Hoe verder met de onderzoeksprogrammering in het sociaal werk?

Overkoepelende reflectie over vier kennissynthesen

In het sociaal domein liggen grote opgaven en er wordt veel verwacht van het sociaal werk. In 2020 verscheen de allereerste Nederlandse Kennis- en Onderzoeksagenda Sociaal Werk. Op basis van praktijkvragen van sociaal werkers, input van allerlei stakeholders op het gebied van sociaal werk en een expertmeeting met wetenschappers gespecialiseerd in sociaal werk werden kennishiaten geïnventariseerd die door het veld als het meest urgent werden ervaren.

Onderstaand verslag is een reflectie op een serie kennissynthesen. Deze zijn te vinden via de onderstaande links:

De kennishiaten werden samengevat in vier pijlers: 1. versterken van sociale samenhang (bijvoorbeeld in wijken); 2. bevorderen van inclusie (van mensen in een kwetsbare positie); 3. centraal stellen en aansluiten bij het alledaagse leven; 4. het door laten klinken van de stem van de burger. De vier kennissynthesen geven een overzicht van de kennis over de aanpak van het betreffende vraagstuk evenals een overzicht van de kennislacunes. De kennissynthesen vormen samen een basis voor de toekomstige onderzoeksprogrammering.

Hoe verder met de onderzoeksprogrammering in het sociaal werk? Dit reflectieverslag op de vier kennissynthesen biedt aanbevelingen voor de onderzoeksprogrammering in het kader van het Stimuleringsprogramma professionalisering en profilering van het sociaal werk, dat ZonMw in de periode 2023-2027 zal uitvoeren met financiering van het Ministerie van VWS.

Algemene aanbevelingen uit het reflectieverslag zijn:

  • Theoriegestuurde evaluatie van bepaalde interventies.
  • Onderzoek naar het handelen van sociaal werkers en sociaal werkpraktijken: bijvoorbeeld door middel van casestudies en actieonderzoek met bijvoorbeeld shadowen, observatie of stimulated recall als dataverzamelingsmethode.
  • Onderzoek met nadrukkelijke aandacht voor inspraak en zeggenschap van burgers en ervaringskennis.
  • Dit kan bijvoorbeeld door middel van participatief actieonderzoek en co-creatieve werkvormen of dataverzamelingsmethoden zoals photo-voice of (herstel)verhalen maken.
  • Onderzoek waarin kennisontwikkeling en praktijkontwikkeling en leren hand-in-hand gaan (bijvoorbeeld door participatief actieonderzoek). Juist waar het gaat om het werk van sociaal werkers op het gebied van de vier pijlers kan actieonderzoek van meerwaarde zijn. 
  • Voortbouwen op eerder kleinschalig uitgevoerd onderzoek om het kennisfundament te versterken en te verbreden (bijvoorbeeld door grootschaliger onderzoek dat voortbouwt op eerder verkregen inzichten en niet steeds opnieuw pilots starten en evalueren).
  • Op vrijwel alle pijlers is investering in evaluatie en kwaliteitsverbetering van interventies van groot belang. Soms zijn er nog slechts veelbelovende praktijken (bijvoorbeeld bij polarisatie en radicalisering), soms zijn er wel enkele effectieve interventies, maar ontbreekt het aan inzicht over de (mogelijke) rol van het sociaal werk.

In de vier pijlers brachten experts drie doorsnijdende thema’s telkens naar voren:

  1. Dilemma’s van sociaal werkers aangaande het spanningsveld tussen de leefwereld van cliënten en inwoners versus de systeemwereld van organisatie en beleid. 
  2. Het versterken van de inzet en de stem van burgers, in het bijzonder ervaringsdeskundigen.
  3. Politisering van het sociaal werk en hoe de werkers daarvoor toe te rusten.