Professionals: Behoefte aan kennis digitale basisvaardigheden en integrale aanpak

Resultaten uit een enquête van het Expertisepunt Basisvaardigheden

Welke kennisbehoeften hebben sociale professionals, vrijwilligers, beleidsmakers, bibliotheken en taalhuizen als het gaat om het ondersteunen van mensen met beperkte basisvaardigheden? Waar lopen zij tegenaan en wat zijn recente ontwikkelingen in de praktijk? De uitdagingen en de nieuwste ontwikkelingen liggen vooral op het gebied van digitale vaardigheden en digitale inclusie. Er is behoefte aan praktische kennis en goede aanpakken op het gebied van digitale vaardigheden. Het liefst in de vorm van een integrale aanpak.

Ga naar het Expertisepunt Basisvaardigheden

In totaal hebben 96 personen de enquête ingevuld. Bijna een derde van de deelnemers (28 procent) werkt in het sociale domein. Daarnaast hebben veel deelnemers vanuit het onderwijs (18 procent) en het overheids- en beleidsdomein (16 procent) de vragenlijst ingevuld. Ook zijn er relatief veel deelnemers betrokken bij bibliotheken en taalhuizen (12 procent) en vrijwilligersorganisaties (10 procent).

Grafiek 1: Deelnemeners van de enquête

Grafiek 1: Deelnemers van de enquête per sector

Deelnemers werden gevraagd over welke type basisvaardigheden zij meer wilden weten. Van alle respondenten geeft bijna de helft (44,7 procent) aan meer kennis te willen hebben op het gebied van digitale vaardigheden. Daarna volgt kennis over de basisvaardigheden lezen en schrijven (39,5 procent), rekenen en gecijferdheid (31,6 procent) en spreken en luisteren (25 procent).

Grafiek 2: Kennisbehoefte per type basisvaardigheden

Grafiek 2: Kennisbehoefte per type basisvaardigheden

We vroegen ook binnen welke maatschappelijke thema’s er meer behoefte is aan kennis over basisvaardigheden. Circa een derde van de respondenten (31 procent) geeft aan behoefte te hebben aan meer kennis over het maatschappelijke thema digitale inclusie. Ook andere thema's worden veelvuldig genoemd, zoals participatie en werk (29 procent), professionalisering en volwasseneducatie (25 procent) en toegankelijke dienstverlening (23 procent).

Grafiek 3: Behoefte aan kennis per maatschappelijke thema

Grafiek 3: Behoefte aan kennis per maatschappelijke thema

Meerdere deelnemers benoemen dat de verschillende type basisvaardigheden in het dagelijkse leven met elkaar verbonden zijn. En daarom pleiten ze ervoor dat deze maatschappelijke thema's en de bijbehorende basisvaardigheden het beste integraal bekeken en aangepakt moeten worden.

Digitale inclusie

Deelnemers hebben hun keuzes voor deze type basisvaardigheden en maatschappelijke thema's ook toegelicht. Verder zijn zij gevraagd om uitdagingen en de nieuwste ontwikkelingen op hun werkgebied rondom basisvaardigheden te benoemen. In de antwoorden op deze vragen werden ook digitale vaardigheden en de daarmee gepaarde problematiek het vaakst genoemd. De deelnemers uit de diverse sectoren signaleren uitdagingen en ontwikkelingen rondom dit thema. Dit sluit aan bij eerder onderzoek waaruit blijkt dat ruim 20 procent van de bevolking in Nederland geen of weinig ervaring heeft met digitale middelen en toepassingen (CPB, 2021).

Deelnemers van de enquête vinden dat door de digitale transitie drempels rondom beperkte basisvaardigheden door een veel bredere doelgroep ervaren worden dan alleen kwetsbare groepen. ‘Mensen zijn niet altijd in staat om in te zien welke gevolgen de digitalisering van de samenleving op hun leven heeft’, aldus een van de respondenten. Terwijl het in het dagelijkse leven vaak niet meer een keuze is, maar een gegeven om in een digitale omgeving aan de slag te gaan. Een vaker genoemd voorbeeld is het toenemende min of meer verplichte gebruik van DigiD: ‘Aanmaken van een DigiD is voor veel mensen extreem moeilijk, omdat zij niet kunnen bevatten wat een DigiD is, hoe het werkt en wat je er mee kunt (of moet) doen’.

Maar er zijn ook nog veel andere situaties waarin het gemis aan digitale vaardigheden het functioneren in het dagelijkse leven beïnvloedt. In de enquête is onder andere het volgende benoemd:

  • betalen met een pinpas
  • een overboeking doen via internet
  • het aanmaken en goed invullen van een wachtwoord
  • borgen van eigen online privacy
  • zoeken op internet en omgaan met nepnieuws
  • interactie op sociale media
  • communicatie met bedrijven en instanties

Beperkte digitale basisvaardigheden spelen dus een belangrijke rol op meerdere levensgebieden. In het geval van toegankelijkheid van diensten en communicatie met organisaties, wordt er ook gesproken over een kloof tussen de systeemwereld en de leefwereld van de burgers. Er zijn inmiddels 3.4 miljoen mensen in Nederland die door digitale drempels moeite hebben met het regelen van overheidszaken (VNG, 2019).

Behoefte aan toegankelijk aanbod en integrale aanpak

Als het gaat om de actuele ontwikkelingen in het praktijk blijkt dat er steeds meer lokale beleidsinitiatieven zijn om basisvaardigheden aan te pakken. Er is ook meer samenwerking op wijkniveau, aldus de deelnemers. Organisaties geven steeds meer aandacht aan een integrale aanpak rondom basisvaardigheden in de wijk. Zij meten bijvoorbeeld digitale vaardigheden tijdens hun intakegesprek met cliënten. Toch blijft het een opgave om potentiële lokale partijen zoals buurtteams en klantmanagers te betrekken bij de aanpak van beperkte basisvaardigheden. Daarnaast blijft het een beperking dat verschillende gemeentelijke afdelingen naast elkaar werken in plaats van samenwerken.

Meerdere deelnemers benadrukken dat het betrekken van ervaringsdeskundigen en vrijwilligers in de samenwerking van belang is. Dit is noodzakelijk zodat bestaande kennis en aanbod werkelijk aansluit op de leefwereld van mensen met beperkte basisvaardigheden. Aansluiten op de leefwereld van de doelgroep vraagt dan ook naar methodieken waarin schrijven, lezen, rekenen en werken met digitale middelen geïntegreerd aangeboden kunnen worden rondom de thema’s in het dagelijkse leven.

Verder vinden de deelnemers dat het ondersteuningsaanbod voor mensen met beperkte basisvaardigheden groot is. Denk hierbij aan digitale hulp van bibliotheken of de Informatiepunten Digitale Overheid (IDO’s). Maar deelnemers signaleren ook dat het voor de doelgroep moeilijk is om hier werkelijk gebruik van te maken. Het is voor hen lastig om deze ondersteuningsbronnen te overzien en keuzes te maken. Het komt volgens deelnemers ook voor dat de doelgroep niet eens op de hoogte is of geen toegang heeft tot deze ondersteuningsbronnen omdat zij basisvaardigheden missen om informatie te krijgen over het aanbod.

Mensen uit het werkveld zijn voornamelijk bezig met de vraag: hoe kunnen we deze burgers meenemen in de digitale transitie? Deelnemers vinden het lastig om te bepalen hoe ze iemand moeten helpen en welk aanbod geschikt is. Zij zijn op zoek naar concrete voorbeelden en praktische kennis om dat toe te passen op het eigen werkveld. Ook is er belangstelling voor kennis rondom het verbeteren en ontwikkelen van de eigen aanpak. Om meer praktische kennis te vergaren hechten deelnemers waarde aan laagdrempelige bijeenkomsten, kennisateliers en workshops.