Inclusief communiceren over mensen met een beperking: 8 tips

Steeds vaker zien we mensen met een beperking gerepresenteerd in de media. Denk bijvoorbeeld aan een meisje met het syndroom van down en een jongen in een elektrische rolstoel in een populair speelgoedboek. Langzaam maar zeker worden mensen met een beperking dus beter zichtbaar en dat is goed nieuws. Maar hoe zorg je dat deze beeldvorming niet stereotiep is en niet (onbedoeld) vooroordelen versterkt? Op basis van de wetenschappelijke literatuur geven Hanneke Felten en Caroline Harnacke, onderzoekers bij Movisie, en Xan Koster, beleidsmedewerker bij Ieder(in), acht tips aan journalisten, communicatiemedewerkers en media-makers.

Tip 1: Bevraag je eigen beelden over mensen met een beperking kritisch

De meeste mensen hebben geen intieme relatie met mensen met een beperking. Ook de mensen die over hen schrijven niet. Daarom is hun beeld veelal gebaseerd op wat ze meekrijgen vanuit de media en uit gesprekken met anderen. Dat beeld is vaak overtrokken: mensen met een beperking worden zielig gevonden, of juist inspirerend. Veelal zijn ideeën en angsten over leven met een beperking onbewust waardoor ze impliciet zichtbaar worden in artikelen over dit onderwerp.
Daarom is het belangrijk om jezelf kritisch te bevragen voordat je gaat schrijven over mensen met een beperking. Heb je een meerdimensionaal beeld van mensen met een beperking, of is je beeld heel plat? Welke woorden gebruik je en hoe zou je het vinden als zo over jou geschreven werd? Zou je het niet prettig vinden als in bepaalde termen over jou geschreven werd, zoals ‘kwetsbare mensen’? Gebruik ze dan ook niet voor mensen met een beperking. Wil je weten of jij vooroordelen of stereotiepe beelden hebt over mensen met een beperking? Met behulp van de door wetenschappers opgestelde Implicit Association Test (IAT), die je achter je computer kunt doen, krijg je binnen een paar minuten inzicht in je eigen (onbewuste) vooroordelen over mensen met een beperking. Ten slotte: realiseer je dat in veel gevallen de stigma’s en ontoegankelijkheid voor mensen met een beperking een veel groter probleem zijn, dan hun beperking en hun hulpmiddel zelf.

Tip 2: Bevorder inleving maar geen medelijden

Uit stapels onderzoeken komt naar voren dat vooroordelen verminderen als mensen zich gaan inleven in mensen over wie zij vooroordelen hebben (lees hier meer over werkzame mechanismen bij de aanpak van discriminatie). Door stil te staan bij hoe die ander zich voelt en door mee te leven gaan het beeld van jezelf en het beeld van ‘de ander’ meer overlappen. Die ‘ander’ wordt dan minder ‘anders’. Daarom werkt inleving bij het verminderen van vooroordelen. Verhalen in de media over mensen met een beperking die worden verteld vanuit het perspectief van de persoon met een beperking, zijn om die reden zeer waardevol. Let op: het gaat om verhalen waarin je als het ware door de ogen kijkt van de persoon met een beperking. Belangrijk hierbij is dat de verhalen niet verteld worden om medelijden op te wekken. Ze mogen zeker raken maar het moet duidelijk zijn dat de persoon met beperking niet ‘zielig’ is maar een mens is zoals iedereen. 

Tip 3: Voorkom ‘inspiratie-porno’ 

Mensen met een beperking doen boodschappen, verzorgen hun kinderen en gaan op pad. Ze doen alledaagse dingen, net als iedereen. Daar is niks bijzonders aan. Als mensen met een beperking zulke simpele, alledaagse dingen doen, stel dat dan niet voor als bijzonder en ‘inspirerend’. De in 2014 overleden activiste Stella Young noemt dat in haar grappige en confronterende Ted-talk ‘inspiratie-porno’. Inspiratie-porno bevestigt het stigma dat we van mensen met een beperking maar weinig kunnen verwachten. En dat stigma heeft een negatieve invloed op het zelfbeeld van mensen met een beperking.

Tip 4: Laat zien dat mensen met een beperking multidimensionale personen zijn, net als iedereen

In het leven van mensen met een beperking speelt hun beperking weliswaar een rol, maar mensen met een beperking zijn ook werknemer, partner, ouder en vriend. Ze hebben hobby’s en een persoonlijkheid, net als iedereen. Laat dat zien in je communicatie. De beperking zelf hoeft geen prominente rol te spelen, maar kan als vanzelfsprekend meegenomen worden. Mensen met een beperking zelf kunnen zichzelf daardoor ook beter in het verhaal of in het beeld herkennen. 
Aan de andere kant moet je de beperking van mensen ook weer niet ontkennen. Het is een belangrijk onderdeel van iemands identiteit. Een beperking is bovendien niet iets om je voor te schamen of iets wat iemand zielig maakt. Het is onderdeel van de menselijke diversiteit.

Tip 5: Laat vriendschappen zien tussen mensen met en zonder beperking

Stel: Jan heeft sterke vooroordelen over mensen met een depressie. Zijn beste vriend is Michael. Michael is bevriend met Rob. Rob heeft jarenlang last gehad van depressies. Als Jan ziet dat Michael en Rob goed met elkaar omgaan, zullen zijn vooroordelen over mensen met een depressie verminderen. Wetenschappers noemen dit fenomeen ‘extended contact theorie’. Ook bij media werkt het zo: als het personage in een dramaserie waarmee jij je kan identificeren een vriendschap aangaat met iemand over wie jij vooroordelen hebt, dan kunnen die vooroordelen verminderen. Het laten zien van gelijkwaardige vriendschappen tussen mensen met en zonder beperking is ook belangrijk voor kinderen. Kinderboeken voorlezen over zulke vriendschappen is daarom een aanrader voor ouders en docenten. Een voorbeeld van dit type verhalen zijn de boekjes ‘Jikke en Jurre’ van Yvette den Brok.

Tip 6: Laat diversiteit binnen de groep zien 

Uit onderzoek blijkt dat mensen moeilijker vast kunnen houden aan stereotiepe beelden als ze geconfronteerd worden met een groep mensen die niet (helemaal) voldoen aan het stereotiepe beeld. Als je bijvoorbeeld een diverse groep van tien mensen ziet met verschillende beperkingen, is het lastiger om vast te houden aan één beeld over mensen met een beperking. Het is daarom goed om in je communicatie meerdere personen met een beperking te laten zien. Dat sluit ook aan bij de realiteit, want ongeveer een op de tien mensen in Nederland heeft een beperking. Zorg ten slotte dat je de diversiteit van mensen met een beperking zichtbaar maakt, bijvoorbeeld door afbeeldingen te gebruiken van mensen met verschillende beperkingen, achtergronden, huidskleuren, genders en identiteiten.

Tip 7: Gebruik realistische beelden van mensen met een beperking 

Als je een afbeelding bij een artikel plaatst, zorg dan dat zo’n afbeelding positief is en realistisch. Op veel stockfoto’s zie je modellen zonder beperking die voor de foto even in een rolstoel zijn gezet. Dat is voor veel mensen met een beperking een doorn in het oog. Zij herkennen snel dat de beperking niet realistisch gepresenteerd is. Ook worden voor stockfoto’s geregeld rolstoelen gebruikt die je in de dierentuin of bij de thuiszorgwinkel kunt lenen; dat zijn meestal geen rolstoelen die echte rolstoelers dagelijks gebruiken.
Op een positieve afbeelding van een rolstoeler die dagelijks een rolstoel gebruikt staat iemand die goed in de rolstoel past. Mensen met een beperking benadrukken dat hun beperking niet een kostuum is dat je even kan aantrekken, bijvoorbeeld om geld mee te verdienen. Daarom pleiten zij ook voor het inhuren van gehandicapte acteurs in films en series voor gehandicapte personages.

Tip 8: Let op termen

Termen als ‘invalide’ en ‘mindervalide’ zijn ernstig verouderd en worden als kwetsend ervaren. 
Gangbaarder is om te spreken over ‘mensen met een beperking’. En specifieker: ‘mensen met een fysieke beperking’, ‘mensen met een verstandelijke beperking’ en ‘mensen met een psychische kwetsbaarheid’. Bij het spreken over de laatstgenoemde groep is het begrip ‘neurodiversiteit’ in opmars. Die term maakt duidelijk dat bijvoorbeeld autisme, adhd of hoogbegaafdheid eigenlijk geen beperkingen zijn: ieders brein zit nu eenmaal anders in elkaar en sommige mensen zijn wat meer gemiddeld dan anderen.
Ook goed om te weten: niet alle mensen met een beperking zijn blij met het gebruik van de aanduiding ‘beperking’. Zo zien sommige Doven (met hoofdletter D) hun doofheid niet als een auditieve beperking, maar als een eigen cultuur, met gebarentaal als gemeenschappelijke taal, eigen omgangsvormen en een gemeenschappelijke geschiedenis (lees hierover bijvoorbeeld deze blog). 

Er is onder mensen met een beperking ook veel discussie over identity first language versus person first language. Bij identity first language benoem je eerst de identiteit en bij person first language benoem je juist eerst de persoon. De typering ’een autistisch persoon’ is identity first language. ‘een persoon met autisme’ is person first language. Voorstanders van person first language vinden het belangrijk om te benoemen dat iemand met een beperking op de eerste plaats een persoon is en niet diens beperking. Ze leggen liever niet de nadruk op de beperking als deel van diens identiteit. Voorstanders van identity first language benadrukken dat het gehandicapt zijn een belangrijk deel van hun identiteit is. Iets wat niet hoeft te worden weggestopt, maar zelfs gevierd mag worden. Daarbij vinden ze het onnodig en zelfs stigmatiserend om eerst te benoemen dat ze een persoon zijn. Het zou niet nodig moeten zijn, vinden zij, om uit te leggen dat iemand die gehandicapt is ook een persoon is. Je zegt immers ook nooit ‘een persoon met vrouwelijke kenmerken’ als je een vrouw bedoelt, waarom zou je dat dan wel doen als het gaat om een persoon met een handicap? Als mensen met een beperking het hierover onderling al niet eens zijn, is het begrijpelijk dat mensen zonder beperking al helemaal niet goed weten welke aanduiding ze het beste kunnen gebruiken. Het beste is om - bijvoorbeeld bij een interview – betrokkenen zelf te vragen hoe zij het liefste aangeduid willen worden. 

Artikelenreeks Stigma tegengaan

Hoe verminder je vooroordelen, discriminatie en stigma over mensen met een lichamelijke, verstandelijke of psychische kwetsbaarheid? Daarover gaat deze artikelenreeks. Met goede voorbeelden uit de praktijk over inclusieve werkgevers, kennis uit de wetenschap en inzichten op basis van ervaringskennis. Elke twee weken verschijnt er een nieuw artikel. Lees ook de andere artikelen: