Sociaal Team Overbetuwe: ‘Vrijwillig medewerkers kennen de sociale kaart als geen ander’

Het Sociaal Team Overbetuwe heeft sinds de zomer van 2015 naast beroepskrachten ook vrijwillig medewerkers in dienst. Movisie sprak met vier vrijwillig medewerkers, een beroepskracht en de coördinator van het Sociaal Team Overbetuwe over deze bijzondere werkwijze. Wat maakt het werken met vrijwillig medewerkers van toegevoegde waarde en wat is ervoor nodig om dit te laten slagen?

Het Sociaal Team Overbetuwe is in de zomer van 2015 tijdens de decentralisatie van het sociaal domein gestart met de inzet van vrijwillig medewerkers. Reden: de gemeente Overbetuwe merkte op dat de beroepskrachten die buiten Overbetuwe wonen weinig kennis hebben van de lokale sociale kaart. Deze kennis is echter van groot belang om inwoners goed te kunnen helpen. Vrijwillig medewerkers zitten in de haarvaten van het dorp, weten wat er speelt en waar mogelijke oplossingen liggen. Zij kennen het activiteitenaanbod, verenigingsleven, de lokale ondernemers, de inwoners, de straten en de pleinen.

Wat doet het Sociaal Team Overbetuwe?

De gemeente Overbetuwe bestaat uit elf dorpen die zijn onderverdeeld in drie sociale teams. Ieder sociaal team staat klaar voor alle vragen van inwoners over gezondheid, opvoeden, geld, wonen en meedoen. Wekelijks heeft elk sociaal team een inloopspreekuur, waar inwoners laagdrempelig terecht kunnen met hun vragen. Daarnaast kunnen inwoners naar de gemeente bellen of mailen met hun vragen. Zie www.sociaalteamoverbetuwe.nl voor meer informatie. 

Elk sociaal team bestaat uit:

  • Vrijwillig medewerkers, maatschappelijk werkers, cliëntondersteuners en opbouwwerkers (ook wel ‘voorliggend veld’ genoemd).
  • Aangevuld met jongerenwerk, schoolmaatschappelijk werk en consulenten vanuit de gemeente (Wmo, Jeugd, Participatie, Schuldhulpverlening). 

Het voorliggend veld bestaat uit een combinatie van vrijwillig medewerkers en beroepskrachten, die zijn gedetacheerd vanuit diverse moederorganisaties, bijvoorbeeld voor psychiatrie en welzijn. Ze bieden laagdrempelige ondersteuning en verwijzen door naar activiteiten en aanbod waar geen indicatie voor nodig is. Vragen die door het voorliggend veld worden opgepakt hebben onder andere betrekking op eenzaamheid, financiën, mantelzorg, wonen, scheiding en de voedselbank.

Betrokkenheid

Maatschappelijke betrokkenheid is vanaf de start in 2015 een eis die terugkomt in de sollicitatieprocedure voor vrijwillig medewerkers. Antjella den Held en Anja van Zadelhoff (vrijwillig medewerkers met werkervaring in de zorg): ‘We kregen in de sollicitatieprocedure de vraag of we maatschappelijk betrokken waren en of we enige kennis hadden van de zorg. Dat laatste was geen harde eis maar werd wel gezien als een groot voordeel.’ Alle vrijwillig medewerkers zijn actief in het dorp waar zij zelf wonen, omdat ze met hun kennis over wat er te doen is in het dorp van toegevoegde waarde zijn bij het ondersteunen van de inwoner.

Op het moment van schrijven (november 2023) werken in ieder sociaal team twee tot vier vrijwillig medewerkers. Voor hun inzet van ongeveer acht uur per week ontvangen zij een vrijwilligersvergoeding. Zij worden geworven via oproepen op de website VWC Overbetuwe en in lokale weekkranten. De meeste vrijwillige medewerkers zijn langdurig betrokken. De vier die Movisie sprak, zijn al tussen de vijf en de acht jaar actief. Het is maar een enkele keer voorgekomen dat een vrijwillig medewerker vroegtijdig afhaakte omdat het vrijwilligerswerk niet was wat zij zochten. 

Werkwijze

De vrijwillig medewerkers draaien gelijkwaardig maar met een andere verantwoordelijkheid mee binnen het voorliggend veld. Zij krijgen een eigen emailadres en telefoon in bruikleen en hebben toegang tot een (zeer beperkt) deel van het systeem. De vrijwillig medewerkers kunnen een zeer beperkt deel van het dossier inzien en hebben minimale gebruikersrechten. Dit is in lijn met de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). De vrijwillig medewerkers zijn bovendien in het bezit van een bewijs van goed gedrag (VOG). Inwoners kunnen het altijd aangeven als zij liever niet willen dat een vrijwillig medewerker bij de casus is betrokken, bijvoorbeeld vanwege gevoeligheid van de problematiek. Er wordt dan ook altijd aan een inwoner gevraagd of diegene het goed vindt dat er een vrijwillig medewerker aansluit. Vrijwillig medewerkers zijn zelf ook vrij om aan te geven dat ze een casus niet willen oppakken als ze de inwoner (goed) kennen of omdat de casus niet goed aansluit op hun expertise. 

Het voorliggend veld bespreekt in een wekelijks overleg alle binnengekomen casussen. Ook is hier ruimte om te sparren over lopende casussen. De beroepskrachten verdelen de nieuwe casussen onderling en overleggen met de vrijwillig medewerkers welke vragen ze gezamenlijk oppakken. In dat geval gaat de vrijwillig medewerker mee op huisbezoek. Vrijwillig medewerkers kunnen ook zelf aangeven bij welke casussen zij graag betrokken willen zijn. Iedere vrijwillig medewerker heeft een eigen expertise en interesse, sommigen hebben al een achtergrond in zorg/welzijn, maar anderen in het onderwijs of het bedrijfsleven bijvoorbeeld. Er wordt bij de verdeling van casussen gekeken naar de beste ‘match’. 

Inzichten

Gesprekken die Movisie voerde met betrokkenen leverden interessante inzichten op over de inzet van vrijwillig medewerkers in het Sociaal Team Overbetuwe. Dit zijn de belangrijkste:

  • Vrijwillig medewerker en beroepskracht vullen elkaar aan

    De kennis van de vrijwillig medewerker over de lokale context en de sociale kaart vormt een waardevolle aanvulling op de inhoudelijke expertise van de beroepskracht. De vrijwillig medewerkers en beroepskracht die we spraken zien dat inwoners door dit samenspel beter worden geholpen en doorverwezen. Vrijwillig medewerkers komen met adviezen waar beroepskrachten niet snel aan denken, zoals blijkt uit dit voorbeeld van een vrijwillig medewerker: ‘Als de hulpvraag eenzaamheid is, dan weet ik de koffieochtenden te vinden, of een gezamenlijk-etenproject vanuit de kerk.’ Andere voorbeelden zijn dat vrijwillig medewerkers basisscholen bezoeken om te vertellen over de sociale teams of bijeenkomsten organiseren voor organisaties om het doorverwijzen te vergemakkelijken. 
    De vrijwillig medewerkers die wij spraken geven bovendien aan dat de samenwerking met beroepskrachten gelijkwaardig voelt.

  • Laagdrempeligheid en persoonlijke aandacht

    Er zijn inwoners die een drempel ervaren om de gemeente te benaderen met hulpvragen, aldus de vrijwillig medewerkers. De vrijwillig medewerkers hebben een bekend gezicht, zijn zichtbaar en staan dichter bij de inwoner. De inwoner kan hen laagdrempelig bij het inloopspreekuur of op straat aanspreken. Bovendien heeft de vrijwillig medewerker tijd voor persoonlijke aandacht, zoals het drinken van een kopje koffie. Den Held: ‘Ik haal inwoners soms thuis op en breng ze naar activiteiten als de drempel voor hen te hoog is’. 

  • Erkennen nadelige kant nabijheid 

    Dicht bij de inwoners staan kan ook een nadeel hebben. Als het niet zo lekker loopt bij iemand thuis, is het niet altijd fijn om als vrijwillig medewerker betrokken te zijn. ‘Als je als vrijwillig medewerker over de vloer komt, heb je een net iets andere rol dan als beroepskracht. Je komt de mensen naderhand tegen op straat of in de supermarkt. Dat kan wel eens lastig zijn als ze bijvoorbeeld net te horen hebben gekregen dat ze geen traplift krijgen’, aldus een van de vrijwillig medewerkers. Het is daarom belangrijk om je als vrijwillig medewerker bewust te blijven van de gevoeligheid van informatie en na te denken of je casussen wel of niet oppakt. En ook over de vraag hoe je omgaat met ontevreden inwoners. Een andere vrijwillig medewerker zegt hierover: ‘Als inwoners niet tevreden zijn over de hulp die ze krijgen, geef ik altijd aan dat ik niet bepaal welke hulp wel of niet wordt toegekend. Ik ga niet over het geld en ben slechts de bemiddelaar. Ook kan ik hen erop wijzen dat ze bezwaar mogen aantekenen bij de gemeente.’

  • Beroepskracht is altijd eindverantwoordelijke

    Het is nadrukkelijk niet de bedoeling bij het Sociaal Team Overbetuwe om met de inzet van vrijwillig medewerkers kosten te besparen. De vrijwillig medewerker draagt nooit als enige de verantwoordelijkheid over een casus, er is altijd een beroepskracht betrokken die eindverantwoordelijk is. Bij heel lichte casussen komt het wel eens voor dat een vrijwillig medewerker alleen op huisbezoek gaat. Bijvoorbeeld als iemand eenzaam is en een activiteit zoekt, of bij het aanvragen van huishoudelijke hulp. De beroepskracht is dan op de achtergrond betrokken en is als enige bevoegd om de casus in het systeem af te sluiten. Dan nog is de vrijwillig medewerker geen vervanging van de beroepskracht, maar vormt die een toevoeging op diens kennis en expertise. Bovendien zorgt het werken met vrijwillig medewerkers mogelijk zelfs voor grotere uitgaven, omdat vrijwillig medewerkers breed kijken naar wat er nodig is en minder kijken naar het financiële plaatje.

  • Aandacht voor het voorkomen van overbelasting 

    De vrijwillig medewerkers die we spraken, vinden het prettig dat de beroepskrachten regelmatig vragen hoe het met ze gaat en of het werk niet te veel van hen vraagt. Bovendien ervaren zij voldoende ruimte om zelf aan de bel trekken als het werk of een specifieke casus te zwaar wordt. Gaat dit toch een keer mis, dan wordt de ruimte genomen voor evaluatie om hier met elkaar van te leren.

  • Onderscheid tussen vrijwilliger en vrijwillig medewerker 

    In de beginperiode ontstond verwarring bij inwoners over de rol van vrijwillig medewerkers binnen de sociale teams. De verwachting van de inwoner was ‘Er komt een vrijwilliger mee, die gaat met me wandelen, of activiteiten met me ondernemen’. Dat is niet wat de vrijwillig medewerkers doen. Ze kunnen helpen met het zoeken naar een vrijwilliger, maar voeren het zelf niet uit. Op verzoek van de vrijwillig medewerkers en om duidelijkheid te scheppen naar de inwoner is de term gewijzigd van ‘vrijwilliger’ naar ‘vrijwillig medewerker’.

  • Oppakken collectieve signalen

    Eén van de doelstellingen van het Sociaal Team Overbetuwe is om meer collectief aanbod te ontwikkelen. Hoewel dat een verantwoordelijkheid is van de beroepskrachten, dragen de vrijwillig medewerkers er wel aan bij. Ze bereiken veel inwoners en pakken collectieve signalen op. Den Held: ‘We kijken waar behoefte aan is in het dorp en spelen dit door naar de welzijnspartij.’ Josien Warris, coördinator van het Sociaal Team Overbetuwe: ‘Dat is ook die kruisbestuiving hè? De vrijwillig medewerker loopt regelmatig binnen in die huiskamer en daar komen vijftig ouderen koffiedrinken.’

  • Vrijwillig medewerkers tellen mee

    Warris: ‘We hechten veel belang aan wat vrijwillig medewerkers belangrijk vinden en nodig hebben. Daar waar het hun werkzaamheden betreft, wegen we hun mening mee en proberen we samen te beslissen als er keuzes gemaakt moeten worden.’ Een voorbeeld was de afweging om naar een andere locatie te verhuizen, hierbij werd de mening van de vrijwillig medewerkers zwaar meegewogen. 

    Meer lezen

    Bekijk de infographic over Veelvoorkomende problematiek 

    Lees het magazine COLLECTIEF samen aan de slag in buurten en wijken