren en het nieuwe beeld accepteren. 'Opeens was er het besef dat mijn zelfbeeld van iemand die zijn zaakjes voor elkaar heeft niet meer klopt. Ik was afhankelijk van hulpverlening en de voedselbank. Dat is lastig te accepteren. Je moet veel dingen mentaal verwerken, dat is gewoon heel moeilijk.’ De fases die iemand doorloopt lijken op die van een rouwproces. Ontkenning, boosheid, weerstand, machteloosheid en aanvaarding. Het is goed om hier rekening mee te houden en alert te zijn op wat iemand doormaakt.  

Lees meer

Dit is het eerste van twee artikelen over ervaringen met generatiearmoede en nieuwe armoede. Beide artikelen zijn gebaseerd op interviews met ervaringsdeskundigen. Enkele ervaringsdeskundigen zijn aangesloten bij het expertisecentrum Sterk uit Armoede.  Anderen werken bij een gemeente of als zelfstandig ervaringsdeskundige. Wil je meer lezen over het rouwproces van nieuwe armen en wat je als hulpverlener kunt doen? Bekijk dan het eerder verschenen artikel: Stress bij verlies van inkomen. Lees hier het tweede artikel in deze serie: Hoe het lukte om de vicieuze cirkel van armoede te doorbreken.

De interviews over generatiearmoede en opzet van het artikel zijn in 2022 gedaan door onze overleden collega Yannick Burink. Zij sprak hiervoor met Marcella van Vloten, Karin van Iterson, Lineke Smit en Alex Schepel.