De drie decentralisaties in het sociale domein

Een overzicht in vogelvlucht

Er vindt op dit moment een omvangrijke stelselwijziging plaats: de zogeheten ‘decentralisaties’ van zorg, werk en jeugdhulp. In dit artikel schetsen we kort de inhoud van de drie transities in het sociale domein (Awbz naar Wmo, Participatiewet, Jeugdwet). Ook lichten we het verschil toe tussen de begrippen ‘transitie’ en ‘transformatie’.

De transitie van Awbz naar Wmo en Zorgverzekeringswet

De Awbz is deels overgegaan naar de Wmo en de Zorgverzekeringswet. Gemeenten zijn sinds 1 januari 2015 via de Wmo verantwoordelijk voor ondersteuning en begeleiding van hun inwoners. Het beschermd wonen is ook onder de verantwoordelijkheid van gemeenten komen te vallen.

Wijkverpleging, op behandeling gerichte GGZ, behandeling/revalidatie bij een zintuiglijke beperking en een groot deel van alle persoonlijke verzorging, komen in het basispakket van de zorgverzekering. 5% van de mensen krijgt verzorging vanwege cognitieve problemen. De verzorging van deze groep is overgeheveld naar gemeenten. In het artikel ‘Wijzigingen AWBZ en Wmo: een overzicht’ vindt u uitgebreidere informatie over de transitie van Awbz naar Wmo.

De ‘kern-Awbz’ die na de transities is overgebleven, is veranderd in de Wet Langdurige Zorg, de Wlz.

De Participatiewet

Het doel van de Participatiewet is om meer mensen, ook diegenen met een arbeidsbeperking, aan de slag te krijgen. De wet richt zich op de doelgroepen van de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW), de Wajong en de Wet werk en bijstand (WWB). Delen van de laatste twee wetten zijn opgegaan in de Participatiewet. De gemeente is dus verantwoordelijk geworden voor mensen die ondersteuning nodig hebben om te kunnen werken. De Participatiewet geeft de gemeenten een aantal instrumenten om te zorgen dat mensen met een arbeidsbeperking een plek op de arbeidsmarkt kunnen vinden. De belangrijkste zijn loonkosten­subsidie en beschut werk. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt over extra banen. Lees meer over de Participatiewet in het artikel ‘Participatiewet en de nieuwe WWB-maatregelen: een overzicht’. En over hoe gemeenten met de Participatiewet om kunnen gaan in de publicatie 'Niet voor spek en bonen'.

Transitie van de jeugdzorg

Gemeenten hebben een jeugdhulpplicht: kinderen tot 18 jaar ontvangen de hulp die nodig is. Kinderen die op grond van ernstige beperkingen hun verdere leven 24-uurs zorg of permanent toezicht nodig hebben, houden aanspraak op de Wet langdurige zorg (Wlz). Kijk voor meer informatie in het artikel ‘Transitie Jeugdzorg: een overzicht’.

Transitie én transformatie

De stelselwijzigingen zijn erop gericht dat:

  • mensen sneller geholpen worden bij zorg- of ondersteuningsvragen;
  • mensen zorg en ondersteuning krijgen die zoveel mogelijk aansluit op hun persoonlijke (thuis)situatie, mogelijkheden en sociale netwerk;
  • mensen die anderen zorg of hulp (willen) bieden, daarvoor alle ruimte en steun krijgen;
  • de omvang en de kosten van de verzorgingsstaat beperkt worden.

Dit vraagt onder meer om:

  • het anders organiseren van de toegang tot collectief gefinancierde zorg en ondersteuning;
  • meer samenhang in het aanbod van zorg, jeugdhulp en ondersteuning;
  • meer en betere samenwerking tussen professionals, vrijwilligers en mantelzorgers;
  • passende ondersteuning van mantelzorgers en zorgvrijwilligers;
  • aansluiten bij de talenten en mogelijkheden van mensen zonder evt. beperkingen uit het oog te verliezen;
  • meer zorg- en ondersteuningsdiensten, voorzieningen en hulpmiddelen die mensen in staat stellen thuis te blijven wonen;
  • meer ruimte en stimulans voor zorginitiatieven van particulieren.

Dit alles vraagt om om een grote cultuurverandering: een transformatie. Daarin zijn zowel de medewerkers van overheden en zorg- en welzijnsorganisaties betrokken, als de mensen die zorg nodig hebben en/of mantelzorg geven. Het omvat de hele participatiesamenleving: de samenleving waarin mensen meedoen naar vermogen, omkijken naar elkaar en dat er zorg en ondersteuning beschikbaar is voor de mensen die dat nodig hebben.

Lees hier meer over in de publicatie ‘Decentralisatie betekent transitie & transformatie’.