‘Op je 67ste hoef je je verstand niet in te leveren’

Drieluik over participatie ouderen, deel 2

Vrijwel iedereen vindt het tegenwoordig normaal om ouderen te betrekken bij de ontwikkeling van beleid, maar het blijft een uitdaging om hiervoor de juiste vorm vinden. Hanna van Dijk en Cor Heukels, beiden actief voor het netwerk Generaties Ouderen (Genero) weten uit eigen ervaring dat het veel tijd kost om participatie handen en voeten te geven. ‘Onontbeerlijk is iemand die het proces aanjaagt, structureert en mensen verbindt’, klinkt het.

Cor Heukels is een gepensioneerde senior, actief in tal van netwerken. Zo is hij voorzitter van Soos Blauwhuis in Schiedam en werkzaam als bestuurslid en vrijwilliger bij het project Fietsmaatjes Schiedam. Bij Genero, het netwerk Generaties Ouderen, praat en denkt hij als forumlid mee over allerlei zaken waar ouderen mee te maken hebben. Hanna van Dijk is socioloog en gepromoveerd op ouderenparticipatie. Ze is sociaal ondernemer en was tot voor kort binnen Genero actief als netwerkcoördinator. In die functie ligt de nadruk enerzijds op participatie en anderzijds op het regisseren en structureren daarvan, regionaal en landelijk. ‘Participatie gaat niet vanzelf’, licht Van Dijk toe. Cor Heukels vult aan: ‘Je hebt van die regisseurs nodig om mensen te inspireren, motiveren en activeren. Mensen die alle lijntjes met elkaar weten te verbinden. Van die enthousiaste types zoals Hanna.’

Als groot regionaal netwerk in de regio Zuidwest-Nederland ondersteunt Genero mensen, organisaties en projecten die het ervaringsperspectief van ouderen willen benutten. Het netwerk richt zich vooral op beleidsparticipatie en daarnaast op onderwijs- en onderzoeksparticipatie. Genero is ondermeer betrokken bij allerlei projecten die erop gericht zijn om senioren langer thuis te laten wonen, zoals Slim in Huis. 

Slim in Huis 

Binnen het project Slim in Huis worden professionals opgeleid om inwoners te motiveren meer gebruik te maken van digitale mogelijkheden om langer zelfstandig thuis te kunnen blijven wonen. Zorg- en welzijnsprofessionals in de Huizen in de Wijk in Rotterdam krijgen een training om met hun cliënten hierover het gesprek aan te gaan. Het idee is dat vijfhonderd professionals in twee delen van Rotterdam daarmee vertrouwd gemaakt worden, die dan ieder weer cliënten op weg gaan helpen. Op die manier worden uiteindelijk zo’n vijfduizend senioren bereikt.

Volgens Heukels is Slim in Huis een voorbeeld van een project waar de doelgroep op tijd bij is aangehaakt en waarbij de ouderen zelf aan de voorkant hebben kunnen meedenken over vragen als: hoe leid je professionals op? Hoe benader je de senioren? En hoe ervaart zo’n senior dat? Dat ouderen op tijd betrokken worden bij dergelijke projecten is helaas nog geen vanzelfsprekendheid. ‘Bijna wekelijks ervaar ik dat ouderen als een soort excuustruus- en excuusguus bij een project gevraagd worden’, zegt Hanna, ‘Vaak omdat het een moetje is om die doelgroep te betrekken, bijvoorbeeld bij een subsidieaanvraag.’

 ‘Soms wordt een bushalte verplaatst, zonder dat gekeken wordt wat dat voor ouderen betekent.’

Gelijkwaardige rol

Het streven van Genero is om hun senioren een rol te geven die gelijkwaardige is aan die van professionals of onderzoekers te geven. ‘Bij ons praten en denken ze op een natuurlijke manier mee, veelal door deelname aan de projectgroep’, zegt Van Dijk. Die ongedwongen insteek werkt volgens haar ook heel goed bij onderwijsparticipatie, waar senioren van Genero op bezoek gaan bij mbo-, hbo- en universitaire instellingen.‘Ouderen laten studenten kennismaken met hun belevingswereld door simpelweg zichzelf te zijn en vragen van studenten te beantwoorden. Op die manier ontstaat er contact tussen de jonge en oudere generatie en dat werkt positief naar twee kanten.’

Vuilniscontainer verplaatsen

In haar rol als netwerkcoördinator bij Genero had Van Dijk voortdurend haar voelsprieten uitstaan voor uiteenlopende dagelijkse problemen van ouderen. ‘Denk bijvoorbeeld aan het wekelijks moeten verplaatsen van de vuilniscontainer, vijfhonderd meter verderop. Een ambtenaar staat daar misschien niet bij stil, maar beloopbare afstanden tot voorzieningen zijn voor ouderen cruciaal.’ Heukels vult aan: ‘Soms gebeurt het dat een bushalte plotseling wordt verplaatst, zonder dat gekeken wordt wat dat voor ouderen betekent. Gekkigheid. Of neem het verdwijnen bankkantoren. Voor de ruim twee miljoen senioren die niet digitaal vaardig zijn, is dat echt een probleem.’ Van Dijk: ‘En hebt ook nog allerlei gerelateerde problemen, zoals voor mantelzorgers van ouderen. Stel je wordt mantelzorger van een oudere in het centrum van een stad. De parkeerkosten kunnen dan enorm oplopen. Ik zie het als mijn taak om al dit soort zaken te signaleren en voor het voetlicht te brengen bij partners en in de media.’

Ouder worden met een lach

Met de campagne ‘52 tinten zilvergrijs’ wil Genero de ervaring die weerspiegeld wordt in levensverhalen van ouderen voor het voetlicht brengen bij beleidsmakers. Net als de vraag: wat maakt het ouder worden met een lach mogelijk? Van Dijk: ‘De campagne nodigt uit om echt te luisteren naar ouderen, hun verhaal te begrijpen en je in hen in te leven. Als dat lukt, als mij dat lukt, dan raakt me dat en dan begrijp ik hoe groot de impact van het verplaatsen van een bushalte, of een vuilnisbak kan zijn.’ 
Ondanks goede bedoelingen verliezen beleidsmakers zich volgen Hanna vaak in concepten en beleidsambities en vergeten ze waar het eigenlijk om draait: de mens erachter. ‘Dé oudere bestaat niet en ik zie het als een belangrijke opgave voor ons als netwerk, om de wereld van professionals te verbinden met de mensen om wie het draait. En om henzelf of hun verhaal dichtbij te brengen en heel klein en alledaags maken. De campagne zet daaropin.’ 
 

Meepraten

Genero stimuleert dat ouderen meepraten, onder andere in ouderenpanels, aan regiotafels en in het ouderenforum. Heukels: ‘In Schiedam hebben we bijvoorbeeld de Tafel Ontmoeten, een ambtelijk georganiseerd verband, waarbij alle instellingen in Schiedam die zich met ouderen bezighouden kunnen aanschuiven. Daar zitten buurthuizen, verpleeghuizen bij, maar ook organisaties voor seniorenwelzijn en verenigingen als de onze. We praten met elkaar over hoe we elkaar kunnen ondersteunen en welke bijdrage de gemeente kan leveren. En dat werkt best goed, ook al zitten er soms types tussen die erg vasthouden aan hun eigen paradepaardjes.’ Van Dijk: ‘Klopt, maar zulke mensen kom je in alle generaties tegen. Uiteindelijk is mijn ervaring toch wel dat wanneer je ouderen op een goede manier betrekt, de context duidt en hen meeneemt in de verschillende afwegingen, belangen en budgetten, dat ze flexibel en realistisch meedenken. En dan zijn ze heel goed in staat om onderscheid te maken tussen de echte must-haves zijn en de nice-to-haves.’

Ouderen bereiken

Het bereiken van de brede groep ouderen en hen mobiliseren tot participatie blijft voor veel organisaties een uitdaging. Volgens Van Dijk kan het inzetten van sleutelfiguren helpen. ‘Bij Genero hebben wij daar hard aan getrokken, bijvoorbeeld om mensen met een migratieachtergrond aan ons ouderenforum te verbinden en hun wereld te begrijpen.’ 
Ook de manier waarop je ouderen aanspreekt, kan het verschil maken. Van Dijk: ‘Wat soms goed werkt is dat je ouderen prikkelt om zelf actief na te denken over hun wensen ten aanzien van hun leven, zorg en behandeling. Een mooi hulpmiddel is een door Genero ontwikkeld wensenboekje, waarin ouderen hun wensen kunnen vastleggen. Dit boekje kan ook fungeren als hulpmiddel voor professionals om het gesprek met ouderen aan te gaan. Het wensenboekje is overigens niet voor alle ouderen geschikt, want het bevat best veel tekst. Maar er is natuurlijk nooit één middel waarmee je álle ouderen bereikt. Het blijft altijd zaak om verschillende instrumenten voor verschillende doelgroepen in te zetten.’ 

Eenzame ouderen

Heukels bevestigt dat volmondig, wijzend op de groep eenzame ouderen. ‘Wat het lastig maakt, is dat op eenzaamheid nog steeds een taboe rust.’ Van Dijk vult aan: ‘Als je deze ouderen wilt bereiken moet je dat niet doen onder de noemer eenzaamheid. Beter is ze aan te spreken op de vraag: wat geeft je leven zin? Of bied een activiteit aan die inspeelt op hun behoeften.’  
Heukels heeft een mooi voorbeeld van dat laatste. ‘In Schiedam hebben we het project Fietsmaatjes Schiedam. Dat loopt storm. Ook eenzame ouderen, melden zich er massaal voor aan. Het gaat om mensen die niet meer zelfstandig kunnen fietsen, maar er wel graag op uit willen. Bij Fietsmaatjes kunnen zij met een vrijwilliger tochtjes op een duofiets maken. Dat vinden ze heerlijk, mensen bloeien er enorm van op. En omdat iedereen ons rond ziet rijden, verkoopt het project zichzelf. We trekken er iedere dag twee keer op uit, ’s ochtend en ’s middags, meestal met twee duofietsen. Deelnemers leren elkaar op die manier ook beter kennen en tijdens rustmomentjes drinken we een kopje koffie bij Soos Blauwhuis, een huiskamerproject of het Leger des Heils. Zo maken deelnemers ook kennis met andere plekken waar ze mensen kunnen ontmoeten.’ 

‘Als je ouderen wilt laten participeren, sluit dan aan bij waar ze goed in zijn.’ 

Een berg kennis en wijsheid

Als je ouderen wilt laten participeren is het volgens Van Dijk en Heukels belangrijk om aan te sluiten bij waar ze goed in zijn. ‘Hun situatie wordt vaak geproblematiseerd en ouderen doen daar zelf ook aan mee, maar het is beter om te kijken naar de berg kennis en wijsheid waar ze over beschikken en de waardevolle rol die ze vaak spelen, onder andere door het vele vrijwilligerswerk dat ze doen.’ Heukels: ‘Wanneer je 67 jaar wordt, hoef je je verstand niet in te leveren. Sterker, senioren vertegenwoordigen met elkaar een enorme berg wijsheid en kennis, organisaties en overheid zouden daar meer gebruik van kunnen maken.’ Van Dijk: ‘Wij stellen ouderen daarom de vraag “Wat kan je wel?”, in plaats van “Wat kan je niet?” Vervolgens is het zaak om mensen te motiveren om binnen hun mogelijkheden te gaan doen wat ze kunnen. Ik zou ook wensen dat we als maatschappij minder eenzijdig zouden focussen op de zorgbehoefte van ouderen en meer op het sociaal kapitaal dat ze vertegenwoordigen.’ 

Heukels ziet tegelijkertijd dat de praktijk weerbarstig is. ‘Mensen kiezen meer en meer voor zichzelf. Dat geldt voor de samenleving als geheel, ook voor ouderen. Ze blijven langer fit en moeten langer doorwerken. Eenmaal met pensioen willen ze hun tijd ook aan leuke dingen besteden die ze heel lang uitgesteld hebben. Dus ze kopen een campertje en gaan een half jaar op pad.’
Van Dijk ziet echter ook een andere beweging: ouderen die zich het stoppen met werken juist maatschappelijk willen blijven inzetten. ‘Een van onze nieuwste leden heeft bijvoorbeeld lange tijd gewerkt als directeur van verpleeghuizen en later als senior inspecteur bij de inspectie Jeugd en Gezondheid. Om te voorkomen dat ze in een zwart gat zou vallen is ze bij ons aan de slag gegaan. Ze is heel blij dat ze bij ons haar bijdrage kan leveren en wij zijn heel blij met haar. Mensen willen hun ei kwijt kunnen. Ik heb het gevoel dat deze trend gaat toenemen. De kunst is het om manieren te vinden om zulke mensen binnen te halen.’

‘Iedereen heeft iets te bieden’

Van Dijk vertelt over een man met dementie die elke dag bij een bloemist in het dorp van haar collega de boel komt vegen en alles een beetje netjes houdt. De man loopt soms weliswaar grandioos in de weg, maar er is ook een klik tussen hem en de bloemist. Hierdoor lukt het om de man met dementie elke dag iets van structuur te geven en hem het gevoel te geven ertoe te doen. ‘Ik ben er heilig van overtuigd dat iedereen zoiets te bieden heeft, maar mensen hebben soms een zetje nodig om dat in te zien. Als je je verbindt met de ander, heel goed kijkt en luistert, dan ga je de kwaliteiten, talenten en wensen van mensen wel achterhalen. En om mogelijkheden te stimuleren en vraag en aanbod bij elkaar te brengen heb je structuren zoals Genero nodig. Je kan niet zonder zulke podia.’

Waardering

Heukels vult aan dat het vervolgens zaak is om vrijwilligers binnen te houden. ‘Zorg dat de zich gewaardeerd voelen. Soms kan dat ook door ze een kleine vergoeding te geven. Helaas is in Schiedam de vrijwilligersvergoeding afgeschaft, terwijl dat kleine bedrag voor sommigen net dat ene boodschappenkarretje extra betekende. Een vergoeding is zeker niet heilig, maar het kan voor sommigen net een duwtje in de rug zijn om actief te worden en te blijven.’

Tekst: Annelies van der Woude