Fasen van polarisatie: Wat helpt om onveilige situaties te verminderen?

Vijf casussen over buurtspanningen

Een van de oorzaken van (onderhuidse) spanningen is wanneer buurtbewoners met en zonder ‘rugzak’ (ofwel mensen met ernstige problemen op meerdere leefgebieden) niet in harmonie samen in een buurt wonen. Zowel bij buurtbewoners mét als zonder ‘rugzak’ kunnen gevoelens van (sociale) onveiligheid ontstaan; bijvoorbeeld omdat men zich gestigmatiseerd voelt of zich zorgen maakt dat bepaalde grenzen worden overschreden. Vooroordelen over en weer en weerstand kunnen ervoor zorgen dat spanningen hardnekkiger worden. Dit fenomeen kan resulteren in het minder prettig samenleven van buurtgenoten.

In vijf casussen beschrijven we aanpakken in bovenstaande situaties: wat helpt om spanningen te de-escaleren, te voorkomen en om onveilige situaties of gewelddadige incidenten te verminderen? In dit artikel schetsen we de overeenkomsten en verschillen van deze casussen.

Fasen van polarisatie als analyse-instrument

We kijken naar de fasen van polarisatie als mogelijk analyse-instrument voor bovenstaande situaties. Vanuit die fasen kan verschillend worden omgegaan met weerstand, vooroordelen en/of bezorgdheid tussen bewoners. We vragen ons af of deze fasen – rust, ongemak, spanningen en incidenten – nieuwe handvatten bieden om zulke situaties te beoordelen en aan te pakken.

Om hierover meer te weten te komen, leren we waar weerstand en (onderhuidse) spanningen in de buurt ontstaan rondom overlast en onbegrepen gedrag. De focus op het polariserende effect van spanningen in de buurt kan gemeenten en (professionele en maatschappelijke) organisaties helpen. Zij willen ongewenste polarisatie in een vroeg stadium kunnen signaleren, voorkomen en tegengaan. De hier opgedane kennis over de oorzaken en oplossingen van spanningen in buurten draagt daar aan bij.

Door ervaringen van professionals te koppelen aan relevante literatuur, ontstaan handvatten voor professionals hoe zij moeten handelen bij bezorgdheid over grensoverschrijdend gedrag. Daarmee kunnen ook zij investeren in (ervaren) sociale veiligheid in de buurt en aan het voorkomen van escalatie.

Karakterisering van de situaties

De casussen schetsen uiteenlopende situaties van buurten of wooncomplexen waar spanningen tussen buren zijn. In de beschreven casussen komen we veel ‘kleine oorzaken’ tegen die kunnen bijdragen aan polarisatie. Van Wonderen (2019) stelt namelijk dat ‘polarisatie in etnisch-cultureel-religieus diverse buurten veelal wortelt in ‘kleine oorzaken’ zoals ongemak en fricties tussen buren en ervaren onvermogen in de dagelijkse omgang’. In één van de beschreven casussen is er echter meer aan de hand. Die casus valt volgens ons onder de fase ‘incidenten’. Voor de bewoners voelt het al langere tijd als een onveilige plek. In de andere casussen is sprake van spanningen variërend tussen ongemak en incidenten. Er zijn veel zaken die ongemak veroorzaken, naast gedrag dat mensen eng of grensoverschrijdend vinden. Ook is er geen onderlinge open houding en komt het eerder voor dat mensen elkaar niet dan wel kennen, laat staan aanspreken. Dat maakt het ook mooi om te zien dat in Nieuwegein het eerste experiment bestaat uit simpelweg elkaar groeten.

Polarisatie tussen groepen bewoners zien we weinig terug (in Amsterdam lijkt hier wel enigszins sprake van te zijn). Mensen gaan individueel met de overlast in hun buurt om. Ook zien we in de meeste casussen dat er geen opbouw is van ongemak naar spanningen naar incidenten. Het gaat eerder om fluctuatie tussen de drie stadia van disharmonie. Daarmee biedt het model van de Wijkverbinder geen eenduidig handvat om naar zulke situaties te kijken. De Wijkverbinder is een website met tools en tips hoe je moet omgaan met de verschillende fasen van polarisatie (rust, ongemak, spanningen en incidenten) in de wijk.

Overeenkomsten in de aanpak

In de meeste casussen is gewerkt aan het verbeteren van de sfeer in de buurt. Daar zijn verschillende werkwijzen voor ingezet, die enige overeenkomsten vertonen. In de verschillende aanpakken komt het betrekken van buurtgenoten bij het benoemen én bespreekbaar maken van de problemen in de buurt telkens terug. Zo ook het inventariseren van zaken die overlast geven. Dit in gesprek met zo mogelijk alle buurtbewoners. Afhankelijk van het voorliggende ongemak en de gebruikte werkwijze leidt dat tot verschillende aanpakken.

In Amsterdam is vooreerst ingestoken op het verhogen van veiligheid en openbare orde. Daar ligt nu het plan om in te zetten op het verbeteren van de saamhorigheid en leefbaarheid. De manier waarop wordt nog uitgewerkt.

In Amstelveen en Nieuwegein is de buurt uitgenodigd om een actieve rol in te nemen. Niet alleen om voorliggende problemen op te lossen, maar ook om de verantwoordelijkheid voor de eigen leefomgeving terug te pakken. De professionals zijn daarbij vooral procesbegeleiders. Daardoor is er veel ruimte om te ervaren dat je als bewoner daar zelf een actieve rol in kan hebben.

In Delft en Arnhem ligt het accent meer op de omgang met iemand wiens gedrag op zijn minst hinderlijk is en ook niet begrepen wordt. Hoe ga je daar als omwonenden mee om? Professionals hebben daar op ingestoken door te spreken met omwonenden én veroorzaker. En door het bieden van meer kennis over het vertoonde gedrag, in de vorm van psycho-educatie. Dat houdt in dat betrokkenen - waaronder buren - aan tafel schuiven om inzicht te krijgen in psychiatrische ziektebeelden. Er wordt uitgelegd wat er voor ziektebeelden zijn, wat de kenmerken ervan zijn en in welk gedrag het ziektebeeld zich kan uiten. Dit om beter te begrijpen waar onbegrepen gedrag vandaan komt.

Wat hebben we geleerd?

Algemene punten
 

  • De fasen van polarisatie voegen geen handvatten toe voor professionals om soortgelijke situaties aan te pakken. Er is teveel sprake van het naast elkaar bestaan van verschillende fasen in deze casussen. En daarmee biedt het geen algemeen handelingskader. Wel zijn de voorgestelde aanpakken toepasbaar bij verschillende vormen van overlast in een buurt, zoals het met elkaar in gesprek gaan op buurtniveau. Daarvoor is de Wijkverbinder een bron van praktische tools.
     
  • Naast het verminderen van ongemak of overlast voor omwonenden door een specifiek persoon, is het ook nodig om te zorgen voor goede ondersteuning van die persoon. Wanneer mensen individuele ondersteuning ontvangen, wordt meestal niet gekeken naar mogelijke belasting voor de mensen in de omgeving. Terwijl dat soms juist nodig is als iemand overlast veroorzaakt. In Arnhem en Amstelveen zagen we dat die insteek uiteindelijk ten goede komt aan de situatie van de desbetreffende persoon. Zo zijn in Amstelveen afspraken gemaakt tussen buren en de persoon over welk gedrag (on)toelaatbaar is. En in Arnhem voelde de betreffende persoon zich meer thuis in de buurt.
     
  • Het helpt als in een complex of buurt er niet een te grote concentratie van mensen met overlastgevend gedrag woont. Een concentratie leidt makkelijk tot het kwijtraken van een gezonde balans. Het kan leiden tot stapeling van problemen; zo komt een persoon met een ‘rugzak’ in een verleidende omgeving en ervaren omwonenden meer overlast.

Verbinding maken: volgorde van belang
 

  • Basisveiligheid is bij overlast en/of escalatie de eerste prioriteit. Pas daarna kan er ingezet worden op andere interventies. Onder die voorwaarde kunnen en willen bewoners zich inzetten voor gemeenschappelijke activiteiten.
     
  • Vervolgens is het nodig om in gesprek te gaan met iemand die overlast geeft. Hoe, dat hang mede af van de wensen van hen die overlast ervaren. Bijvoorbeeld door hen te betrekken bij een buurtgerichte activiteit, of juist niet (zie Arnhem en Delft).
     
  • Ook met de buurt is het gesprek nodig. Waar hebben ze last van? Dan bedenken hoe de buurtbewoners betrokken kunnen worden bij het zoeken naar oplossingen. Er zijn al manieren bekend die kunnen helpen:
    • Het organiseren van sociaal contact gericht op het beter in elkaar kunnen verplaatsen, waardoor empathie ontstaat en het inlevingsvermogen bevordert. Dat kan via psycho-educatie of door ervaringsdeskundigen aan het woord te laten. Of bijvoorbeeld door de persoon zelf aan het woord te laten.
       
    • Werk aan de gezamenlijkheid of community building: zodat niet iedereen individueel overlast ervaart, maar dat het een gedeeld probleem wordt. Dat creëert verbinding. En dat verlaagt de ervaren overlast (gedeelde smart is halve smart). Er bestaan verschillende aanpakken (zie Amstelveen, Delft, Nieuwegein). Onder community building verstaan we vormen van samenlevingsopbouw, gemeenschapsopbouw of gemeenschapsvorming met als doel het verbinden van verschillende mensen en groepen in de wijk. Het bestaat uit activiteiten die de kwaliteit en samenhang van de (lokale) gemeenschap versterken (Lorkeers & Duivenvoorden, 2020).

Tips voor professionals rondom hun eigen inzet

  • Zichtbaarheid en aanspreekbaarheid van professionals zijn van belang: wie is waarvoor te bereiken en op welke manier? Dit verhoogt de individuele weerbaarheid van bewoners. Ze weten dan hoe ze iets aan de situatie kunnen doen. Denk bijvoorbeeld aan melding maken of erover praten met een zichtbare, bereikbare professional.
     
  • Continuïteit in bereikbaarheid met professionals: ook professionals moeten vertrouwd zijn (zie Delft en Amstelveen).
     
  • De verschillende professionals in de buurt of wijk werken goed samen. Dat maakt het oppakken van situaties veel beter mogelijk. Dat kan als ze ook verantwoordelijkheid uit handen durven geven aan elkaar.
     
  • Voor samenwerking is het nodig om zorgvuldig te zijn in het spreken over én uitwisselen van gegevens van personen (zie Arnhem en Delft).
     
  • Betrouwbaar zijn door te zorgen dat er daadwerkelijk wat gedaan wordt aan gemelde problemen van overlast in de buurt.

Investeer in bewoners

  • Betrek bewoners bij het zoeken van oplossingen. Door met elkaar actief te werken aan het verbeteren van de directe omgeving, leren ze elkaar kennen en waarderen. Met als extra resultaat een prettigere buurt.
     
  • Neem onbekendheid en daarmee gepaard gaande angst van bewoners over afwijkend en overlastgevend gedrag serieus. Om bij omwonenden ongemak weg te nemen, is psycho-educatie een goede en makkelijk toepasbare manier om daarmee om te gaan. Het kan behulpzaam zijn bij het creëren van meer begrip voor dit gedrag. En dat biedt ruimte om iemand toch welkom te heten in de eigen woning na een opname, zo bleek uit de casus uit Arnhem.

Investeer in personen waar buurtgenoten overlast van ervaren

  • Benoem de ervaren overlast in de buurt. Dit kan helpen om de persoon te motiveren om te stoppen met dat gedrag (zie Arnhem).
     
  • Biedt duidelijkheid door grenzen te verduidelijken en daar afspraken over te maken (zie Amstelveen).

Bronnen

Lorkeers, L.J., Duivenvoorden, A. (2020). Samenlevingsopbouw in de wijk: wat is dat? Den Haag: Platform31.

Wonderen, R. van (2019). Handreiking Van polarisatie naar verbinding in buurten. Utrecht: Kennisplatform Integratie & Samenleving.