Acceptatie van mensen met een verstandelijke of psychische kwetsbaarheid
‘Ik ben een mens, praat met mij’
Mensen met een psychische kwetsbaarheid of verstandelijke beperking kunnen te maken krijgen met vooroordelen en stereotypen vanwege hun kwetsbaarheid. Zo ook op de werkvloer. Treiterijen, pesten en geen begeleiding krijgen, zijn ervaringen van ervaringsdeskundigen Sander Griek en Tim Holierhoek. Hoe voorkomen we deze vooroordelen en discriminatie? De combinatie van wat werkt kennis en ervaringskennis blijkt hier essentieel.
‘Het is volop zomer. Aan het hek van een statige villa zet ik mijn fiets op slot. In dit huis, gelegen aan een stadspark bezoek ik al zeven maanden mijn psychiater. Op aanraden van haar was ik afgelopen voorjaar opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis. Tijdens die opname ben ik gestopt met antidepressiva en het roken van tabak. Er is geen duidelijkheid ontstaan over mijn warrige toestand, laat staan dat er een heldere diagnose werd geformuleerd.
Mijn psychiater heeft al een tijd het vermoeden dat de lange depressies, de relatief korte perioden van teveel energie en het middelenmisbruik wordt veroorzaakt door een bipolaire stoornis. Maar er is meer aan de hand. Daarom heeft ze voorgesteld om een aantal psychologische testen te doen. Vandaag ga ik die testen maken.
Een paar weken later bespreken we de testresultaten. De uitkomst geeft een duidelijke diagnose: ik heb borderline persoonlijkheidsstoornis. Voor even is het stil. Tranen door schrik, ongeloof en verbijstering verlaten mijn gezicht. Als ik weer een beetje bij zinnen kom, probeer ik te reageren op wat mij zojuist is verteld. Het gaat niet. Nee-knikkend stokt mijn stem bij elke poging tot spreken. Zuchtend probeer ik mij te herpakken. Schouderschokkend stel ik vragen. Geduldig en liefdevol geeft Eline antwoorden op mijn vragen, maar weinig komt nog binnen.
[…]
Een paar maanden geleden vroegen mijn Movisie-collega’s of ik mee wilde werken aan het project dat zou gaan over het tegengaan van stigma en stigmatiseren. In de aanname dat ik iets kon bijdragen als ervaringsdeskundige was ik meteen enthousiast. In het algemeen vind ik het namelijk belangrijk om open en eerlijk te zijn over psychiatrische aandoeningen.
Tijdens de eerste bijeenkomst van de projectgroep vroeg iemand naar mijn eventuele inbreng en ideeën over stigma. Natuurlijk ging mijn eerste reactie vooral over stigma rondom mijn bipolaire stoornis. Maar al pratende merkte ik dat er op dat onderwerp geen relevant stigma zit voor mij.
Midden in een zin stop ik met praten. Het blijft even stil en dan zeg ik dat er wel degelijk stigma zit rondom een andere diagnose, een toestand waar ik zelden en liever helemaal niet over praat. Het is weer even stil. Dit is het juiste moment, denk ik, om er wel iets over te zeggen. En dan spreek ik voor het eerst, zo open mogelijk over mijn diagnose borderline persoonlijkheidsstoornis en alle schaamte en stigma eromheen.
Mijn collega’s zijn merkbaar onder de indruk maar vooral bemoedigend en hartverwarmend. Opnieuw blijkt dat openheid over een beladen en kwetsbaar onderwerp veel meer positiefs oplevert dan het negatieve stigma zo vaak heeft weerhouden. Gelukkig kunnen we ook lachen om de grappen die gemaakt worden over het onderwerp.
Relativeren biedt voor mij een prettige mogelijkheid om voor dit soort ingewikkelde kwesties, eenvoud en verzachting te vinden. Het is in het algemeen lastig om over persoonlijkheidsstoornissen te praten met iemand die zoiets heeft.’
‘Wees geïnteresseerd in wat afwijkt. Het is lastig, maar er ontstaat vaak iets vruchtbaars.’
Gelijk
Dit zijn twee onderdelen uit de column ‘Gelijk’ van Sander Griek. Op een dinsdagochtend leest Sander Griek, ervaringsdeskundige bij Movisie, zijn column ‘Gelijk’ voor. De woorden en emotie komen via het beeldscherm binnen. HRM-medewerkers, werkgevers, kenniswerkers, medewerkers van hogescholen en universiteiten luisteren aandachtig. Het verhaal maakt duidelijk indruk op de deelnemers van de online sessie ‘Zo zorg je voor een inclusieve en effectieve werkplek’. Het delen van verhalen, zoals in een column, is een manier om het contact tussen mensen te stimuleren. ‘Wees geïnteresseerd in wat afwijkt. Het is lastig, maar er ontstaat vaak iets vruchtbaars. Het levert nieuwe inzichten op’, drukt Sander de deelnemers op het hart.
Movisie heeft onderzoek gedaan naar het verminderen van vooroordelen en discriminatie over mensen met een psychische kwetsbaarheid (2020) en verstandelijke beperking (2022). Hier komen vijf concrete tips uit voort. De eerste twee tips sluiten aan bij het verhaal van Sander.
Tip 1: Positieve ontmoeting
Uit onderzoek blijkt dat contact een effectieve manier is om vooroordelen te verminderen. Ervaringsdeskundigen bijvoorbeeld uitnodigen om in gesprek te gaan, zoals in de inspiratiesessie gebeurde. Contact met mensen met een verstandelijke of psychische kwetsbaarheid kan een effectieve manier zijn om de houding te verbeteren ten aanzien van deze mensen, wat het verminderen van stigma bevordert. Contact werkt, omdat het de angst of onwetendheid vermindert ten aanzien van mensen met een verstandelijke of psychische kwetsbaarheid. Want dan blijkt die persoon meestal helemaal niet ‘agressief’ of ‘dom’ te zijn en verdwijnt de angst en verminderen vooroordelen. Het is hierbij wel van belang dat het contact gelijkwaardig en positief is. De effectiviteit is groter wanneer in het contact blijkt waar iemand goed in is, niet alleen waar diegene tegenaan loopt.
Tip 2: Ontmoeting via media
Het succes van contact-interventies ligt behalve in het verminderen van angst ook in het vergroten van empathie. Jezelf inleven in een ander en empathie gaan ervaren kan ook via het kijken naar een film of documentaire of via het luisteren naar een radio-interview of podcast. De luisteraar of kijker gaat als het ware meevoelen met de persoon die gediscrimineerd wordt in het verhaal.
‘Op een gegeven moment werd ik alleen nog maar “gehandicapte” genoemd, mijn voornaam werd niet meer gebruikt.’
Geen Tim meer
Tim is vervolgens aan het woord in de inspiratiesessie. Hij vertelt dat hij een verstandelijke beperking heeft en licht autistisch is. ‘Vanaf mijn 16e moest ik stages gaan lopen. Ik wilde graag frezen, zagen; met mijn handen bezig zijn. Het eerste bouwbedrijf waar ik ging werken leek in eerste instantie goed voor me te zijn, maar het discrimineren werd steeds erger. Van treiteren werd het echt pesten en ik werd belachelijk gemaakt door collega’s en mijn werkgever. Als de werkgever het doet, dan doen werknemers het ook. Op een gegeven moment werd ik alleen nog maar “gehandicapte” genoemd, mijn voornaam werd niet meer gebruikt. Zagen werden verstopt. Wanneer ik vroeg waar de zagen lagen, kreeg ik het antwoord “zoek het zelf uit, je kunt ook niks.” Ik werd er letterlijk ziek van.
Collega die helpt
Bij een ander bedrijf herhaalde zich het. Bij mijn derde werkgever, een aannemer, moest ik gaten boren, vrezen en schuren. Ik werd op opdrachten gezet die ik eigenlijk niet aandurfde. Begeleiding kreeg ik niet, want er moest immers “gewoon gewerkt worden”. Voor het uitmeten van deurposten had ik bijvoorbeeld hulp nodig, maar die kreeg ik niet. Dan ga je gewoon zagen, maar gaat het fout. Dan ben je weer de mislukkeling. Het had mij geholpen als ik een vaste collega had die mij onder zijn hoede nam. Die de afmetingen op de houtstraat bijvoorbeeld controleerde, waarna ik het kan zagen. Maar ook een collega die voor je opkomt als andere collega’s je belachelijk maken. Iemand die zegt: “Het is geen beest, maar een mens. Het gaat wat langzamer, maar we komen er wel.”
‘Alle taxi’s heb ik wel gereden. Dit komt omdat ik een goede werkgever had. Ze had altijd tijd als iets niet goed liep.’
Altijd tijd
Via een opleiding meubel maken, een jaar thuiszitten, dagbesteding en een opleiding taxichauffeur - volledige pas, ik mag alles rijden - kwam ik bij een taxibedrijf. Dit is het begin van een goed verhaal. In 10 jaar ben ik uitgegroeid tot trainer en instructeur rolstoelbus. Alle taxi’s heb ik wel gereden. Dit komt omdat ik een goede werkgever had. Ze had altijd tijd als iets niet goed liep. Al heeft het jaren van pesten en gekleineerd worden wel zijn tol geëist: in 2013 kreeg ik een psychose. Om die reden mag ik geen taxi meer besturen. Nu ben ik in opleiding als ervaringsdeskundige bij het LFB, de landelijke belangenorganisatie door en voor mensen met een verstandelijke beperking.’
Ga in gesprek
Uiteindelijk komt het neer op contact. Iemand echt leren kennen en in gesprek gaan over iemands mogelijkheden en ondersteuningsbehoeften. Tim vat het treffend samen: ‘Als het werk bij iemand niet goed gaat: ga in gesprek. Bespreek waarom het werk niet lukt, wat gaat niet goed en wat gaat juist wel goed? En vraag: hoe kan ik je helpen? Als mensen iets extra’s nodig hebben, start het met een open gesprek.’
De laatste drie tips uit het onderzoek naar het verminderen van vooroordelen en discriminatie over mensen met een psychische kwetsbaarheid (2020) en verstandelijke beperking (2022), onderbouwen het verhaal van Tim.
Tip 3: Maak mensen bewust van vooroordelen
Vooroordelen zijn vaak impliciet. Mensen bewust maken van het feit dat ze die hebben en hoe die onder de duim te houden, werkt. Mensen confronteren met hun vooroordelen werkt voornamelijk als mensen het vervelend vinden om te merken dat ze vooroordelen hebben. Wanneer mensen dit niet als vervelend ervaren, werkt het minder.
Tip 4: Stel duidelijke sociale normen
Een sociale norm is de perceptie van wat normaal of wenselijk is in een situatie, groep of organisatie. Wanneer mensen denken dat anderen om hen heen (vrienden, collega’s) discriminatie, treiteren of pesten afkeuren, dan gaan ze dat gedrag minder vertonen. Als werkgever kun je uitspreken dat iedereen welkom is bijvoorbeeld. Of expliciet onder vacatures zetten dat je openstaat voor mensen met bijvoorbeeld een psychische kwetsbaarheid en verstandelijke beperking.
Tip 5: Pas werk aan op mogelijkheden werknemer
Sommige mensen met een psychische of verstandelijke kwetsbaarheid hebben ondersteuning nodig om hun werk te kunnen doen. Er zijn een aantal manieren waarop werkgevers het mogelijk kunnen maken dat deze mensen kunnen (blijven) werken:
- Aanpassen van werk/aanbieden faciliteiten: flexibele uren, aanpassen werkritme, prikkelarme werkomgeving, extra feedbackmomenten, verlaagde werkdruk, goede begeleiding op de werkvloer. Of een collega die naast je staat, voor je opkomt en je helpt in je werkzaamheden, zoals hierboven door Tim wordt genoemd
- Aanbieden van een Employee Assistance Programma: dit is een dienstverlening die werkgevers kunnen aanbieden om te helpen bij mentale problematiek. Denk hierbij aan psychologische hulpverlening of financiële hulpverlening.
- Een ondersteunende werkomgeving: de werkomgeving moet veilig voelen en ontvankelijk voor mensen met een kwetsbaarheid.