Procesregie en doorbraakroutes in de toegang tot het sociaal domein

In een serie webinars belichtten we het thema regie in de toegang tot het sociaal domein: eigen regie versterken, casusregie en procesregie. Hoe vul je deze vormen van regie – in samenhang - in om ervoor te zorgen dat inwoners met meervoudige vragen sneller en passende ondersteuning krijgen? In dit artikel gaan we in op procesregie. Wanneer is het nodig, wat pak je als procesregisseur op en wat kom je daarbij tegen? En als je dan nog niet tot passende oplossingen kunt komen, hoe kan dan een heldere doorbraakroute binnen je gemeente helpen? Verschillende experts deelden hun ervaringen en tips tijdens een webinar in november 2023.

In het andere artikel uit deze serie staan eigen regie versterken en casusregie bij meervoudige problematiek centraal. Naar beide is gekeken vanuit de situatie dat inwoners hulp zoeken en accepteren op vrijwillige basis (dit in tegenstelling tot het gedwongen kader, waarbij de rechter een maatregel oplegt).  

Movisie-adviseur Hilde van Xanten licht de kernpunten toe. ‘Eigen regie gaat erover dat je als inwoner zelf kunt kiezen, wat wil ik en hoe wil ik het? Eigen regie versterken betekent dat de professional naast en achter de inwoner gaat staan en oprecht nieuwsgierig is naar wat de inwoner beweegt, waar die behoefte aan heeft en waar die heen wil. Daarnaast betekent het luisteren, je oordeel uitstellen en gelijkwaardig samenwerken. Dat lijkt voor de hand liggend, maar is in de praktijk niet altijd makkelijk.’ 

Casusregie

Bij casusregie gaat het om inwoners helpen overzicht te krijgen over hun situatie op de relevante leefgebieden, inzicht in hoe de situatie zo is ontstaan, wat hen helpt en wat niet en uitzicht op een situatie waar de inwoner naartoe wil en wie hij daarbij wil betrekken. Voor de professional betekent dit pas na ‘overzicht-inzicht-uitzicht’ samen een plan maken en daarbij te faciliteren, motiveren en stimuleren en keuzes van de inwoner te volgen. Verder: coördineren en regelmatig evalueren met de inwoner, professionals en het sociaal netwerk. De regie blijft dus in het vrijwillig kader bij het huishouden. Daarom wordt het vaak regiehulp genoemd, dat doet daar meer recht aan. De casusregisseur regisseert eigenlijk niet zozeer, maar faciliteert en coördineert de ondersteuning en zorg. De casusregisseur volgt de keuzes van de inwoner, tenzij daarbij onveiligheid speelt of een inwoner iets vraagt wat niet mogelijk is op basis van wet- of regelgeving. De casusregisseur legt dan uit wat de reden is.

Procesregie

Procesregie gaat over leiding geven aan het proces van organisatie- en/of domeinoverstijgende samenwerking. Een procesregisseur:

  • Helpt alle betrokkenen - gezin, casusregisseur en andere professionals - bij het opstellen van een gedeelde analyse/doelen/plan. En bij het aanvullend betrekken van de juiste expertise door partijen samen te brengen en gezamenlijk besluiten te nemen. Soms helpt een procesregisseur bij het vereenvoudigen en/of bij het verminderen van het aantal betrokkenen door een volgordelijkheid aan te brengen, zodat het voor een gezin weer behapbaar wordt wat er gebeurt.
     
  • Begeleidt het proces van samenwerking en zorgt voor (zachte) doorbraken als die samenwerking is vastgelopen. 

Procesregie is nodig bij ‘vastlopende casuïstiek’; als de inwoner of de professional niet verder komt met de zorg en ondersteuning, die op dat moment geboden wordt. Daarvoor kunnen verschillende redenen zijn. Als de situatie zeer complex is en de casusregisseur niet op alle leefgebieden kennis heeft of kan daarop acteren. Als er een hoog risico is op crisis en/of de samenwerking tussen partijen te stroef verloopt. Of als de verschillende wetten of regels niet goed op elkaar aansluiten en/of er niet direct passende oplossingen zijn. Met als gevolg dat de inwoner niet de juiste zorg en ondersteuning krijgt en de coördinerend professional kan zijn werk niet goed doen. Dan is een doorbraak nodig die een nieuwe impuls geeft aan de ondersteuning en zorg, zodat er weer voortgang is.

Sophie Hospers is werkzaam voor de Associatie Wijkteams en reflecteert op de vraag wanneer het noodzakelijk is om procesregie in te zetten. Zij pleit ervoor dat als er veel verschillende partijen bij een casus betrokken zijn, deze niet als keten – eerst dit, daarna dat – maar als netwerk zouden moeten willen werken. ‘Wanneer het in een gezin ingewikkeld is, dan zie je dat het tussen professionals ook ingewikkeld kan worden. Want in een netwerk is niemand de baas. Maar bij spanning of gedoe is er wel behoefte aan iemand die de leiding neemt, die zaken vlot trekt. Ik heb in een woordenboek opgezocht wat ‘regie’ betekent. Er stond: inhoudelijke artistieke leiding, maar de regisseur is niet de baas. Zo is dat ook in het sociaal domein. Ieder is de baas op eigen stuk en aandeel. De procesregisseur zal in het vrijwillig kader vastgelopen processen moeten kunnen vlottrekken zonder formele macht te hebben.’

Doorbraakroutes bij vastlopende casuïstiek

In sommige gemeenten wordt gewerkt met een doorbraakteam met meerdere procesregisseurs. Het programma Integraal Werken in de Wijk, waar Movisie aan meewerkt, deed onderzoek naar de doorbraakteams en -routes in zeven gemeenten en publiceerde Doorbraakroutes gemeenten bij vastlopende casuïstiek. Hilde van Xanten licht toe wat de werkzame elementen blijken te zijn. ‘Het is van belang om in het doorbraakteam leden te hebben vanuit alle afdelingen van het sociaal domein, omdat je op die manier de kennis op alle leefgebieden samenbrengt. De procesregisseur werkt dan toe naar één plan, waaraan het hele huishouden zich committeert. Als er een maatwerkoplossing nodig is die niet in het reguliere aanbod zit, dan wordt bijvoorbeeld met behulp van de Waardendriehoek van Instituut voor Publieke Waarden een afweging gemaakt op de dimensies betrokkenheid-legitimiteit-rendement. Verder kunnen leden van een doorbraakteam gebruik maken van een maatwerk- of teambudget om inwoners snel te helpen. Het is ook van belang dat de hele organisatie wordt meegenomen en/of geschoold wordt in de visie en de werkwijze. We zien dat het werken met doorbraakroutes echt teamsport is, je moet het samen doen. Maar het is ook topsport, want vaak kost het realiseren van een doorbraak moeite en doorzettingsvermogen.’ In de publicatie is ook de doorbraakroute van gemeente Amsterdam beschreven.

Verder wordt op heel wat plekken in het land gewerkt met de Aanpak Voorkoming Escalatie bij huishoudens met oplopende problematiek. Het doel is het voorkomen van een dreigende escalerende situatie en het beperken en beëindigen van een escalerende situatie. Er worden vier fasen onderscheiden met wie doet wat en wie heeft de regie. Bekijk hierover ook een filmpje van Bureau HHM.

Amsterdamse Maatwerk Methode

Iedereen die in gemeente Amsterdam werkzaam is in de toegang tot het sociaal domein en wonen, wordt getraind in de Amsterdamse Maatwerk Methode. Een belangrijk leidend principe daarin is dat het perspectief van de inwoner leidend is; waar wil de Amsterdammer naar toe en wat beweegt diegene? Dat is het vertrekpunt, met aandacht voor kansengelijkheid en meedoen. Door medewerkers van buurteams en ouder- en kind-teams wordt met de inwoner meegekeken en gedacht, met een brede blik op alle relevante leefgebieden. Hunfeld loopt de zes stappen van de maatwerkmethode langs.

Schematisch overzicht van de maatwerkmethode

  • Het oog in het midden (1) staat voor het perspectief van Amsterdammer; hoe ziet de Amsterdammer zelf de toekomst?
  • De medewerker van het buurtteam of ouder- en kind-team vult in gesprek met de inwoner de situatieschets in (2). Ook stelt deze een casusteam in. Krisje Hunfeld ziet dat op die eerste twee stappen het regelmatig mis gaat. Medewerkers zijn dan geneigd om snelle oplossingen te bedenken en slaan dan vaak de stap over om na te denken over ‘wie, welke expertise hebben we nodig om tot maatwerk te komen richting het perspectief van de inwoner’.
  • Samen wordt gekeken wat is er aan de hand is en waarom het (nog) niet goed lukt om te werken aan het perspectief (3). Het kan gaan om persoonlijke problemen, samenwerkingsproblemen of systeemproblemen bij gemeente, sociale verzekeringsbank of belastingdienst.
  • Bij het benoemen van wat er moet gebeuren om bij het perspectief van de inwoner te komen, wordt zo nodig de Waardendriehoek van Instituut voor Publieke Waarden gebruikt (4). Er vindt een afweging plaats t.a.v. legitimiteit, betrokkenheid en rendement.
  • Dan volgen concrete afspraken over wie wat oppakt (5).
  • Na enige tijd vindt evaluatie plaats (6). Die kan leiden tot bijstellingen; het ‘achtje’ wordt dan opnieuw doorlopen.

Hunfeld geeft een voorbeeld: ‘Iemand met een beperking in het autisme spectrum wil graag een hulphond, maar een hulphond stond niet letterlijk in onze beschrijving van het Wmo-beleid en -aanbod. Het gesprek ging over wat we wel kunnen doen aan de hand van de waardendriehoek. Legitimiteit: er staat nergens dat het niet kan (en dat is vaak zo, voegt Hunfeld toe). Betrokkenheid van de inwoner: de hulphond helpt om eigen regie te nemen over het leven. Rendement van de uitzondering: als we investeren in de hond, dan kan mevrouw thuis blijven wonen en aan het werk blijven, dat is veel goedkoper. We beginnen te snappen hoe eenvoudig maatwerk is, dat iedereen daartoe mogelijkheden heeft en dat het vaak ook nog minder kost.’

Aan elk buurtteam en ouder- en kind-team zijn opgeleide maatwerkcoaches verbonden die professionals kunnen ondersteunen bij het maken van het maatwerkplan en het formeren van een passend casusteam. Ook kunnen de maatwerkcoaches behulpzaam zijn bij het inbrengen van een casus in het doorbraakteam als de zorg of ondersteuning dreigt vast te lopen of is vastgelopen.

Krisje Hunfeld: ‘In het doorbraakteam bespreken wij dagelijks casussen waarvoor een doorbraak nodig is, zo’n 700 per jaar. Heel vaak liggen daar samenwerkingsproblemen aan ten grondslag; het lukt niet om het casusteam rond te krijgen, er wordt niet goed samengewerkt of er wordt niet goed samen een afweging gemaakt over wat te doen en hoe. De procesregisseur van het doorbraakteam kan dan mee vlot trekken en de benodigde ‘smeerolie’ bieden. Hij of zij brengt betrokkenen bij elkaar, zorgt ervoor dat iedereen zijn punten op tafel kan leggen, gaat echt op zoek naar wat er wel kan en spreekt betrokkenen daarop aan. De procesregisseur blijft naast de professional van het buurtteam en ouder- en kindteam staan en neemt diens rol (in principe) niet over. 

Het doorbraakteam kent een diversiteit aan expertise vanuit het brede gemeentelijke sociaal domein – jeugd, werk en inkomen, schuldhulp, zorg, wonen, onderwijs, veiligheid en de GGD. ‘Dat werkt echt goed. Wij kunnen als doorbraakteam expertise toevoegen aan de buurtteams en ouder- en kindteams, want je kunt als professional nu eenmaal niet álles weten.’

Schematische weergave van het doorbraakteam

Hunfeld benadrukt: ‘We leren van elke casus. Het doorbraakteam haalt de geleerde lessen op uit de casuïstiek. Een voorbeeld van een kwestie: het blijkt in de gemeente niet goed mogelijk om mensen met een chronische beperking langdurige Wmo-indicaties te bieden. Zij moeten steeds weer papieren aanleveren en hun verhaal doen. Dat is belastend; de Amsterdammer moet steeds weer bewijzen dat hij niet beter wordt. Dat leidt tot zoveel extra werk met extra kosten, kan het niet anders? Het doorbraakteam heeft een rol om dit terug te brengen in de organisatie, zoals bijvoorbeeld naar beleidsmedewerkers.’

Procesregisseur zet een stap naar voren

Sophie Hospers geeft aan dat de lokale teams van de Associatie Wijkteams, die werken in vrijwillig kader, het van belang vinden om naast inwoners te staan. De casusregisseur regisseert niet zozeer zelf, maar biedt regiehulp; helpt ordening in het huishouden te scheppen en de ondersteuning te coördineren. Maar de regie blijft bij de inwoner. De discussie over wie de regie heeft, zo zegt Hospers, ontstaat vaak bij spanning, als er een knoop moet worden doorgehakt. Dat speelt met name in situaties waar onveiligheid speelt. Hoe kun je dan toch naast het huishouden blijven staan, het niet overnemen en niet je eigen oplossingen voor de situatie vooraan plaatsen? Hospers ziet dat hierin nog te leren valt.

‘Procesregie richt zich vooral op de samenwerking tussen professionals, op het slechten van schotten tussen domeinen en op benodigde doorbraken in systemen. De procesregisseur organiseert daar waar niemand zich verantwoordelijk voelt, zet een stap naar voren, helpt om de verschillende perspectieven bij elkaar te brengen. Maar de procesregisseur heeft geen mandaat over bijvoorbeeld de inzet van het onderwijs, de psychiater, etc. Procesregie wil wel bewerkstellingen dat de verschillende perspectieven op tafel komen en er samen een lijn wordt gevonden die bijdraagt aan het perspectief van inwoners.’