Het speelveld van bewonersinitiatieven: actieve bewoners, professionals en de lokale overheid

Artikelenreeks: Het versterken van collectieve bewonersinitiatieven in de wijk 

Het versterken van bewonersinitiatieven vraagt om een passende sociale infrastructuur. In dit artikel staat de vraag centraal hoe de infrastructuur rondom een bewonersinitiatief eruitziet en wie heeft welke rol? In dit artikel focussen we ons op de rol van de actieve bewoner, de wijkprofessional en de lokale overheid.

Het versterken van de sociale basis staat al enkele jaren weer hoog op de agenda. De urgentie om de vermindering van het welzijn van mensen en verslechtering van de leefbaarheid in wijken aan te pakken wordt breed (h)erkend. In de versterking van de sociale basis en de inzet op het voorliggende veld spelen bewonersinitiatieven een belangrijke rol. Uit onderzoek blijkt dat zij bijdragen aan het vroegtijdig signaleren, oplossen en aanpakken van hulpvragen van wijkbewoners in een kwetsbare positie.

Een gemeenschappelijk doel 

Bewonersinitiatieven versterken de eigen kracht van individuele bewoners, als ook het sociale klimaat en sociale veerkracht van wijken. Actieve bewoners hechten waarde aan autonomie, het stellen van eigen doelen en bepalen van eigen aanpakken. In hun eigenheid zoeken bewonersinitiatieven stuk voor stuk eigen manieren naar een verhouding met de directe leefomgeving en de partijen die zich daarin bewegen.  

Veel goedbedoeld beleid komt niet altijd terecht bij de inwoners die dat het hardst nodig hebben, daarom is het belangrijk om goed aan te sluiten op de belevingen van inwoners. De lokale overheid, (welzijn)organisaties, diensten en (collectieve) voorzieningen in de wijk hebben samen de taak om ervoor te zorgen dat bewoners de mogelijkheden hebben om te participeren, erbij te horen en ertoe doen op een manier die hun recht doet. In het streven naar dit gemeenschappelijk doel hebben de betrokkenen diverse rollen.

Leefbare wijken: golfbeweging

Het afgelopen decennium is het werken aan leefbare wijken in Nederland veel veranderd. Vanaf 2012, onder druk van de economische crisis en een andere politieke wind, kwam wijkvernieuwing tot stilstand. Gemeenten gingen aan de slag met de aanpak van individuele sociale problemen achter de voordeur. De aandacht voor de leefbaarheid van wijken verslapte. Bij gebrek aan mogelijkheden bij overheden, corporaties en andere partijen richtte men haar pijlers op de inzet van bewoners. De wijkaanpak moest vorm krijgen met, voor en door bewoners.

Om bewonersinitiatieven mogelijk te maken was ‘uitnodigingsplanologie’ nodig: gemeenten die faciliteren zodat initiatieven konden ontstaan en verder ontwikkelen. Van professionals vroeg dit om minder dienstverlenend en meer dienstbaar te zijn. Allerlei bewonersinitiatieven kwamen tot bloei, maar een brede verbetering van de leefbaarheid in met name de kwetsbare wijken bleef uit. Want juist in kwetsbare wijken zijn bewonersinitiatieven vaak fragiel en is ondersteuning van sociale professionals nodig. Voor gemeenten bleek het niet altijd makkelijk om een balans te vinden tussen de initiatieven van bewoners en de aanpak van opgaven die institutionele partijen in een wijk zien

​​​​​​Actieve bewoner, wijkprofessional en lokale overheid
 

  • De actieve bewoner 

De naam ‘bewonersinitiatief’ geeft al aan dat bewoners een centrale rol innemen. Het zijn bewoners van een wijk, buurt of dorp die zich verenigen om samen een maatschappelijk doel te realiseren. Ze spelen een grote rol, omdat juist zij een positieve invloed (kunnen) hebben op de leefbaarheid in hun omgeving.  Bewoners kennen hun leefomgeving als geen ander, en weten vaak precies wat er speelt. Zij zijn daarmee onmisbare schakels in initiatieven op het gebied van wonen, welzijn en zorg in hun buurt.

Bewoners die zich verenigen in een bewonersinitiatief zijn meestal goed in organiseren, anderen aanspreken en enthousiasmeren om mee te doen. Zij organiseren activiteiten en publieke plekken die voor henzelf betekenis hebben en waar ze anderen bij willen betrekken.  

De initiatiefnemers hechten vaak aan autonomie. Zij worden gedreven door een sterke intrinsieke motivatie. Dat vrijwilligers het vaak zo lang vol houden, ook met elkaar, heeft te maken met hun inhoudelijke gedrevenheid en de vrijheid om hun eigen ding te doen. Een drijvende kracht is het ‘rebels optimisme’ van actieve bewoners. Dit is de overtuiging van de initiatiefnemers dat ze het net zo goed, of misschien wel beter, zelf kunnen bedenken en doen dan de instituties waar ze mee te vergelijken zijn. Zij beleven veel plezier aan het samen inhoud en vormgeven aan de eigen woon- en leefomgeving. Bewoners worden steeds vaardiger om hun eigen behoeften te realiseren. In deze context wordt ook verwezen naar overheidsparticipatie. De bewonersinitiatieven in de samenleving zijn leidend, en vanuit daar wordt gekeken welke rol wenselijk is voor de overheid.

  • De wijkprofessional 

Wijkprofessionals, zoals wijkteamleden, opbouwwerkers, dorpsondersteuners, social designers of sociaal makelaars, willen graag present zijn en collectieve oplossingen mogelijk maken. Zij zijn vaak goede sparringpartners, deskundigen met specifieke kennis en een uitgebreid netwerk. Professionals kunnen helpen de burgers hun doelen centraal te laten stellen, ze kunnen burgers laten zien hoe je met andere burgers in debat kunt treden, burgers met elkaar in verbinding brengen, prioriteiten tussen burgers afstemmen en ongelijke verhoudingen tussen burgers proberen te voorkomen. Daarbij moeten de professionals een burgergerichte, flexibele houding aannemen, waarbij ze voortdurend afwegen of er meer of minder ondersteuning nodig is. Het is een balans tussen aansluiten en afstemmen. Professionals sluiten aan en bieden ondersteuning waar nodig, waardoor inwoner zoveel mogelijk op eigen kracht verder kunnen.  

Sinds 2015 zijn veel gemeenten gestart met sociale wijkteams om inwoners te ondersteunen op het gebied van welzijn, zorg en gezondheid. De opdracht is minder inzet op individuele ondersteuning naar meer inzet op ondersteuning vanuit collectieve (wijk)voorzieningen. Uit peilingen die Movisie deed onder gemeenten blijkt dat het faciliteren en ondersteunen van collectieve oplossingen erbij in schiet voor professionals in wijkteams. Daarnaast blijkt dat door een hoge caseload en hoge werkdruk zij onvoldoende toekomen aan outreachend en preventief werken. Er liggen dan ook nog veel kansen om de verbinding tussen wijkprofessionals en bewonersinitiatieven te versterken.  

In 2021 is Movisie begonnen met een leerkring voor sociale wijkteams en gemeenten. Deze leerkring gaat over collectief en preventief werken. In 2022 wordt dit voortgezet.

  • De lokale overheid 

Gemeenten zijn onmisbare partijen voor het sturen op versterking en faciliteren van de sociale basis. Zij stellen beleidskaders, gaan over financiering en kunnen zorgen voor de nodige randvoorwaarden. Gemeenten zijn met hun lijntjes richting bedrijfsleven en maatschappelijk middenveld netwerkspeler bij uitstek, verbinder met wortels in alle haarvaten van de lokale samenleving. Zo kunnen ze veel meer zijn dan subsidieverstrekkers alleen. De ambitie van de gemeente met betrekking tot preventief werk en collectieve voorzieningen is van belang in de ondersteuning. Zonder deze steun van de gemeente is goede samenwerking tussen het wijkteam en bewonersinitiatieven minder vanzelfsprekend.

Met de decentralisaties krijgen gemeenten in 2015 van de regering de opdracht preventief beleid te ontwikkelen om te voorkomen dat burgers moeten terugvallen op maatschappelijke ondersteuning. Op meer en meer plekken werken gemeenten samen met bewonersinitiatieven en zijn op zoek naar nieuwe manieren om ruimte te geven aan bewonersparticipatie. Bewonersinitiatieven worden gezien als een derde generatie burgerparticipatie, waarin de burger niet in overheidsbeleid participeert maar de overheid inspeelt op activiteiten van burgers.

Een ingewikkeld speelveld

Bewonersinitiatieven bevinden zich in een ingewikkeld speelveld. De verhoudingen tussen de lokale overheid, wijkprofessionals en bewonersinitiatieven kunnen op scherp staan. Bewonersinitiatieven zijn sterk gehecht aan autonomie, waardoor zij terughoudend zijn in het aannemen van gemeentelijke subsidies en overheidsopdrachten. Een uitdaging voor gemeenten die formele eisen hanteren om initiatieven niet alleen op hun eigen merites te beoordelen, maar om de ontdekken op welke manier het aanbod van bewonersinitiatieven een aanvulling kan zijn op bestaand aanbod.

Sociale professionals zijn op hun beurt van oudsher gewend om ‘zelf overal voor te zorgen’. Ze moeten minder dienstverlenend en meer dienstbaar zijn. Kijken naar wat burgers voor elkaar kunnen en willen betekenen vraagt om een andere werkwijze. Sommige professionele zorg- en welzijnsaanbieders zien vrijwillige bewonersinitiatieven als een bedreiging of vorm van (oneerlijke) concurrentie.

Een uitdaging voor bewonersinitiatieven om zich te verhouden tot dit lokale speelveld. Zij ervaren soms weinig erkenning, waardering en vertrouwen van gemeenten en professionele aanbieders. Ook schuurt de wijze waarop aanbieders en gemeenten zijn georganiseerd met de eigen werkwijze en werkcultuur van initiatieven. Hoe bewaak je je eigenheid en verhoud je je tegelijkertijd tot de omgeving? Actieve bewoners, wijkprofessionals en de lokale overheid hebben elkaar nodig om ervoor te zorgen dat inwoners de mogelijkheden hebben om te participeren, erbij horen en ertoe doen op een manier die hun recht doet. 

Artikelenreeks: De preventieve waarde van bewonersinitiatieven  

Movisie focust in een nieuw project op omzien naar elkaar. In het project brengt Movisie in kaart hoe collectieve bewonersinitiatieven een preventieve waarde kunnen hebben. In september 2021 start Movisie met drie lerende praktijken met bewonersinitiatieven. Met de deelnemers onderzoeken we wat de impact van het initiatief is op het welbevinden van de wijkbewoners en wat de preventieve waarde is. Movisie brengt een artikelenreeks uit om inzichten te delen en beschikbare kennis te delen over bewonersinitiatieven. Deze reeks biedt verdieping in een aantal thema’s, zoals samenwerking, duurzaamheid, en financiering. Dit artikel is de eerste in de reeks.

Bronnen:
 

  • Engbersen, R. & Rensen, P. (2014) Help mij het zelf te doen Een pleidooi voor methodisch werken aan actief burgerschap. Utrecht: Movisie en Platform 31.
     
  • Jansen, J., van Pelt, M.,  Repetur, L. & Jansen, C. (2021). Sterke beleidsinterventies, sterke sociale basis. Een verkenning. Utrecht: Movisie.
     
  • van Arum, S. (2015) Krachten gebundeld. Stappen in buurt- en dorpskracht. Utrecht: Movisie.
     
  • van Arum, S., Broekroelofs, R. & van Xanten, H. (2019) Sociale (wijk)teams: vijf jaar later. Utrecht: Movisie.
     
  • van Pelt, M & Repetur, L. (2018). De sociale basis terug van weggeweest. Utrecht: Movisie.
     
  • van Schaijk, R., van Mourik, K.,  Repetur, L., Cadat-Lampe, M. *  Kastelein, C. (2020) Versterken van inclusieve burgermacht. De werkwijze en context van Hart voor de K-buurt in Amsterdam Zuidoost als goed voorbeeld. Utrecht: Movisie.
     
  • ten Houte de Lange, S. & \ van den Bosch, A. (2016). Toeval bestaat niet Tijd voor een goede samenwerking tussen wijkteams en actieve bewoners. Utrecht: Integraal Werken in de Wijk.
     
  • Turnhout, S., Jong, F. de, Veer, K. van der, Bruijn, D. de, Nourozi, S. & Xanten, H. van (2016). Wat knelt? Inventarisatie knelpunten bij burgerinitiatieven in zorg en ondersteuning. Utrecht: Movisie en Vilans.
     
  • Uyterlinde, M., Can, E., Ooms, M., Engbersen, R. & van Arum, S. Hoe maak ik een buurtagenda. Zeven bouwstenen voor een vliegende start. Utrecht: Platform 31 en Movisie.
     
  • Vrielink, M. O., & Verhoeven, I. (2011). Burgerinitiatieven en de bescheiden overheid. Beleid en Maatschappij, 38(4), 377-387.
     
  • Zwaard, J., Specht, M., Fortuin, K., Vendeloo, H., Schipper, K. & van Wieringen, T. (2018) Voorbij de pioniersfase van bewonersinitiatieven. Verduurzaming van plekken van betekenis. Rotterdam: in opdracht van de Verre Bergen.